4. Conclusie extra uitvraag bijzondere bijstand
Van de 431 aan gemeentelijke eenheden toegestuurde vragenlijsten over de uitgaven aan bijzondere bijstand in 2022 is 74 procent teruggestuurd. Dit komt overeen met een respons van 80 procent voor de 344 Nederlandse gemeenten.
Op basis van deze uitvraag zijn ramingen gemaakt voor de uitgaven aan bijzondere bijstand in 2022. Nederlandse gemeenten hebben hieraan in 2022 in totaal bijna 2 miljard euro (ongeveer 1 970 miljoen) uitgegeven. Dit bedrag is inclusief projectmatige verstrekkingen en betalingen in natura. Het in 2022 uitgegeven bedrag is ongeveer 1,3 miljard euro hoger dan in 2021, toen de gemeenten bijna 647 miljoen euro uitgaven aan bijzondere bijstand. Voor een groot deel is dit hogere bedrag toe te schrijven aan de kosten voor de energietoeslag.
De uitgaven aan bijzondere bijstand in 2022 zijn onderverdeeld in 13 clusters. Voor 12 van de 13 clusters kon voor non-respons worden opgehoogd en een onzekerheidsmarge worden berekend, omdat een geschikt regressiemodel is gevonden voor het ramen van de non-respons. Anders dan in eerdere jaren werd het grootste bedrag uitgegeven aan het cluster voor Directe levensbehoeften (a): ruim 1,4 miljard euro. Daarna werd het meest uitgegeven aan het cluster Financiële transacties (f): ruim 198 miljoen euro. Het cluster f was in voorgaande jaren altijd het cluster waaraan het grootste bedrag werd uitgegeven en het bedrag was in 2022 (ruim 198 miljoen euro) bijna gelijk aan het bedrag in 2021 (bijna 197 miljoen euro).
De verstrekkingen in het kader van de landelijke energietoeslag zijn in de Bijstandsuitkeringenstatistiek (BUS) voor een groot deel onder de bijzondere bijstand geregistreerd. Zoals voorgeschreven, hebben de meeste gemeenten deze kosten ondergebracht onder cluster a, en zo niet, hebben zij hiervoor gecorrigeerd in de enquête. Omdat een groot deel van de energietoeslag is geregistreerd onder de bijzondere bijstand onder cluster a, verklaart dit het grote aandeel van dit cluster in 2022 ten opzichte van 2021.
Kosten in het kader van beschermingsbewind en woninginrichting zijn ook dit jaar als aparte categorie opgenomen in de extra uitvraag. In 2022 hebben gemeenten in totaal bijna 188 miljoen euro uitgegeven aan beschermingsbewind en bijna 48 miljoen euro aan woninginrichting. De meeste gemeentelijke eenheden rekenen de uitgaven in het kader van beschermingsbewind in de BUS onder het cluster Financiële transacties (f). Uitgaven met betrekking tot woninginrichting werden door het overgrote deel van de gemeentelijke eenheden bij het cluster Voorzieningen voor wonen (c) ingedeeld.