Financiële kengetallen zorginstellingen 2019

6. Conclusie

Benchmarkgegevens zijn nuttig bij het beoordelen van de financiële prestaties van individuele zorginstellingen. Naast de gemiddelde waarden per sector wordt ook de spreiding weergegeven. Dit maakt het tevens mogelijk om de zorgsectoren met elkaar te vergelijken.

Het resultaat uit gewone bedrijfsvoering is bij cure-instellingen iets lager dan bij careinstellingen. Bovendien is bij de ziekenhuizen het verschil in winstpercentage tussen de afzonderlijke instellingen veel kleiner. De grootste spreiding is zichtbaar bij de thuiszorg. De resultaten uit de bedrijfsvoering van de thuiszorginstellingen wijken vaker af van instellingen uit de andere sectoren. Doordat de zorg extramuraal wordt geleverd, zijn de afschrijvingen op vaste activa en kosten ten behoeve van overnachtende patiënten, zoals hotelmatige kosten, veel lager dan in sectoren waar intramurale zorg wordt geleverd.

Voor de kengetallen resultaat gewone bedrijfsvoering (EBT), weerstandsvermogen, solvabiliteit en current ratio is de ontwikkeling in de afgelopen vijf verslagjaren weergegeven. Het gemiddelde resultaat gewone bedrijfsvoering van zorginstellingen daalt van 4,2 procent in 2018 naar 3,1 procent in 2019. Deze ontwikkeling wordt voornamelijk door de care-sector bepaald.

We onderscheiden twee benaderingen van de solvabiliteit van instellingen. Weerstandsvermogen wordt berekend door het eigen vermogen te delen door de totale bedrijfsopbrengsten. Bij solvabiliteit wordt het eigen vermogen gedeeld door het balanstotaal. Voor cure-instellingen leveren beide berekeningswijzen nagenoeg hetzelfde resultaat op. Er is weinig verschil tussen het eigen vermogen in relatie tot de bedrijfsopbrengsten en het eigen vermogen gedeeld door het balanstotaal. Het weerstandsvermogen en de gemiddelde solvabiliteit nemen bij vrijwel alle sectoren toe, zowel in het afgelopen jaar als in de afgelopen 5 jaar. Het Waarborgfonds voor de zorg acht voor de zorginstellingen een weerstandsvermogen van minimaal 15 procent wenselijk. De analyse laat zien dat minimaal 20 procent van alle zorginstellingen deze norm in 2019 niet haalt.

Alle sectoren hebben een current ratio van ruim boven de 100 procent, waarmee zij in staat zijn om de kortlopende verplichtingen te betalen. De instellingen in de care-sector hebben gemiddeld een hogere current ratio dan de instellingen in de cure-sector. Dit geldt ook voor de omloopsnelheid kapitaal.

De ontwikkelingen van de bedrijfskosten per arbeidsjaar in care-instellingen laten weinig grote verschuivingen zien. In de mediane bedrijfskosten per arbeidsjaar zijn geen duidelijke ontwikkelingen zichtbaar. De spreiding van de bedrijfskosten per arbeidsjaar binnen de care-sector is wederom het grootst bij thuiszorginstellingen.