Auteur: Olaf Koops, Patrick Bogaart, Kathleen Geertjes
Emissies van de Nederlandse landbouw naar productgroepen

4. Export van Nederlandse landbouwproducten

4.1 Aanpak

Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de belangrijkste landbouwexportproducten van Nederland. Naast de totale exportwaarde, wordt ingezoomd op het deel van de export dat komt door primaire productie in Nederland. Dit deel hangt samen met de emissies van de landbouw die in de vorige twee hoofdstukken in kaart zijn gebracht. Er is uitgegaan van een definitie van landbouwgoederen inclusief verwerkte landbouwproducten. Een deel van de primaire productie wordt eerst verwerkt in de voedingsmiddelenindustrie voordat het geëxporteerd wordt.

Het belang van de export is bepaald aan de hand van de exportwaarde (in euro) in 2021 van landbouwproducten. De cijfers zijn afkomstig van de Nationale Rekeningen van het CBS. De Nationale Rekeningen onderscheiden ca. 650 goederengroepen op basis van de CPA-productclassificatie. Landbouwgoederen zijn hier gedefinieerd als alle goederengroepen die vallen onder land- en bosbouwproducten (CPA_A01_A03) en producten van de voedings- en genotmiddelen (CPA_C10_C12). Deze definitie van landbouwproducten is gebaseerd op de uitgangspunten van de jaarlijkse publicatie van Wageningen Economic Research (WEcR) en CBS over de ontwikkeling van de Nederlandse handel in landbouwproducten 24) 25). Landbouwproducten zijn hier gedefinieerd als de primaire en secundaire landbouwgoederen. Primaire landbouwproducten zijn onbewerkte goederen die rechtstreeks uit de natuur dan wel uit de primaire sector komen. Dit zijn de eindproducten die de landbouw produceert, zoals bijvoorbeeld varkens, appels, bloemen, bloembollen en tomaten. Secundaire landbouwgoederen zijn bewerkingen en bereidingen van de primaire landbouwgoederen. De verwerking vindt hoofdzakelijk plaats buiten de landbouwsector in de voedings- en genotmiddelenindustrie. Voorbeelden zijn kaas, frites, chocolade, bier, en bewerkingen van groente en fruit. Landbouwgerelateerde exportgoederen, waaronder landbouwmachines en meststoffen, behoren niet tot de definitie.

Allereerst wordt de totale exportwaarde van landbouwproducten weergegeven. Vervolgens is er een selectie gemaakt van landbouwproducten waarvan de primaire productie grotendeels in de Nederlandse landbouwsector heeft plaatsgevonden. Onder de primaire landbouwsector vallen de branches akkerbouw, tuinbouw, veehouderij en agrarische diensten. Bij de Nederlandse export van primaire landbouwproducten betreft het eindproducten van de landbouwsector zelf. Daarnaast wordt de exportwaarde van de verwerkte landbouwproducten meegenomen die grotendeels zijn gebaseerd op primaire productie in Nederland. Zo wordt inzichtelijk welk deel van de export samenhangt met de directe emissies van de landbouw in Nederland. Een voorbeeld van een verwerkt product is kaas. De productie van rauwe melk door de melkveehouderij is niet zichtbaar in de export omdat deze eerst in Nederland verwerkt worden en vervolgens als kaas, boter, melkpoeder of consumptiemelk de grens over gaan. Een ander voorbeeld is varkensvlees. Varkens worden eerst verwerkt in slachterijen voor ze als varkensvlees geëxporteerd worden. Kaas en varkensvlees zijn meegenomen in het onderzoek om het belang van de Nederlandse landbouw voor de export en de belangrijkste landbouwexportproducten inzichtelijk te maken.

