Auteur: Brenda Bos, Robbert Molenaar, Jochem Zweerink
Samenhang tussen problemen en de kans op voortijdig schoolverlaten

7. Onderzoeksverantwoording

7.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de invulling van begrippen en de gebruikte methode in het onderzoek. In eerste instantie wordt uitgelegd wat precies de populatie ingeschrevenen is (7.2), de kenmerken van deze populatie (7.3) en de aanvullende kenmerken uit CBS-data (7.4). Vervolgens wordt ingegaan op hoe gezinsleden in het onderzoek zijn vastgesteld (7.5) en uitgelegd hoe zij aan de hand van een aantal indicatoren meegerekend worden voor het bepalen van problematiek bij de jongeren. In paragraaf 7.6 wordt ieder probleem omschreven aan de hand van de indicatoren die daaraan ten grondslag liggen en wordt er aangegeven voor welk gezinslid het probleem is gemeten. Paragraaf 7.7 behandeld de binnen dit onderzoek gebruikte methode. In paragraaf 7.8 worden de aandachtspunten bij de cijfers besproken. Bij de afsluiting van dit hoofdstuk wordt er een bronverwijzing (7.9) weergeven. Alle gebruikte bestanden waren al bij het CBS aanwezig afgezien van het populatiebestand van DUO.

7.2 Startpopulatie en voortijdig schoolverlaters

Voor onze startpopulaties ingeschrevenen in het onderwijs en voortijdige schoolverlaters zijn de definities van DUO gebruikt. Het bestand van DUO bestaat uit ingeschrevenen in het voortgezet onderwijs (vo), het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) jonger dan 23 jaar op 1 oktober van het schooljaar 2017/’18 ongeacht of zij al een startkwalificatie hebben gehaald. Vo-leerlingen die zijn uitbesteed aan vavo vallen onder vo. Het gaat hier alleen om ingeschrevenen in het bekostigd onderwijs, inclusief niet bekostigde inschrijvingen en examendeelnemers in het mbo. De ingeschrevenen moeten volgens Basisregister Onderwijs (BRON) woonachtig zijn in Nederland op 1 oktober van het schooljaar en één jaar later. Alle nieuwkomers die korter dan een jaar in Nederland zijn zitten niet in het bestand. Ingeschrevenen in vso, pro en niet-bekostigde internationale scholen of instellingen op 1 oktober van het schooljaar zijn niet opgenomen in het bestand van DUO. Tevens zijn leerlingen die één jaar na 1 oktober van het schooljaar een vrijstelling van de leerplichtwet hebben niet opgenomen. 
DUO rekent alle ingeschreven op 1 oktober van het schooljaar die één jaar later niet in het onderwijs zitten en geen startkwalificatie hebben als vsv'er. Zowel diploma's op ten minste havo-, vwo- of mbo 2-niveau bij bekostigde als niet-bekostigde instellingen worden als startkwalificatie gerekend. 

Doorstromers naar niet-bekostigd onderwijs worden niet als vsv'ers gezien. Ook worden personen die een opleiding bij politie of defensie gaan volgen, personen die voor 31 december van het schooljaar alsnog een startkwalificatie halen en personen met een mbo entree-diploma die een baan van 12 uur of meer hebben niet als vsv'er gezien.

In dit onderzoek hanteren wij tevens deze nadere afbakeningen:

  • Alleen inschrijvingen aan het voortgezet onderwijs (vo) en middelbaar beroepsonderwijs (mbo) worden meegeteld. Alleen de inschrijvingen aan het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (vavo) die door het vo worden bekostigd worden meegeteld;
  • Ingeschreven moeten op 1 januari 2017 in de Basisregistratie Personen (BRP) als ingezetenen staan;
  • Ingeschreven mogen geen startkwalificatie hebben op 1 oktober van het schooljaar 2017/’18.

De populatie is volledig bepaald met het bestand van DUO, behalve de afbakening aangaande het wel/niet ingezeten zijn op 1 januari. Dat laatste is gedaan met het BRP. Door nadere afbakening wordt de startpopulatie dus kleiner waardoor het aandeel voortijdige schoolverlaters hoger of lager kan worden.

7.3 Onderwijskenmerken en persoonskenmerken DUO

Voor de populaties en onderwijskenmerken hebben wij gebruik gemaakt van een bestand aangeleverd door DUO. Hier zaten de volgende variabelen en waarden in:

VSV3CAT
VSV, DOOR IN ONDERWIJS OF UIT ONDERWIJS MET STARTKWALIFICATIE
1 Voortijdig schoolverlater (vsv)
2 Niet vsv: door in onderwijs
3 Niet vsv: uit onderwijs met startkwal.

BESTEMT1
1 doorstroom naar so
2 doorstroom naar vo
3 doorstroom naar mbo
4 doorstroom naar ve
5 doorstroom naar ho
6 doorstroom naar overig onderwijs
7 schoolverlater met sk
8 vsv met vmbo dipl
9 vsv met mbo1 dipl
10 vsv zonder diploma

Een persoon kan een waarde hebben op ELEMENTT0 én CREBOT0 als de persoon in vo/vavo en mbo is ingeschreven op 1 oktober 2017.

ELEMENTT0
Element-code vd inschr. in vo of vavo op 1 okt T=0 waarmee kenmerken zijn bepaald 
XXXX (geldige element-code)
9999 Nvt, want geen vo en geen vavo

CREBOT0
Crebo-code vd inschrijving in mbo op 1 okt T=0 waarmee kenmerken zijn bepaald
XXXXX (geldige Crebo-code)
99999 Nvt, want geen mbo

ONDERWIJSSECTOR
Sector waar persoon is ingedeeld
1 mbo
2 vavo (exclusief vavo bekostigd door vo)
3 vo (inclusief vavo bekostigd door vo)

Voor de variabelen VOVAVOONDSOORT tot en met MBOSECTOR geldt dat een persoon daarop alleen een waarde heeft als de persoon bij de betreffende onderwijssoort is ingedeeld. Als we frequenties uitdraaien van deze variabelen komen we precies uit op de aantallen die zijn gepubliceerd door DUO.

VOVAVOONDSOORT
1 Algemene leerjaren/brugklassen
2 Vmbo 
3 Havo 
4 Vwo
5 Vavo-vmbo
6 Vavo-havo
7 Vavo-vwo
9 nvt, mbo

VOLEERJAAR
1 Leerjaar 1
2 Leerjaar 2
3 Leerjaar 3
4 Leerjaar 4
5 Leerjaar 5
6 Leerjaar 6
9 nvt, mbo of vavo

MBOLEERWEG
1 BOL (voltijd en deeltijd)
2 BBL
3 Extranei
9 nvt, vo of vavo

MBONIVEAU
1 Entree
2 Niveau 2
3 Niveau 3
4 Niveau 4
9 nvt, vo of vavo

MBOSECTOR
1 Landbouw
2 Economie
3 Techniek
4 Zorg en welzijn
5 Combinatie van sectoren 
9 nvt, vo of vavo

STARTKWALT0
Heeft een startkwalificatie gehaald vóór 1 okt T=0
0 Geen startkwalificatie of diploma niet in register (o.a. buitenland of niet bekostigd)
1 Ja, heeft startkwalificatie

