Het succes van beeldstatistieken in de afgelopen 100 jaar
Publicatie van het Zakboek in 1924 was voor het CBS een glorieus moment. Het bureau was op dat moment 25 jaar oud, sterk gegroeid dankzij het samenstellen van handels- en industriële statistieken, en net centraal gehuisvest in de Oostduinlaan. Dr. Henri Methorst, directeur van het CBS, zat weliswaar krap bij kas – er werd van overheidswege al enige jaren op de statistiek bezuinigd – maar besloot het in zijn ogen kleine en ‘resumtieve werkje’ met kerntabellen van alle belangrijke statistieken in eigen beheer uit te geven nadat hij zich had verzekerd van een minimumaantal bestellingen.
Krachtige beelden
In 1940 is voor het eerst een Statistisch Zakboek geïllustreerd. Dat gebeurde met de beeldstatistieken van de gevluchte Duitse grafisch kunstenaar Gerd Arntz (1900–1988). Hij zou vanaf dat moment 25 jaar lang de Statistische Zakboeken van het CBS illustreren. Arntz volgde een tekenopleiding aan de Kunstacademie in Duitsland. Hij specialiseerde zich in hout- en linoleumsneden. In enkele strakke lijnen wist hij de leefwereld van arbeiders te verbeelden in een stijl die al in 1925 werd geroemd vanwege het ‘ongewone gebrek aan sentimentaliteit’. Het waren krachtige beelden zonder perspectief, zwart op wit, zonder tussentinten.
De massa winnen voor de statistiek
Arntz kwam in 1940 in dienst bij de vanuit het CBS opgerichte Nederlandse Stichting voor de Statistiek. Deze stichting deed commercieel marktonderzoek en illustreerde publicaties met de beeldstatistieken van de Duitse kunstenaar. De toenmalige CBS-directeur Idenburg was gecharmeerd van de beeldstatistiek. Hij was zich ervan bewust dat het voor velen lastig was om de boodschap te achterhalen, die schuilging in de tabellen die zijn bureau publiceerde. Cijfers en getallen schiepen afstand. Dat hoefde niet als die cijferreeksen waren vervat in beeldgrafieken. Idenburg beschreef ze in 1941 eens als een methode die ‘het denken, bevrijd van de moeilijke taak der hanteering van abstracte begrippen, op een verantwoorde manier tot een geordende aanschouwelijkheid had gemaakt.’ Met een beeldtaal in plaats van tabellen en grafieken was volgens hem de massa te winnen voor de statistiek.
Kinderwagentjes en wandelstokken
Het CBS gebruikte overigens de beeldgrafiek ook al vóór 1940. CBS-directeur dr. Henri Methorst voegde in 1937 een beeldgrafiek toe aan zijn bijdrage aan het ‘Tijdschrift voor sociale geneeskunde’ over het bevolkingsvraagstuk. Hij hoorde bij de beleidsmakers die zich zorgen maakten om de daling van de geboortecijfers. Hij gebruikte de beeldgrafiek om de verdeling te laten zien van de (toekomstige) bevolking in leeftijdsgroepen in de jaren 1935, 1955 en 1975. Figuurtjes stelden telkens 200 duizend mannen en vrouwen voor: kinderwagentjes voor de allerjongsten (0–5 jaar), schoolgaande kinderen met tas en boek voor de 5- tot 20-jarigen, breedgeschouderde mannen voor de actieve bevolking (20 tot 55 jaar), en oude mannen zonder wandelstok (55 tot 65 jaar) en met wandelstok (65-plussers) voor de alleroudste groepen. In één oogopslag was te zien dat de ‘last der onproductieven’ in de toekomst zwaarder zou gaan wegen. Daarmee bedoelde hij dat de verhouding tussen het aantal niet-werkenden (jongeren tot 15 jaar, ouderen vanaf 55 jaar) en het aantal werkenden (bevolking van 15 tot 55 jaar) problematisch zou kunnen worden.
Bron: Tijdschrift voor sociale geneeskunde (1937)
Statistieken zijn niet droog
Enkele beeldgrafieken stonden ook in het boekje ‘Een wegwijzer door de onderwijsstatistieken’, gepubliceerd in ‘Mededeeling 100 van de afdeling Cultureele Statistiek’ (1938). In zijn voorwoord schreef directeur Methorst dat het boekje was gemaakt om de mensen te informeren die zich in de maatschappelijke discussie over het onderwijs mengden. Hij had gemerkt dat er nog steeds personen waren die zich een oordeel over onderwijsorganisatorische vragen hadden gevormd, zonder het cijfermateriaal te kennen. ‘Nog te velen spreken, schrijven en oordeelen op grond van vermoedens en veronderstellingen, terwijl de uitkomsten van betrouwbare statistische waarnemingen ter beschikking staan.’ Het aanbieden van de cijfers was een eerste handreiking. Wie fijnere, gedetailleerdere cijfers wilde hebben, moest dieper de statistiek induiken. De grote lijnen in de ontwikkeling van het onderwijs waren met de beknopte staten uit het boekje gemakkelijk na te gaan. De statistieken werden bovendien uitvoerig ingeleid door de chef van de afdeling culturele statistiek dr. P. Idenburgh en met sprekende grafische voorstellingen verluchtigd. De boodschap? ‘Statistieken zijn niet droog, wanneer een deskundige ze U leert lezen.’ Onderstaande afbeelding staat op pagina 13, anderen staan op de pagina’s 31, 34, 42 en 47.
Bron: CBS, Mededeling 100 van de afdeling culturele statistiek (1938)
Infographics met leeshulp
Na 1967 verdwenen de beeldstatistieken niet meteen uit het zakboek, maar ze waren niet meer van de hand van Arntz. Vanaf 1970 zijn ze niet meer getekend. Het Statistisch Zakboek is verschenen tot 1988. Daarvoor in de plaats kwamen achtereenvolgens het ‘Statistisch Jaarboek’ (1990–2014) en ‘Trends in Nederland’ (2015–2019). Sinds 2020 verschijnt het boekje als ‘Nederland in cijfers’ in een digitale versie op de website. De nieuwste editie is op 9 september 2022 gepubliceerd. In deze nieuwe publicatie worden maatschappelijke trends uitsluitend nog gevisualiseerd in de vorm van infographics. Tabellen en teksten zijn verdwenen. Met het aanbieden van infographics wordt de traditie voortgezet om in publicaties voor het grotere publiek met gestileerde beelden het verhaal te vertellen. Met dit verschil dat in de huidige vorm een leeshulp is toegevoegd in de vorm van cijfers.
Relevante links
- Artikel - Grafieken worden kunst
- Artikel - 120 jaar CBS: geschiedenis in bijzondere verhalen
- Artikel - ‘Nederland in cijfers 2022’: antwoord op 36 actuele vragen
- Webpublicatie - Nederland in cijfers 2022