Een deel van de export van landbouwproducten heeft geen directe relatie met de Nederlandse landbouwsector en is niet meegenomen in het onderzoek. Ten eerste bestaat een belangrijk deel van de Nederlandse export uit wederuitvoer. Bij wederuitvoer worden landbouwproducten ingevoerd door een Nederlands ingezetene en in (vrijwel) onbewerkte staat weer uitgevoerd naar het buitenland. Denk bijvoorbeeld aan de invoer van fruit via de haven van Rotterdam, waarvan het grootste deel wederuitvoer is naar Europese bestemmingen. Deze activiteiten hebben geen link met de primaire landbouwproductie in Nederland. Ten tweede bevinden zich in de export van Nederlandse makelij landbouwproducten die alleen in Nederland verwerkt zijn. Voorbeelden zijn koffie, chocola, en zonnebloemolie. De primaire grondstoffen worden geïmporteerd uit het buitenland en in Nederland vindt de verwerking plaats in de voedingsmiddelenindustrie. In de bovengenoemde gevallen heeft de primaire productie volledig in het buitenland plaatsgevonden. Andere voorbeelden zijn minder eenduidig zoals bijvoorbeeld kant- en klare maaltijden, sauzen en soepen. Per landbouwproductgroep uit de Nationale Rekeningen is nagegaan in hoeverre de productie afhankelijk is van invoer en in Nederland geproduceerde landbouwgoederen. Tot slot zijn producten uit de bosbouw en visserij niet meegenomen in het onderzoek. In bijlage 2 is een overzicht gegeven van de selectie en toedeling per goederengroep van de Nationale Rekeningen.

Tot slot is de exportwaarde omgezet naar hoeveelheden (in kilogram) ten behoeve van de modelberekeningen van het WEcR en WEnR onderzoek (Lesschen et al., 2023). Basis voor de omzetting naar hoeveelheden zijn brongegevens van de Materiaalmonitor van het CBS 26). De Materiaalmonitor beschrijft tweejaarlijks de fysieke materiaalstromen - gemeten in miljoenen kilo’s - naar, van en binnen de Nederlandse economie per goederengroep uit de Nationale Rekeningen. Hieruit is de exportwaarde per kilogram afgeleid per NR-productgroep voor het jaar 2020. Voor het jaar 2021 is deze waarde per goederengroep aangepast voor de prijsontwikkeling in 2021 ten opzichte van 2020 uit de Nationale Rekeningen.

4.2 Resultaten

De totale exportwaarde van landbouwproducten bedraagt in 2021 103 miljard euro. Dat is 14 procent van de totale uitvoer van goederen en diensten in Nederland. Het betreft de totale exportwaarde, inclusief wederuitvoer. Figuur 4.1 geeft een overzicht van de 15 belangrijkste exportproducten van Nederland, samen goed voor 68 procent van de totale export van landbouwproducten. De belangrijkste landbouwexportproducten zijn overige voedingsmiddelen 27), fruit, cacaoproducten, bloembollen en planten, en oliën en veekoek. In de top-5 staat alleen ‘bloembollen en planten’ als primair product van de Nederlandse landbouwsector. Bij fruit betreft het grotendeels wederuitvoer waarbij de Nederlandse groothandel en transportsector een belangrijke rol speelt. De andere drie landbouwproductgroepen in de top-5 zijn in de voedingsmiddelenindustrie verwerkte landbouwproducten. Nederland kent een relatief grote verwerkende voedingsmiddelenindustrie.

4.1 Belangrijkste landbouwexportproducten* in 2021, op basis van exportwaarde (inclusief wederuitvoer)
LabelNL makelij (in miljoen euro)Wederuitvoer (in miljoen euro)
Overige voedingsmiddelen60892450
Fruit8095614
Cacaoproducten44871785
Bloembollen en planten4941983
Olien/Veekoek36272103
Groenten34771915
Tabaksproducten4104665
Bloemen32151249
Kaas3530525
Diervoeders3016711
Overige vleesproducten21671230
Bewerkte visproducten12271826
Groente-/fruitproducten17361053
Varkensvlees2489202
Kalfs-/rundvlees2221465
*) Op basis van de goederengroep-indeling voor landbouwproducten uit de Nationale Rekeningen (NR)

Vervolgens is een selectie gemaakt van productgroepen die samenhang hebben met de primaire landbouw in Nederland. In totaal heeft 41 procent van de totale exportwaarde van landbouwproducten een directe samenhang met de primaire Nederlandse landbouw (zie figuur 4.2). Dit betreft 42 miljard euro, ofwel 5,7 procent van de totale exportwaarde van Nederland in 2021 en 9,9 procent van de totale exportwaarde exclusief wederuitvoer.