MBO1DIPWERK12T1
Heeft op 1 okt T=1 max een mbo-1 diploma en heeft werk op T=1 voor 12 uur of meer (en is daarom niet als VSV maar als uitstroom met sk gerekend)
0 Nee
1 Ja

EINDDATUM
Datum van uitschrijving uit het onderwijs
JJJJMMDD Datum na 1 oktober T=0
99999999 Nog ingeschreven op T=1
00000000 Onbekend

LEEFTIJDT1
Leeftijd op 1 oktober t=1 (afgerond in jaren naar beneden)
Xx Geldige leeftijd
99 onbekend

GESLACHT
M Man
V Vrouw
O onbekend

MIGRATIE
Migratieachtergrond
1 Nederlandse achtergrond
2 Westerse migratieachtergrond
3 Niet-westerse migratieachtergrond
9 onbekend

GENERATIE
Generatie als migratieachtergrond
1 Eerste generatie
2 Tweede generatie
8 onbekend
9 Nvt, Nederlandse achtergrond

7.4 Aanvullende kenmerken op basis van CBS-data

Naast de onderwijskenmerken en persoonskenmerken die door DUO zijn geleverd hebben we op basis van CBS-data een aantal variabelen toegevoegd die in dit onderzoek als controlevariabelen in de analyses zijn gebruikt.

Hoger_opgeleid_ouders
Vader en/of moeder heeft minimaal een hbo-bachelor diploma. Afkomstig uit het opleidingsniveaubestand voor iedereen die een geregistreerd (DUO/UWV) hbo diploma (of hoger) heeft behaald of waarvan dit bekend is uit de Enquête Beroepsbevolking (EBB). Het opleidingsniveau is niet voor iedereen bekend. Echter is de registratie van de hoogopgeleiden in onze populatie redelijk volledig.
0 Zowel vader als moeder is niet hoogopgeleid
1 Vader en/of moeder is hoogopgeleid

Huishouden
Woonsituatie van de jongere op basis van informatie uit de GBA/BRP op 1 januari 2017.
1 Woont met beide juridische ouders
2 Woont met 1 juridische ouder
3 Woont niet met juridische ouders

GestandHHInkomen10
10% groepen gestandaardiseerd inkomen particuliere huishoudens exclusief studentenhuishoudens in 2017. Bepaald op basis van de inkomensstatistiek voor geregistreerde huishoudens.
01 1e 10%-groep gestandaardiseerd inkomen (laagste inkomensgroep)
02 2e 10%-groep gestandaardiseerd inkomen
03 3e 10%-groep gestandaardiseerd inkomen
04 4e 10%-groep gestandaardiseerd inkomen
05 5e 10%-groep gestandaardiseerd inkomen
06 6e 10%-groep gestandaardiseerd inkomen
07 7e 10%-groep gestandaardiseerd inkomen
08 8e 10%-groep gestandaardiseerd inkomen
09 9e 10%-groep gestandaardiseerd inkomen
10 10e 10%-groep gestandaardiseerd inkomen (hoogste inkomensgroep)
99 Gestandaardiseerd inkomen onbekend of studentenhuishouden

MaOnbekend 
Is de moeder bekend in de meest recente versie van GBA/BRP?
0 Moeder bekend in GBA/BRP
1 Moeder niet bekend in GBA/BRP

PaOnbekend
Is de vader bekend in de meest recente versie van GBA/BRP?
0 Vader bekend in GBA/BRP
1 Vader niet bekend in GBA/BRP

7.5 Juridische ouders van de jongere

Naast de jongeren wordt bij de aanwezige juridische ouders gekeken of er problemen zijn opgetreden in 2017.

Ouders en huishouden
Voor het bepalen van de juridische ouders hebben wij een aantal bestanden gebruikt die door onze afdeling demografie met de BRP zijn samengesteld voor de CBS-database. Deze bestanden noemen wij het kindouderbestand en het huishoudensbestand. Het kindouderbestand bevat voor elke persoon, voor zover bekend, de gepseudonimiseerde identificatienummers van de ouders. In het huishoudensbestand bevindt zich, naast een begin- en een einddatum, voor elk persoon een huishoudnummer waarmee de gebruiker van het bestand personen in huishoudens kan groeperen.

N.B. Er is door de tijd een lichte afname van bekende juridische ouders. Deze algemene trend is bekend bij onze afdeling demografie. Er zijn bijvoorbeeld steeds meer moeders die al vanaf de geboorte van het kind zonder actieve vader leven. In de modellen gebruiken we het wel of niet bekend zijn van de vader/moeder als controlevariabele.

7.6 Problemen

In deze paragraaf wordt uitgelegd wat de definitie is van de problemen in dit onderzoek. In andere woorden: hoe hebben wij de problemen gemeten? Aan elk probleem liggen één of meerdere indicatoren ten grondslag. In onderstaande schema’s staat per probleem aangegeven welke indicatoren dit zijn en bij wie (jongere en/of ouder) deze worden gemeten. Onder elk schema staat vervolgens uitgelegd hoe deze indicatoren zijn geoperationaliseerd en welke bronbestanden daar ten grondslag aan liggen. Alle problemen zijn gemeten in het jaar 2017. 

7.6.1 Gemeten problemen voor jongeren, juridische moeder en juridische vader
ProbleemJongereJuridische moederJuridische vader
Ernstige gezondheidsproblemenX
Psychosociale problemenXXX
VerslavingX
CriminaliteitXX
OpvoedingsproblemenX
Slachtoffer van geweld of zedenmisdrijfX
Problematische schuldenXX
Vaak verhuizen/dakloosX
Ouders gescheidenX

De problemen kunnen worden ingedeeld in de thema’s gezondheid en opvoeding (paragraaf 7.6.1), criminaliteit en slachtofferschap (paragraaf 7.6.2), financiële situatie (paragraaf 7.6.3) en demografie (paragraaf 7.6.4).

7.6.1 Gezondheid en opvoeding

7.6.1.1 Gemeten indicatoren gezondheid en opvoeding
Gemeten bij
IndicatorJongereOuder
Opvoedingsproblemen
JeugdbeschermingX
Psychische/psychiatrische problemen of verstandelijke beperking
Jeugdzorg/-hulp zonder en met verblijfX
Ggz-zorgkosten ZvwXX
Medicijngebruik voor psychische problemenXX
Indicatie WLZ-zorg met grondslag psychiatrische aandoening of verstandelijke handicapX
Beschermd wonen met grondslag psychischXX
Ernstige gezondheidsproblemen (excl. fysieke beperkingen)
Hoge ziekenhuiskosten ZvwX
Medicijngebruik uit 4 ATC- hoofdgroepenX
Indicatie AWBZ/WLZ-zorg met grondslag somatischX
Verslaving
Gebruik medicatie i.v.m. verslaving X

Jeugdbescherming
Iedereen die binnen de registratie van Jeugdbescherming onder ondertoezichtstelling (OTS) of voogdij valt wordt meegenomen.

