Auteur: Lieke Hesen, Aafke Heringa, Mariëtte Goedhuys en Erna van der Wal
Transformaties in de woningvoorraad 2021

Samenvatting

Bij verwerking van de woningtransformaties in het derde kwartaal van 2022 is een onvolledigheid in de verwerking van de registraties ontdekt, dat ook eerder in 2021 en 2022 speelde. Hierdoor is er  sprake van een onderschatting in het eerder gepubliceerde aantal woningtransformaties in 2021 en 2022. Dit is het verouderde, oorspronkelijk gepubliceerde rapport. Het herziene rapport is in maart 2023 gepubliceerd: Transformaties in de woningvoorraad 2021.

In opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) brengt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de woningtransformaties jaarlijks in beeld. Dit rapport en de bijbehorende tabellenset geven inzicht in het aantal woningen die in 2021 aan de woningvoorraad zijn toegevoegd ten gevolge van transformatie. Onder transformatie wordt het hergebruik van bestaande panden verstaan waarbij het gebruik van het pand (deels) wordt omgezet van een niet-woonfunctie naar een woonfunctie. De woningen die ontstaan door transformatie van het pand worden in dit rapport woningtransformaties genoemd.

De woningvoorraad neemt toe door nieuwbouw, woningtransformaties en andere ‘overige toevoegingen’. In 2021 waren er 9.455 woningtransformaties, dat is een lichte daling ten opzichte van 2020. Daarmee komt voor het eerst sinds 2015 het aantal woningtransformaties onder de 10 duizend. Nieuwbouw blijft de belangrijkste reden dat de woningvoorraad toeneemt. Het totaal van nieuwbouw en transformaties komt op 80,7 duizend woningen. Dat is een fractie meer dan in 2020, toen ging het om 80,2 duizend woningen.

Nieuwbouw, woningtransformaties en andere overige toevoegingen
 NieuwbouwWoningtransformatieAndere overige toevoeging
2015483811077019709
2016548491023521074
2017629821023517606
2018665851221015152
2019715481248014731
2020699851021512874
202171221945516908
 

Van de bijna 9,5 duizend woningtransformaties in 2021 is ruim een vijfde (21 procent) gerealiseerd in de provincie Zuid-Holland. In 2020 was deze provincie eveneens koploper, maar nam toen meer dan een kwart van de woningtransformaties voor haar rekening (27%) en in 2019 zelfs meer dan een derde (34%). De provincie Noord-Holland neemt in 2021 een nipte tweede plaats in met een vijfde van de woningtransformaties (20 procent). Dat is een verdubbeling van het aandeel ten opzichte van vorig jaar, toen deze provincie ‘slechts’ 10 procent van de woningtransformaties opleverde. Gelderland staat op een derde plek met 14 procent van alle woningtransformaties. Noord-Holland, Gelderland, Groningen en Drenthe zijn de enige provincies waar het absolute aantal woningtransformaties is toegenomen ten opzichte van een jaar eerder, waarbij moet worden opgemerkt dat de aantallen voor Noord-Holland en Gelderland in 2020 relatief laag waren ten opzichte van eerdere jaren.

De meeste woningtransformaties zijn, evenals in 2020, in voormalige kantoorpanden; na een dip in 2020 neemt het aantal transformaties in dit type panden weer toe. In 2020 was 35 procent van de woningtransformaties in voormalige kantoorpanden, in 2021 is dat toegenomen naar 43 procent, dat is vergelijkbaar met de jaren daarvoor (bijvoorbeeld 46 procent in 2019). Voormalige kantoren en winkels zijn de enige typen panden waar in 2021 meer woningtransformaties hebben plaatsgevonden dan in 2020.

Transformaties waarbij maar een deel van het pand wordt getransformeerd naar woningen noemen we een deeltransformatie. Dat deeltransformaties een belangrijke rol spelen, blijkt uit het feit dat bij meer dan de helft (54 procent) van de pandtransformaties minder dan 50 procent van het pandoppervlak getransformeerd wordt naar woningen. Ten opzichte van vorig jaar wordt vaker maar een klein deel (<25%) van het pand getransformeerd: er is sprake van een lichte toename van 27 procent in 2020 naar 29 procent in 2021. Het aandeel panden dat (bijna) in zijn geheel wordt getransformeerd (75% of meer van het pandoppervlak) is licht afgenomen van 34 naar 32 procent.

Woningtransformaties hebben vaak een klein oppervlak: in 2021 is 70 procent van de woningtransformaties kleiner dan 75 m2. De afgelopen jaren vindt een verschuiving plaats naar grotere oppervlaktes. In 2017 was 46 procent van de transformaties kleiner dan 50 m2, in 2021 is dat nog maar 39 procent; de klasse met een oppervlak van 50 tot 75 m2 groeide in deze periode van 26 procent naar 31 procent. Ook in andere klassen neemt het percentage licht toe; alleen de categorie groter dan of gelijk aan 250 m2 neemt 1 procentpunt af ten opzichte van 2017. De relatief vaak kleine woningen die ontstaan uit transformaties worden vooral bewoond door kleine huishoudens. Ruim 3 op 5 (61 procent) van de huishoudens die wonen in een woningtransformatie zijn eenpersoonshuishoudens, gevolgd door paren zonder kinderen (29 procent). Bijna 81 procent van de woningtransformaties was in 2021 een ‘overige huurwoning’, 11 procent een koopwoning en iets minder dan 6 procent was eigendom van een woningcorporatie.