De overige 59 procent van de export van landbouwgoederen heeft geen of geringe relatie met de Nederlandse landbouwsector. Bijna 34 procent van de Nederlandse landbouwexport betreft wederuitvoer, in totaal gaat het om 35 miljard euro. Daarnaast is een kwart van de Nederlandse landbouwexport gebaseerd op primaire grondstoffen die in het buitenland worden geproduceerd en in Nederland worden verwerkt (26 miljard euro). Deze exportstromen hebben geen of geringe relatie met de Nederlandse landbouwsector en de emissies van de landbouw. Bij de wederuitvoer spelen de Nederlandse groothandel en transportsector een belangrijke rol. De verwerking van primaire grondstoffen uit het buitenland vindt voornamelijk plaats in de voedingsmiddelenindustrie.

4.2 Exportwaarde van landbouwproducten in 2021, onderverdeeld naar NL makelij met primaire productie in Nederland, NL makelij met primaire productie in het buitenland en wederuitvoer
cExportwaarde 2021
NL makelij van eigen bodem42012
NL makelij van buitenlandse bodem26178
Wederuitvoer35031

Figuur 4.3 laat de samenstelling zien van de exportwaarde door primaire landbouwproductie in Nederland naar landbouwproductgroep. Zuivel en sierteelt zijn de belangrijkste exportproducten van de Nederlandse landbouw met een exportwaarde van respectievelijk 9,2 en 8,7 miljard euro.

4.3 Exportwaarde van landbouwproducten van NL makelij en primaire productie in Nederland, 2021
l2NL export 2021 (in miljoen euro)
Aardappelen en -producten2740
Overige akkerbouw 4941
Sierteelt9227
Glasgroenten en -fruit3811
Overige tuinbouw 2133
Zuivel8682
Rund- en kalfsvlees2396
Varkens/vlees2905
Pluimveevlees2079
Eieren422
Overige veehouderij2676

Tot slot geeft figuur 4.4 informatie over het bijhorende gewicht in miljoen kilogram van de export van landbouwproducten met primaire productie in Nederland. In totaal heeft deze export een omvang van 26,4 miljard kilogram in 2021. De grootste fysieke exportstromen zijn afkomstig van producten van de akker- en tuinbouw. Overige producten van de akkerbouw en aardappel/producten hebben de grootste fysieke exportstromen met respectievelijk 6,6 en 4,5 miljard kilogram. Sierteeltproducten, zuivel en vlees hebben een relatief hoge waarde per kilogram.

4.4 Exportvolume van landbouwproducten van NL makelij met primaire productie in Nederland in 2021, naar landbouwproductgroepen
xx (in miljoen kilogram)
Aardappelen en -producten4504
Overige akkerbouw 6597
Sierteelt2983
Glasgroenten en -fruit3491
Overige tuinbouw 1697
Zuivel2849
Rund- en kalfsvlees484
Varkens/vlees1389
Pluimveevlees1202
Eieren272
Overige veehouderij913

24)De Nederlandse agrarische sector in internationaal verband – editie 2023 | Rapport | Rijksoverheid.nl
25)Deze studie gaat uit van cijfers uit de Internationale Handelsstatistiek op basis van de zeer gedetailleerde GN-goederenclassificatie. De GN-hoofdstukken wijken af van de opbouw van de NR-goederengroepen. Ook ontbreken een klein aantal goederengroepen buiten de landbouw en voedingsmiddelenindustrie, zoals katoen, glycerol, en hout.
26)https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/aanvullende-statistische-diensten/2023/herziening-materiaalmonitor-2014-2016-2018-en-update-2020/1-introductie
27)Onder overige voedingsmiddelen vallen bewerkte landbouwproducten als. specerijen, sauzen, bereide maaltijden, en kinder-/dieetvoeding.