Jeugdzorg/-hulp zonder en met verblijf
Het gaat om personen met de volgende trajecten voor jeugdhulp, die door aanbieders van jeugdhulp aan het CBS geleverd zijn, in het kader van de Beleidsinformatie Jeugd. Het betreft hulp of zorg verleend in het kader van de Jeugdwet, uitgezonderd jeugdbescherming en jeugdreclassering en gaat om de volgende vormen: zonder verblijf uitgevoerd door het wijk- of buurtteam, ambulante jeugdhulp op locatie v/d aanbieder, daghulp op locatie van de aanbieder, jeugdhulp in het netwerk van de jeugdige, met verblijf, pleegzorg, gezinsgericht en gesloten plaatsing. Hiervoor is gebruik gemaakt van de volgende bestanden: de registratie van de Provinciale jeugdzorg, de registratie van JeugdzorgPlus en de registratie van jeugdhulp in het kader van de Beleidsinformatie Jeugd.

Ggz-zorgkosten Zvw
Dit zijn alle personen met kosten basis-GGZ-zorg of kosten specialistische GGZ-zorg in verslagjaar. Het gaat om de jaarlijkse kosten van zorg die verzekerd is via de basisverzekering (wettelijk verplicht via de Zorgverzekeringswet (Zvw) voor vrijwel alle Nederlandse ingezetenen); de kosten die daadwerkelijk vergoed zijn door de zorgverzekeraars, incl. de kosten die vanwege het eigen risico uiteindelijk door de verzekerden zelf zijn betaald maar excl. eigen betalingen. Hiervoor maken wij gebruik van het bestand met de Zvw-zorgkosten afkomstig van Vektis.

Medicijngebruik voor psychische problemen
Iedereen die in het verslagjaar medicijnen heeft gebruikt met (een van de) volgende ATC4-codes: N05A Antipsychotica (ook bipolair), N05B Anxiolytica, N05C Hypnotica en sedativa (slaapstoornissen en kalmerend), N06A Antidepressiva en N06B ADHD-middelen. Hiervoor maken wij gebruik van het medicijnenbestand afkomstig van Zorginstituut Nederland Dit bestand bevat geneesmiddelenverstrekkingen vergoed door de basisverzekering, excl. verstrekkingen door ziekenhuizen en verpleeghuizen (AWBZ), incl. verstrekkingen door poliklinische ziekenhuisapotheken en verstrekkingen aan personen in verzorgingshuizen.

Indicatie WLZ-zorg met grondslag psychiatrische aandoening of verstandelijke handicap
Alle personen met een door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) afgegeven indicatie voor WLZ (vanaf 2015) met als dominante of secundaire grondslag een psychiatrische aandoening of verstandelijke handicap in het verslagjaar. Hiervoor maken wij gebruik van het bestand met indicaties voor AWBZ/WLZ-zorg afkomstig van CIZ.

Beschermd wonen met grondslag psychisch
Alle personen met gebruik van eigen bijdrage-plichtige Wmo maatwerkvoorzieningen voor beschermd wonen. Hiervoor hebben wij gebruik gemaakt van een bestand afkomstig van het CAK over bijdrage-plichtige Wmo en een bestand met gegevens over maatwerkarrangementen verleend in het kader van de Wmo afkomstig van de gemeentelijke monitor sociaal domein.

Hoge ziekenhuiskosten Zvw
Voor het bepalen van hoge kosten hebben wij jaarlijks de personen met de top 5 procent hoogste ziekenhuiskosten van Nederland genomen voor de leeftijdsgroep 12-23 jaar en bekeken wie van onze populatie daartoe behoort. De top 5 procent komt ongeveer neer op personen met ziekenhuiskosten van meer dan 1500 euro per jaar. Het gaat om de jaarlijkse kosten van ziekenhuiszorg die verzekerd is via de basisverzekering (wettelijk verplicht via de Zorgverzekeringswet (Zvw) voor vrijwel alle Nederlandse ingezetenen); de kosten die daadwerkelijk vergoed zijn door de zorgverzekeraars, incl. de kosten die vanwege het eigen risico uiteindelijk door de verzekerden zelf zijn betaald maar excl. eigen betalingen. Hiervoor maken wij gebruik van het bestand met de Zvw-zorgkosten afkomstig van Vektis.

Medicijngebruik uit 4 hoofdgroepen
Alle personen die in het verslagjaar medicijnen hebben gebruik in tenminste 4 hoofdgroepen van de ATC-code. De hoofdgroepen zijn: A Maagdarmkanaal en metabolisme, B Bloed en bloedvormende organen, C Hartvaatstelsel, D Dermatologica, G Urogenitale stelsel en geslachtshorm, H System. horm.prep. excl geslachtshorm., J Antimicrob. middelen v. system. gebr., L Oncolytica en immunomodulantia, M Skeletspierstelsel, N Zenuwstelsel, P Antiparasitica, insecticiden en., R Ademhalingsstelsel, S Zintuiglijke organen. De medicijnen voor psychische/psychiatrische problemen en voor verslaving worden hier weggelaten (worden al meegenomen bij een ander probleem). Hiervoor maken wij gebruik van het medicijnenbestand afkomstig van Zorginstituut Nederland Dit bestand bevat geneesmiddelenverstrekkingen vergoed door de basisverzekering, excl. verstrekkingen door ziekenhuizen en verpleeghuizen (AWBZ), incl. verstrekkingen door poliklinische ziekenhuisapotheken en verstrekkingen aan personen in verzorgingshuizen.

Indicatie AWBZ/WLZ-zorg met grondslag somatisch
Betreft alle personen met een indicatie met als dominante of secundaire grondslag een somatische aandoening. Dit zijn alle geldige indicaties die door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) zijn afgegeven voor WLZ gefinancierde zorg. Hiervoor maken wij gebruik van het bestand met indicaties voor AWBZ/WLZ-zorg afkomstig van CIZ.

Gebruik medicatie i.v.m. verslaving
Iedereen die in het verslagjaar medicijnen heeft gebruikt met ATC4-code N07B (Middelen bij verslavingen) wordt meegenomen. Geneesmiddelenverstrekkingen vergoed door de basisverzekering, excl. verstrekkingen door ziekenhuizen en verpleeghuizen (AWBZ), incl. verstrekkingen door poliklinische ziekenhuisapotheken en verstrekkingen aan personen in verzorgingshuizen. Hiervoor maken wij gebruik van het medicijnenbestand afkomstig van Zorginstituut Nederland. Dit bestand bevat geneesmiddelenverstrekkingen vergoed door de basisverzekering, excl. verstrekkingen door ziekenhuizen en verpleeghuizen (AWBZ), incl. verstrekkingen door poliklinische ziekenhuisapotheken en verstrekkingen aan personen in verzorgingshuizen.

7.6.2 Criminaliteit en slachtofferschap

7.6.2.1 Gemeten indicatoren recht en veiligheid
Gemeten bij
IndicatorJongereOuder
Criminaliteit
Verdachte van een misdrijfXX
Instroom bij openbaar ministerie (OM)XX
Uitspraak door OMXX
Uitspraak door rechterXX
GedetineerdXX
Jeugdreclassering ontvangenX
Slachtoffer van geweld of zedenmisdrijf
Geregistreerd slachtoffer van een misdrijfX
Cliënt van Slachtofferhulp NederlandX

Verdachte van een misdrijf
Verdachten (redelijk vermoeden van schuld) van geregistreerde misdrijven die in een bepaald jaar voorkomen in het registratiesysteem BVI van de Nationale Politie. Er wordt geen onderscheid gemaakt naar type misdrijf. Hiervoor gebruiken wij het bronbestand met verdachten van de Politie.

