Auteur: Hans Schmeets
Maatschappelijke Diensttijd 2019

2. Bekendheid met maatschappelijke diensttijd

In 2019 zijn er vier vragen gesteld over de maatschappelijke diensttijd. De eerste vraag was of men al dan niet gehoord heeft van de maatschappelijke diensttijd. Hier antwoordt 44 procent met ja, 51 procent met nee en 5 procent gaf geen antwoord. Verdeeld over de ja/nee opties geeft 46,7 procent aan ‘gehoord te hebben van maatschappelijke diensttijd’ tegenover 53,3 procent die daar niet bekend mee is.

Niet alle bevolkingsgroepen zijn in gelijke mate bekend met MDT. Van alle 15-plussers heeft 46,7 procent gehoord van MDT. Mannen hebben daarover met 49,5 procent vaker over gehoord dan vrouwen (44,0 procent). Opvallend is dat jongeren minder bekend met MDT zijn dan ouderen. Zo heeft slechts een kwart van de 15- tot 26-jarigen daar iets over vernomen. Uit een nadere uitsplitsing van de jongeren blijkt dat de 15- tot 18-jarigen en 18- tot 22-jarigen het minst vaak gehoord hebben van MDT.  Dit loopt vervolgens op tot 60 procent bij de 65- tot 75-jarigen, en neemt iets af tot 56 procent bij de 75-plussers.

2.1 Bekend met MDT naar leeftijd
Leeftijdpercentage (%)
15 tot 18 jaar22,0
18 tot 22 jaar23,7
22 tot 26 jaar28,7
26 tot 35 jaar34,7
35 tot 45 jaar42,5
45 tot 55 jaar53,8
55 tot 65 jaar58,5
65 tot 75 jaar60,2
75 jaar of ouder56,4

Ook opleiding doet ertoe. Van de groep met uitsluitend basisonderwijs is 32 procent en van de vmbo-ers is 35 procent bekend met MDT. Bij de middelbaar opgeleiden is dat 45 procent, bij de hbo-ers 56 procent en bij de universitair geschoolden 65 procent.

2.2 Bekend met MDT naar opleiding
Opleiding (% personen van
15 jaar of ouder)
Basisonderwijs32,2
Vmbo, avo onderbouw, mbo 134,9
Mbo 2,3,4, havo, vwo45,4
Hbo-, wo-bachelor56,7
Hbo-, wo-master, doctor65,4

Daarnaast lijkt ook  inkomen onderscheidend. De bekendheid met MDT loopt op van 38 procent bij de huishoudens met de laagste inkomens tot 54 procent bij de groep die het meest te besteden hebben. Ten slotte is gekeken naar de migratieachtergrond. Waar de groep met een Nederlandse en westerse achtergrond, met respectievelijk 50 en 45 procent, niet sterk verschillen in de mate waarin ze bekend zijn met MDT, hebben daar  de mensen met een niet-westerse achtergrond met 29 procent beduidend minder vaak over gehoord.

Aangezien deze bevolkingskenmerken ook onderling gerelateerd zijn, is een analyse uitgevoerd waarbij deze kenmerken samen zijn opgenomen. De resultaten laten zien, vanwege bijvoorbeeld dat  hoger opgeleiden doorgaans meer inkomen hebben, dat inkomen dan niet meer relevant is voor de bekendheid met MDT. Blijkbaar is het voor de bekendheid met MDT niet relevant wat men te besteden heeft, maar maakt kennis het verschil aangezien middelbaar en vooral hoger opgeleiden meer bekend zijn met MDT. De correctie zorgt er ook voor dat de bekendheid met MDT vooral toeneemt vanaf 45 jaar.