Instroom bij openbaar ministerie (OM)
Verdachten van alle rechtbankstrafzaken die in het verslagjaar zijn ingeschreven bij het OM. Een ingeschreven (rechtbank)strafzaak is een bij het parket ingeschreven dossier met het proces-verbaal van aangifte ten aanzien van één verdachte. Als er meer verdachten in een proces-verbaal voorkomen wordt voor iedere verdachte een strafzaak ingeschreven. Er wordt geen onderscheid gemaakt naar type misdrijf. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van het bestand aangaande de instroom bij het openbare ministerie.

Uitspraak door OM
Verdachten van alle rechtbankstrafzaken met ten minste één primair rechtbankfeit waarvan de datum van een beslissing in het betreffende jaar ligt. Er wordt geen onderscheid gemaakt naar type misdrijf. Alle zaken worden meegenomen ongeacht of er is geseponeerd, gestraft of doorgestuurd naar de rechter. Hierbij is gebruik gemaakt van het bestand aangaande de uitspraak van het openbare ministerie.

Uitspraak door rechter
Verdachten van alle rechtbankstrafzaken die in het verslagjaar zijn afgedaan door de rechter in eerste aanleg. Zaken waarin de rechter besluit om de zaak naar een ander forum te verwijzen of de dagvaarding nietig te verklaren, worden niet meegenomen. Er wordt geen onderscheid gemaakt naar type misdrijf. Alle zaken worden meegenomen, ongeacht of de uitspraak vrijspraak of een veroordeling was. Hiervoor is gebruik gemaakt van het bestand uitspraak van rechters.

Gedetineerd
Alle personen die in een bepaald jaar strafrechtelijk gedetineerd zijn geweest volgens de registratie van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Er wordt geen onderscheid gemaakt naar type misdrijf. 

Jeugdreclassering ontvangen
Personen aan wie gedurende (een deel van) de verslagperioden een jeugdreclasseringstraject van de gemeente heeft ontvangen. Bronbestanden zijn die van de provinciale jeugdzorg en jeugdreclassering.

Geregistreerd slachtoffer van een misdrijf
Alle personen die slachtoffer zijn geworden van een misdrijf dat in het betreffende jaar is gepleegd en dat op enig moment bij de politie is gemeld. Alle personen in het bestand meenemen die geregistreerd slachtoffer zijn van een gewelds- of seksueel misdrijf. De hoofdgroepen zijn: vermogensmisdrijven, vernielingen en misdrijven tegen openbare orde en gezag, gewelds- en seksuele misdrijven, overige misdrijven Wetboek van Strafrecht, Verkeersmisdrijven. Dit komt uit politieregisters.

Cliënt van Slachtofferhulp Nederland
Alle personen die in een bepaald jaar slachtofferhulp aangeboden hebben gekregen door Slachtofferhulp Nederland. De aangeboden hulp kan variëren tot een telefoongesprek tot een hulptraject. De hulp kan al dan niet aanvaard zijn. Selectie van slachtoffers (geen getuigen of betrokkenen) van een gewelds- of seksueel misdrijf. Het bronbestand is van Slachtofferhulp Nederland.

7.6.3 Financiële situatie

7.6.3.1 Gemeten indicatoren financiële situatie
Gemeten bij
IndicatorJongereOuder
Problematische schulden
WanbetalerZVWXX
WSNPXX

Wanbetaler ZVW
Personen die op 31 december van het betreffende jaar bij CAK geregistreerd staan als wanbetaler: personen die minimaal 6 maanden geen premie voor hun basisverzekering betaald hebben, op peildatum in de Basisregistratie personen (BRP) staan ingeschreven, aangemeld zijn bij het CAK, in het bestuursrechtelijke premieregime zitten. Personen waarbij er sprake is van een stabilisatie-overeenkomst of die in een goed-betaler-regeling zitten behoren niet tot de populatie. Het bronbestand is de registratie ‘wanbetalers zorgverzekeringswet’ van het CAK.

In WSNP traject
Alle natuurlijke personen die in een bepaald jaar in een schuldsanering zitten of hebben gezeten. Op grond van de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp) krijgen natuurlijke personen die in ernstige betalingsmoeilijkheden verkeren een saneringsregeling. Bronbestand hiervoor is het bestand Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen.

7.6.4 Demografie

7.6.4.1 Gemeten indicatoren demografie
Gemeten bij
IndicatorJongereOuder
Vaak verhuizen/dakloos
Vaak verhuizenX
Ontvangt bijstand voor adreslozenX
Verblijft in gemeente met onbekend adresX
Juridische ouders uit elkaar
Ouders gescheidenX

Vaak verhuizen
Wij zijn uit gegaan van drie keer of meer verhuizen. We tellen verhuizingen van de jongere, niet van het huishouden. Een jongere kan in één jaar eerst verhuizen met de ouders en daarna uit huis gaan of in verband met koop van nieuw huis tijdelijk in een huurwoning wonen; daarom beschouwen we het in principe pas als vaak als er drie keer of vaker is verhuisd. Het bronbestand hiervoor is het BRP.

Ontvangt bijstand voor adreslozen
Personen aan wie in het verslagjaar een of meerdere bijstandsuitkeringen en/of andere inkomens vervangende uitkeringen zijn gedaan als bedoeld in artikel 1 van de Wet BRP (Bijstandsbesluit adreslozen). Het bronbestand hiervoor is het bestand met bijstandsgegevens.

Verblijft in gemeente met onbekend adres (puntadres)
Dit betekent dat de persoon wel in de gemeente verblijft maar dat het adres onbekend is. Alle personen die (op enig moment in het jaar of het hele jaar) met een puntadres in het bestand staan nemen we mee. Het bronbestand hiervoor is het BRP.

Juridische ouders gescheiden/uit elkaar in meetperiode
Betreft aan elkaar gekoppelde personen die (ooit) gedurende een aaneengesloten periode op één adres een samenwonend paar hebben gevormd. Van deze samenwonende paren is de aanvangsdatum, de reden voor de start van de samenwoonperiode, de eventuele einddatum en de reden van het einde van de samenwoonperiode opgenomen. Van de juridische ouders wordt bepaald of zij in het bestand zitten met: einddatum van samenwonen in het verslagjaar én als reden van uit elkaar gaan niet het overlijden van (een van) de ouders(s) en niet emigratie van beide ouders tegelijkertijd. Het bronbestand hiervoor is het BRP.

7.7 Regressieanalyses 

In dit onderzoek zijn logistische regressieanalyses uitgevoerd om de samenhang tussen enerzijds problemen en kenmerken van de jongere zelf en hun juridische ouders (de onafhankelijke variabelen) en anderzijds de kans op vroegtijdig schoolverlaten in het jaar na het schooljaar 2017/’18 (de afhankelijke variabele) te onderzoeken. Met een regressieanalyse kan alleen de samenhang tussen variabelen worden onderzocht; er kan niet mee worden aangetoond of er sprake is van een causaal verband, of - anders gezegd - van een invloed of effect van het ene kenmerk op het andere. Voor de leesbaarheid wordt in dit rapport soms wel van een effect gesproken. 

Bij logistische regressieanalyse wordt de kansverhouding (odds) op een gebeurtenis voorspeld op basis van één of meer onafhankelijke variabelen. De kansverhouding wil zeggen: de kans op een gebeurtenis in verhouding tot de kans dat die gebeurtenis niet plaatsvindt. Bijvoorbeeld: een kans op vsv van 40 procent betekent een kansverhouding voor vsv van 0,67 (40 procent / 60 procent). 

De sterkte en richting van de verbanden tussen de problemen en kenmerken enerzijds en de kans op vsv anderzijds wordt weergegeven met odds ratio’s en bijbehorende significantieniveaus. Een odds ratio is een relatieve kansverhouding. Het is de kansverhouding voor vsv van een bepaalde groep gedeeld door de betreffende kansverhouding van de referentiegroep. Een odds ratio onder de 1 betekent dat de kans op vsv van de betreffende groep kleiner is dan de kans van de referentiegroep. Een waarde boven de 1 duidt er juist op dat de kans op vsv groter is dan deze kans van referentiegroep. Bijvoorbeeld: een odds ratio van 1,5 voor jongeren met een westerse achtergrond (fictief voorbeeld) betekent dat de kansverhouding op vsv van jongeren met een westerse achtergrond anderhalf keer zo groot is dan de kansverhouding op vsv van jongeren met een Nederlandse achtergrond. 

Odds ratio’s zijn schattingen. Dat betekent dat er een kans is dat de gevonden odds ratio’s geen werkelijke verschillen tussen groepen weergeven, maar op toeval berusten. Als deze kans kleiner is dan een bepaalde grenswaarde, wordt gesproken van een statistisch significant resultaat. In dit onderzoek wordt gesproken van een significant resultaat als de kans op toeval kleiner is dan 5 procent (p < 0,05 aangeduid met één hekje # ). In de tabellen wordt het daarnaast aangeven als de kans kleiner is dan 1 procent (p < 0,01 aangeduid met twee hekjes ##). In de tabellen en figuren worden ook de 95%-betrouwbaarheidsintervallen van de geschatte odds ratio’s weergegeven. Een betrouwbaarheidsinterval is het interval waarbinnen de gevonden waarde met een bepaalde mate van zekerheid ligt (in dit onderzoek met 95 procent zekerheid). Als het betrouwbaarheidsinterval de waarde 1 bevat, is de gevonden waarde niet significant (in dit onderzoek p ≥ 0,05). 

Naast de odds ratio’s en bijbehorende significanties van de verklarende variabelen, is voor elk logistisch model de Nagelkerke R² weergegeven. Deze waarde geeft een indicatie van de hoe goed het model erin slaagt voortijdig schoolverlaten te voorspellen met de meegenomen onafhankelijke variabelen. Het bereik van Nagelkerke R² loopt van 0 (pure gok) tot 1 (perfecte voorspelling). 

Als in een regressieanalyse meerdere onafhankelijke variabelen zijn opgenomen, wordt de invloed van elk van de afzonderlijke onafhankelijke variabelen geschat, gecorrigeerd voor de invloed van de andere variabelen die in de analyse zijn meegenomen. Je houdt dan per onafhankelijke variabele zijn ‘pure’ effect over. Anders gezegd, het effect dat door die variabele optreedt, gegeven dat de andere variabelen constant worden gehouden (ook wel ceteris paribus genoemd). 
Per (deel)populatie (vo, mbo niveau 2-4, mbo entreeopleiding) is een model geschat. De set van problemen en kenmerken die als onafhankelijke variabelen in het model is meegenomen varieert per deelpopulatie. Sommige problemen komen in de ene populatie veel voor en zijn hierdoor relevant genoeg om in het model op te nemen, maar komen bijna niet voor in een andere populatie. Problematische schulden bij de jongere zelf is hier een voorbeeld van. Dit type probleem komt nauwelijks voor op het vo, maar is wel van belang op het mbo. Problematische schulden is daarom niet meegenomen in het model voor vo, maar wel in de modellen voor de diverse mbo populaties.  

7.8 Aandachtspunten bij de cijfers

In dit onderzoek is gebruik gemaakt van integrale gegevens. Om onthulling van gevoelige informatie over individuele personen te voorkomen en om schijnnauwkeurigheid tegen te gaan, zijn de cijfers in dit rapport en de tabellen afgerond op tientallen. Het kan hierdoor voorkomen dat afzonderlijke aantallen niet optellen tot het totaal. Percentages worden afgerond op één decimaal. Percentages gebaseerd op minder dan 10 personen (in de teller), zijn vervangen door een punt.

7.9 Bronbestanden

7.9.1 Algemeen

Basisregister Onderwijs (BRON)
Algemene beschrijving: De Basisregister Onderwijs (BRON) heeft tot doel het verschaffen van gegevens over het gebruik van het onderwijs, om daarmee een goede verdeling van de bekostiging van het onderwijs te kunnen maken. De BRON bevat gegevens over alle inschrijvingen en diploma’s in het primair basisonderwijs (po), voortgezet onderwijs (vo), het middelbaar beroepsonderwijs (mbo), volwasseneneducatie (ve) en - vanaf schooljaar 2014/'15 - ook het hoger onderwijs (ho). Zowel het regulier als het speciaal onderwijs zijn in de BRON opgenomen. Het bestand bevat voorlopig nog uitsluitend het onderwijs dat wordt bekostigd door het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en het ministerie van Economische Zaken (EZ). De gegevens uit de BRON leveren informatie op over bijvoorbeeld het aantal leerlingen dat is ingeschreven in de verschillende onderwijssoorten, het niveau, de opleidingsrichting en voortijdig schoolverlaters.

Leverancier: De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) beheert de BRON. Iedere school heeft een eigen leerlingenadministratiesysteem (LAS), waarin alle leerlinggegevens nauwkeurig worden bijgehouden. Deze gegevens worden vervolgens in BRON gezet.

Integraal of steekproef: Integraal.

Periodiciteit: Het bestand komt jaarlijks (per studiejaar) beschikbaar.

Bijzonderheden: Geen.

Basisregistratie Personen (BRP)
Algemene beschrijving: De Basisregistratie Personen (BRP) is de digitale bevolkingsregistratie van Nederland, en (sinds 2014) de opvolger van de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA). De BRP bevat gegevens over ingezetenen en niet-ingezetenen. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor het bijhouden van de gegevens over ingezetenen. Gegevens over niet-ingezetenen worden bijgehouden door het ministerie van BZK. Elke persoon die naar verwachting ten minste vier maanden rechtmatig in Nederland verblijft, moet ingeschreven worden als ingezetene. Wanneer iemand niet aan deze voorwaarden voldoet maar wel een relatie heeft met de Nederlandse overheid, wordt de persoon ingeschreven als niet-ingezetene. Te denken valt aan mensen die buiten Nederland wonen en hier werken, studeren, onroerend goed bezitten, vanuit Nederland een uitkering genieten, enzovoorts. Ook ingezetenen die naar verwachting ten minste acht maanden buiten Nederland verblijven, worden niet-ingezetene. In de BRP zijn van iedere ingeschrevene gegevens als Burgerservicenummer (BSN), geboortedatum, geslacht, geboorteland en woonplaats geregistreerd, van ingezetenen bovendien gegevens over de ouders, partners en kinderen. Voor ingezetenen wordt een adres in Nederland geregistreerd, voor niet-ingezetenen een adres buiten Nederland. Voor meer informatie over de BRP wordt verwezen naar de website van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens http://www.rvig.nl/brp.

Leverancier: Gemeenten.

Integraal of steekproef: Integraal.

Periodiciteit: Gegevens worden doorlopend geactualiseerd.

Bijzonderheden: In dit onderzoek worden alleen de gegevens gebruikt van personen die als ingezetene in de BRP ingeschreven staan of ooit ingeschreven hebben gestaan.

Inkomen van huishoudens
Algemene beschrijving: De Inkomensstatistiek maakt gebruik van gegevens die ontleend zijn aan administraties, waarvan de belangrijkste dataleverancier de Belastingdienst is. Deze verstrekt van iedere persoon voor zover voorkomend in het fiscaal basisregister: een beperkt aantal demografische gegevens, basisgegevens van de loonbelastingkaarten die door inhoudingsplichtigen naar de Belastingdienst gestuurd zijn, basisgegevens voor de heffing van de inkomstenbelasting, gegevens van de Dienst Toeslagen (vanaf 2006) en gegevens over ontvangen rente en dividend.

Daarnaast worden gegevens verzameld uit de registraties van de studiefinanciering van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Het betreft de Tegemoetkoming studiekosten voor personen jonger dan 18 jaar en de Wet Studiefinanciering.

Verder wordt gebruik gemaakt van demografische gegevens over de huishoudenssamenstelling van de bevolking, gegevens van de Polisadministratie en gegevens over inschrijvingen in het onderwijs. Huishoudens behorende tot de bevolking van Nederland op 1 januari van het verslagjaar (feitelijk 31 december van het jaar voorafgaand aan het verslagjaar).

Leverancier: Belastingdienst en DUO.

Integraal of steekproef: Integraal.

Periodiciteit: Het bestand komt jaarlijks beschikbaar.

Bijzonderheden: Van niet alle huishoudens is het inkomen waargenomen.

Opleidingsniveaubestand
Algemene beschrijving: Het bestand Opleidingsniveaubestand vertegenwoordigt het hoogst behaalde en hoogst gevolgde opleidingsniveau van de Nederlandse bevolking op peilmoment (1 oktober van jaar JJJJ). Het bestand is gebaseerd op gegevens uit diverse registers en de Enquête Beroepsbevolking (EBB). Door het gebruik van meerdere (jaargangen van) bronnen heeft HOOGSTEOPLJJJJTABVV een zeer hoge dekkingsgraad (2018: ruim 11,5 miljoen personen) die bovendien jaarlijks toeneemt. Alhoewel de dekkingsgraad hoog is, vertegenwoordigt het bestand niet de gehele doelpopulatie. De informatie is voor een deel van de bevolking integraal en voor de overige personen op steekproefbasis (EBB). De doelpopulatie bestaat uit alle personen die op peilmoment 1 oktober van het jaar JJJJ waren ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie.

Leverancier: EBB, DUO en UWV

Integraal of steekproef: Steekproef en integraal

Periodiciteit: Het bestand komt jaarlijks beschikbaar.

Bijzonderheden: De registers die ten grondslag liggen aan HOOGSTEOPLJJJJTABVV nemen niet alle vormen van onderwijs waar. Onderwijs genoten in het buitenland, onderwijs aan particuliere instellingen en lange bedrijfsopleidingen en cursussen worden onderschat. Ruim 2 procent van de populatie heeft in werkelijkheid een hoger opleidingsniveau dan waargenomen via de bronnen van HOOGSTEOPLJJJJTABVV.

Daarnaast is het opleidingsniveau niet van alle ouders bekend. Daarom wordt er vaak een weging gebruikt om te corrigeren voor de onbekende opleidingsniveaus. Dat hebben we hier nu niet gedaan. We hebben alleen naar het aantal hoger opgeleide ouders gekeken. Diploma’s van het wetenschappelijk onderwijs worden vanaf 1983 bijgehouden en die van het hoger beroepsonderwijs vanaf 1986. Ook werken hoogopgeleiden vaker mee aan de Enquête Beroepsbevolking (EBB) waardoor de administratie van hoogopgeleiden hiervan redelijk goed van is. 

7.9.2 Problemen gezondheid en zorg

CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg) indicaties
Algemene beschrijving: Een indicatie van het CIZ geeft toegang tot zorg die wordt gefinancierd uit de Wet Langdurige Zorg (Wlz) of uit een van de subsidieregelingen 'Eerstelijnsverblijf' (ELV), 'Eerstelijnsbehandeling' (EBH) of de subsidieregeling 'Algemene dagelijkse levensverrichtingen' (ADL).

Leverancier: De data zijn afkomstig uit de Risicovereveningsbestanden van het Zorginstituut Nederland.

Integraal of steekproef: Integraal.

Periodiciteit: Het bestand komt jaarlijks beschikbaar.

Bijzonderheden: -

Indicaties door Bureau Jeugdzorg (AWBZ)
Algemene beschrijving: Dit bestand bevat gegevens over indicaties die zijn afgegeven door de Bureaus Jeugdzorg (BJZ) voor zorg die wordt gefinancierd uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten(AWBZ).

Leverancier: BJZ's geven indicaties aan jongeren tot 18 jaar met een psychiatrische grondslag. Personen die voor hun 18e jaar door een BJZ zijn geïndiceerd en daarnaast jeugdhulpverlening ontvangen, krijgen zo nodig tot hun 23e jaar indicaties van BJZ.

Integraal of steekproef: Bureau Jeugdzorg.

Periodiciteit: Integraal.

Bijzonderheden: -

Indicaties voor AWBZ-zorg door CIZ
Algemene beschrijving: Deze registratie bevat aan personen afgegeven indicaties voor zorg die wordt gefinancierd uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De indicaties worden afgegeven door het Centrum indicatiestelling zorg (CIZ). Het betreft indicaties voor zowel zorg zonder verblijf als zorg met verblijf. Per persoon bevat dit bestand de grondslag voor de indicatie, de functie en klasse bij zorg zonder verblijf, het zorgzwaartepakket bij zorg met verblijf en de periode waarvoor de indicatie is afgegeven. De doelpopulatie zijn alle personen die ingeschreven zijn (geweest) in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA).

Leverancier: CIZ

Integraal of steekproef: Integraal.

Periodiciteit: Jaarlijks sinds 2005.

Bijzonderheden: -.

Jeugdbescherming
Algemene beschrijving: In dit bestand zijn de trajecten over jeugdbescherming bijeengebracht die door alle aanbieders van jeugdbescherming aan het CBS geleverd zijn in het kader van de Beleidsinformatie Jeugd. Deze leveringen in het kader van de Beleidsinformatie Jeugd zijn wettelijk verplicht en vloeien voort uit de Jeugdwet.

Leverancier: Gemeenten.

Integraal of steekproef: Integraal.

Periodiciteit: Jaarlijks.

Bijzonderheden: -

Jeugdzorg
Algemene beschrijving: Het geheel van jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering dat onder verantwoordelijkheid van de gemeente wordt uitgevoerd volgens de Jeugdwet (2014).

Leverancier: Jeugdzorgtrajecten worden bijeengebracht uit bestanden die door alle aanbieders van jeugdhulp en de gecertificeerde instellingen aan CBS worden geleverd. Gecertificeerde instellingen (GI) voeren jeugdbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering uit.

Integraal of steekproef: Integraal (per verslagperiode blijkt dat ruim 90 procent van de jeugdzorgaanbieders gegevens aanlevert, waaronder ook alle gecertificeerde instellingen. Er is niet gecorrigeerd voor zorg die ontbreekt doordat berichtgevers niet hebben gereageerd).

Periodiciteit: Halfjaarlijks sinds 2015.

Bijzonderheden:
-

Medicijnenbestand
Algemene beschrijving: In dit bestand zijn de gegevens opgenomen van alle geneesmiddelenverstrekkingen die vergoed zijn volgens aanspraak op farmaceutische zorg van de basisverzekering gezondheidszorg aan personen die in het statistiekjaar zijn ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP). De verstrekkingen zijn, volgens de door de World Health Organisation (WHO) opgestelde ATC-classificatie (waarbij ATC staat voor Anatomisch, Therapeutisch, Chemisch) op persoonsniveau geaggregeerd naar geneesmiddelengroepen op 4 posities ATC-code. De eerste positie van de ATC-code is een letter die staat voor de anatomische hoofdgroep. De combinatie van deze letter met de cijfers van positie twee en drie geeft de code voor de therapeutische subgroep. De letter op de 4e positie staat voor de farmacologische subgroep.

Leverancier: De data zijn afkomstig uit de Risicovereveningsbestanden van het Zorginstituut Nederland.

Integraal of steekproef: Integraal.

Periodiciteit: Het bestand komt jaarlijks beschikbaar.

Bijzonderheden: -

Ontvangen AWBZ-zorg met verblijf in natura (ZORGMV)
Algemene beschrijving: Deze registratie bevat de door personen gebruikte zorg met verblijf in natura die wordt bekostigd uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Het betreft alleen zorg waarvoor een eigen bijdrage moet worden betaald. Zorg met verblijf is zorg die cliënten ontvangen gedurende hun verblijf in een instelling. Bij AWBZ-zorg met verblijf wordt onderscheid gemaakt tussen zorgzwaartepakketten (zzp’s). De doelpopulatie zijn alle personen die ingeschreven zijn (geweest) in de GBA. Omdat personen jonger dan 18 jaar geen eigen bijdrage hoeven te betalen, bevat dit bestand geen gegevens over personen onder de 18. Per persoon bevat dit bestand de periode(s) waarin zorg met verblijf is ontvangen en het betreffende zzp. Ook bevat dit bestand de periode(s) waarin gebruik is gemaakt van de functie kort verblijf.

Leverancier: CAK

Integraal of steekproef: Integraal.

Periodiciteit: Jaarlijks sinds 2004, in 2012 voor het eerst met zzp's

Bijzonderheden: -

Ontvangen zorg zonder verblijf in natura (ZORGZV)
Algemene beschrijving: Deze registratie bevat de door personen gebruikte zorg zonder verblijf in natura die wordt bekostigd uit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) of uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Het betreft alleen zorg waarvoor een eigen bijdrage moet worden betaald. Zorg zonder verblijf is zorg die de cliënt op afspraak bij de zorgaanbieder krijgt, of die de zorgaanbieder bij de cliënt aan huis levert. Bij AWBZ-zorg zonder verblijf wordt onderscheid gemaakt tussen de functies begeleiding (individueel en groep), persoonlijke verzorging, verpleging en behandeling. Omdat voor behandeling geen eigen bijdrage hoeft te worden betaald is deze functie niet opgenomen in het bestand. Voor begeleiding wordt pas met ingang van 2011 eigen bijdrage betaald. Wmo-zorg zonder verblijf betreft de functie huishoudelijke verzorging. De doelpopulatie zijn alle personen die ingeschreven zijn (geweest) in de GBA. Omdat personen jonger dan 18 jaar geen eigen bijdrage hoeven te betalen, bevat dit bestand geen gegevens over personen onder de 18. Per persoon en per zorgperiode van 4 weken bevat dit bestand de gebruikte functie(s) en het aantal minuten of dagdelen.

Leverancier: CAK

Integraal of steekproef: Integraal.

Periodiciteit: Jaarlijks sinds 2004.

Bijzonderheden: -

Provinciale Jeugdzorg
Algemene beschrijving: Dit bestand bevat informatie over jongeren die gedurende het jaar één of meer vormen van provinciaal gefinancierde jeugdzorg ontvangen hebben en de bijbehorende zorgduur. Daarnaast is van de jongere ook de voor hem/haar verantwoordelijke gemeente in het kader van de Jeugdwet opgenomen. Voor het gebruik van dit bestand is géén toestemming nodig van de externe dataleverancier.

Leverancier: Bureaus Jeugdzorg

Integraal of steekproef: Integraal.

Periodiciteit: Jaarlijks.

Bijzonderheden: -

Wmo maatwerkarrangementen (kenmerken)
Algemene beschrijving: Dit bestand bevat gegevens over maatwerkarrangementen verleend in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo). Deze gegevens worden verzameld voor de gemeentelijke monitor sociaal domein, waar gemeenten op vrijwillige basis aan deelnemen.

Leverancier: Gemeenten.

Integraal of steekproef: Het bestand bevat alleen gegevens van gemeenten die hebben aangeleverd én toestemming hebben gegeven voor publicatie.

Periodiciteit: Halfjaarlijks.

Bijzonderheden: -.

Wmo-maatwerkvoorzieningen
Algemene beschrijving: In dit bestand zijn de gegevens opgenomen van alle personen van 18 jaar of ouder die in het zorgjaar gebruik hebben gemaakt van Wmo-maatwerkvoorzieningen waarvan de kosten voor rekening komen van de Wmo-2015 (Wet Maatschappelijke ondersteuning 2015) en waarvoor een eigen bijdrage betaald moet worden. Deze zorg is geregistreerd door het Centraal Administratiekantoor (het CAK). Dit betreft zorg die de cliënt op afspraak bij de zorgaanbieder krijgt, of die de zorgaanbieder bij de cliënt aan huis levert. Het kan gaan om zorg voor ouderen, chronisch zieken, mensen met een handicap, mensen met langdurige psychische problemen of mensen die tijdelijk zorg nodig hebben. De gebruikte zorg omvat de zorg in natura en persoonsgebonden budgetten waarvoor een eigen bijdrage betaald moet worden, waarvan de kosten voor rekening van de Wmo komen. Wmo-gefinancierde zorg zonder verblijf omvat de functie huishoudelijke verzorging, persoonlijke verzorging, begeleiding en hulpmiddelen en voorzieningen. Logeeropvang in een instelling met de indicatie kort verblijf is ook opgenomen onder het gebruik van Wmo-maatwerkvoorzieningen.

Leverancier: Registratie van CAK.

Integraal of steekproef: Integraal

Periodiciteit: jaarlijks

Bijzonderheden: Dit bestand bevat alleen zorg van personen die ooit in de Basis Registratie Personen (BRP) hebben gestaan of er nog steeds staan.

7.9.3 Problemen criminaliteit en slachtofferschap

Delictkenmerken van Haltjongeren van 12 tot 18 jaar (HALT)
Algemene beschrijving: In deze component bevinden zich alle personen die in een bepaald jaar naar bureau Halt verwezen zijn. Het bestand bevat ook personen die niet voorkomen in de Gemeentelijke Basisadministratie.

Leverancier:
Het bestand is een selectie van variabelen uit het integrale bestand dat bureau Halt aan het CBS levert.

Integraal of steekproef: Integraal.

Periodiciteit: Jaarlijks sinds 2005.

Bijzonderheden: -

Delictinformatie van cliënten van Slachtofferhulp Nederland

Algemene beschrijving: Dit bestand bevat een selectie van variabelen uit het registratiesysteem (Regas) van Slachtofferhulp Nederland.
Van alle cliënten van Slachtofferhulp Nederland is opgenomen hoe vaak ze van welke type delicten slachtoffer zijn geworden in een verslagjaar. Iedere regel vertegenwoordigt een cliënt van Slachtofferhulp Nederland.

Leverancier: Slachtofferhulp Nederland.

Integraal of steekproef: Integraal.

Periodiciteit: Jaarlijks.

Bijzonderheden: -

Gedetineerden
Algemene beschrijving:
Dit bestand bevat een selectie van variabelen uit de zogeheten Tenuitvoerlegging Persoonsgebonden straffen/ Gevangeniswezen (TULP/GW)-registratie van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI). Van alle gedetineerden is opgenomen wat het zwaarste delict was waarvoor zij in een bepaald jaar gedetineerd zijn geweest. Iedere regel vertegenwoordigt een gedetineerde.

Leverancier: Dienst Justitiële Inrichtingen

Integraal of steekproef: Integraal

Periodiciteit:
Jaarlijks

Bijzonderheden: -

Instroom OM
Algemene beschrijving: Een ingeschreven (rechtbank)strafzaak is een bij het parket ingeschreven dossier met het proces-verbaal van aangifte ten aanzien van één verdachte. Als er meer verdachten in een proces-verbaal voorkomen wordt voor iedere verdachte een strafzaak ingeschreven. Een regel in het bestand is een strafzaak. Dit bestand bevat rechtbankstrafzaken die zijn ingestroomd bij het Openbaar Ministerie (OM), de kenmerken van de zaak zoals de datum van inschrijving, de kenmerken van de verdachte zoals het rinnummer en het soort verdachte en de kenmerken van het feit zoals de datum van plegen en de aard van het misdrijf.

Leverancier: Openbare Ministerie

Integraal of steekproef: Integraal

Periodiciteit: Jaarlijks

Bijzonderheden: -

Jeugdreclassering
Algemene beschrijving: In dit bestand zijn de trajecten over jeugdreclassering bijeengebracht die door alle aanbieders van jeugdreclassering aan het CBS geleverd zijn in het kader van de Beleidsinformatie Jeugd. Deze leveringen in het kader van de Beleidsinformatie Jeugd zijn wettelijk verplicht en vloeien voort uit de Jeugdwet.

Leverancier: Gemeenten.

Integraal of steekproef: Integraal.

Periodiciteit: Jaarlijks.

Bijzonderheden:

Slachtoffers van een misdrijf
Algemene beschrijving: Het CBS ontvangt uit de politieregistraties afgeleide databestanden (bronbestanden). We onderscheiden incidentenbestanden met informatie over de geregistreerde incidenten, bestanden met verdachten van deze incidenten en bestanden met aangevers/slachtoffers van deze incidenten met in de laatste twee bestanden persoons- en procesinformatie. De gegevenslevering vindt plaats via het politie-informatiesysteem.

Leverancier: Politie

Integraal of steekproef: Integraal

Periodiciteit: Jaarlijks

Bijzonderheden: -

Uitstroom OM
Algemene beschrijving: Deze bron bevat rechtbankstrafzaken waarover het Openbaar Ministerie (OM) een beslissing heeft genomen, de kenmerken van de zaak zoals de datum van uitstroom, de kenmerken van de verdachte zoals het rinnummer en het soort verdachte en de kenmerken van het feit zoals de datum van plegen en de aard van het misdrijf. In de component zijn zowel natuurlijke personen als rechtspersonen opgenomen.

Leverancier: Openbaar Ministerie vanuit het Communicatiesysteem Openbaar Ministerie Parket AdminiStratie (COMPAS, sinds 2001) en het Geïntegreerd Processysteem (GPS, sinds 2008 geleidelijk ingevoerd bij de parketten) van het Openbaar Ministerie.

Integraal of steekproef: Integraal.

Periodiciteit: Jaarlijks sinds 2001.

Bijzonderheden: -

Uitstroom rechters
Algemene beschrijving: Het OM kan een zaak voor de rechter brengen. Deze neemt een beslissing in de zaak, bijvoorbeeld een schuldigverklaring met strafoplegging of ontslag van (alle) rechtsvervolging. Als een verdachte schuldig is bevonden, kan de rechter besluiten één enkele straf of maatregel op te leggen of een combinatie van straffen en maatregelen. Daardoor komt het aantal opgelegde sancties hoger uit dan het aantal schuldigverklaringen. Dit bestand bevat rechtbankstrafzaken die zijn afgedaan door het de rechter in eerste aanleg, de kenmerken van de zaak zoals aard en inhoud van het vonnis en de datum van eindbeslissing, de kenmerken van de verdachte zoals het rinnummer en het soort verdachte en de kenmerken van het feit zoals de datum van plegen en de aard van het misdrijf. In de component zijn zowel natuurlijke personen als rechtspersonen opgenomen.

Leverancier: Openbaar ministerie

Integraal of steekproef: Integraal.

Periodiciteit: Jaarlijks.

Bijzonderheden: -

Verdachten
Algemene beschrijving: Deze component bevat vanaf 2010 een selectie uit de registraties van De Nationale Politie, de tien regionale eenheden en de Landelijke Eenheid via de landelijke bevragingsapplicatie BVI. In de periode tussen juni 2008 en december 2009 zijn alle eenheden overgegaan op het systeem Basisvoorziening Handhaving (BVH), waaraan de gegevens voor GIDS en BVI worden onttrokken. Voor 2010 bevat de component gegevens geleverd via GIDS en waren de gegevens afkomstig uit de basisprocessensystemen BPS, Xpol en Genesys. Alle personen worden geregistreerd tegen wie een redelijk vermoeden van schuld van een misdrijf bestaat. Van alle personen is opgenomen hoe vaak en van welk misdrijf ze werden verdacht. Iedere regel vertegenwoordigt een geregistreerde verdachte van misdrijven.

Leverancier: Nationale Politie.

Integraal of steekproef: Integraal.

Periodiciteit: Jaarlijks.

Bijzonderheden: -

7.9.4 Problemen schulden

Registratie Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP)
Algemene beschrijving: Het doel van de registratie Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) is het geven van een statistische beschrijving van de bij de arrondissementsrechtbanken verleende en beëindigde wettelijke schuldsaneringen. De doelpopulatie bestaat uit alle uitgesproken schuldsaneringen van natuurlijke personen.

Leverancier: De cijfers van de arrondissementsrechtbanken worden via de raad voor de rechtsbijstand Den Bosch aan het CBS geleverd.

Integraal of steekproef: Integraal.

Periodiciteit: Doorlopend cijfers.

Bijzonderheden: -

7.9.5 Problemen demografie (naast BRP)

Algemene beschrijving: Dit bestand vertegenwoordigt alle personen die gedurende een bepaald jaar een uitkering hebben ontvangen in het kader van een van onderstaande wetten: - de algemene bijstand op grond van de Participatiewet inclusief aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO); - de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW); - de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ); - het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen (BBZ).

Leverancier: Gemeenten.

Integraal of steekproef: Integraal.

Periodiciteit: Jaarlijks.

Bijzonderheden: -