Data versnelt bouw bejaardenhuis zonder muren in Eindhoven

Kwetsbare ouderen in Eindhoven
© Hollandse Hoogte / Bart van Overbeeke Fotografie
Langer thuis wonen. Als hun gezondheid en welbevinden het toelaat willen de meeste ouderen het liefst zo lang mogelijk in hun eigen huis en buurt wonen, blijkt uit onderzoek. De gemeente Eindhoven wil graag data gedreven en wijkgericht werken, en weten wat ouderen nodig hebben om langer thuis te kunnen wonen. De eerste stap was om de Eindhovense senioren scherper in beeld brengen. De gemeente schakelde daarvoor het CBS/Urban Data Center in Eindhoven in. Een belangrijke extra opbrengst van het onderzoek is meer zicht op ouderen die in coronatijd onvoldoende in beeld zijn of dreigen te vereenzamen.

Meer dan alleen gezondheid

Het bejaardentehuis zonder muren is een idee dat zo’n tien jaar geleden ontstond, vertelt René Kerkwijk, innovator sociaal domein bij de gemeente Eindhoven, toen in de buurten Eckart en Vaartbroek een bejaardensoos werd opgericht. ‘De soos was een samenwerking tussen bewoners, gemeente en de woningcorporatie die een ruimte beschikbaar stelde. Eckart en Vaartbroek zijn naoorlogse buurten met relatief veel corporatiewoningen, en veel mensen wonen daar al zo’n veertig of vijftig jaar, dus ook de vergrijzing is er bovengemiddeld hoog. We dachten: waarom kijken we niet wat we nog meer kunnen doen om ouderen zo lang mogelijk thuis te laten wonen? Het duurde tot de recente gemeentelijke transformatieplannen voor de zorg tot het idee daadwerkelijk voet aan de grond kreeg. Maar bewoners en woningcorporatie waren nog steeds erg enthousiast, en ook andere partijen zoals de Sociale Wijkteams sloten aan bij het initiatief.’

Wie zijn deze senioren?

‘Niet alleen gezondheidsklachten spelen een rol bij het wel of niet thuis blijven wonen van ouderen’, stelt Kerkwijk. ‘Denk bijvoorbeeld aan of er een supermarkt in de buurt is, of dat de stoepen recht liggen en de woning nog geschikt is. Ook activiteiten om eenzaamheid tegen te gaan zijn belangrijk. Maar de ene oudere is de andere niet. Niet iedereen heeft dezelfde behoeften en wensen. We kwamen er dus al snel achter dat we eerst een scherper beeld moesten krijgen van de Eindhovense senior. Hoe wonen ze? Wat is hun situatie? Hebben ze al gezondheidsklachten, etc.? Voorheen onderzochten we dergelijke vragen vooral door met mensen in de buurten te gaan praten. Maar met wie spreek je dan? Krijg je een goede afspiegeling, of spreek je vooral de mondigere mensen? Om een betrouwbaar beeld te krijgen van de senioren in Eindhoven hebben we het CBS/Urban Data Center om hulp gevraagd.’

Onderzoek

Niky van Geffen is coördinator van het CBS/Urban Data Center in Eindhoven. ‘We zijn begonnen om de definitie van ‘oudere’ helder te krijgen. Wanneer is iemand een senior? Traditioneel was dat iemand van vijfenzestig jaar of ouder, maar tegenwoordig is een deel van de mensen onder de zeventig nog volop aan het werk. Dus waar leg je de grens? Om antwoord te krijgen op deze en andere vragen hebben we nauw samengewerkt met alle betrokken partijen in de wijken, en het onderzoek stap voor stap vormgegeven, ook door tussentijds resultaten te bespreken. Omdat het CBS integrale data heeft van inwoners konden we voor het onderzoek gebruik maken van een zogenoemde clusteranalyse. Deze maakt op basis van factoren die je van belang acht een indeling in groepen mensen die op elkaar lijken. Tussen de groepen zit dan weer duidelijk verschil. Hiermee konden we een goed overzicht krijgen van de ouderen in de verschillende buurten. We hebben zo’n vijfentwintig factoren in het onderzoek meegenomen, zoals inkomen, type woning, zorggebruik, of iemand alleen woont, kinderen heeft en of die in de buurt wonen. Uit de analyse kwamen uiteindelijk acht groepen mensen van zeventig jaar en ouder, waaronder vermogende mannen, vrouwen in corporatiewoningen, alleenstaanden zonder kinderen, en alleenstaanden met kinderen in de buurt.’

Vervolg

De analyse is een eerste stap en dient als vertrekpunt voor verder onderzoek en gesprek. Kerkwijk: ‘Voor het vervolg gaan we praten met zo’n zestig ouderen. Over wat zij van hun buurt vinden, of ze graag thuis willen blijven wonen en wat ze daarvoor nodig hebben. Daarbij letten we op dat we uit iedere groep uit het onderzoek voldoende mensen spreken, zodat we zeker weten dat we een goede afspiegeling van de senioren in de wijken bereiken. Ook organiseren we ook een focusgroep die bij het hele project betrokken blijft. Met de cijfers willen we een nog gedetailleerdere koppeling maken met het zorggebruik, zodat we precies weten wat voor zorg mensen ontvangen. Of dat poetshulp is of verpleging. Daarnaast willen we vijf of tien jaar terugkijken naar ouderen die nu in een zorginstelling wonen. Wat was hun situatie toen? Tot welke groep behoorden zij en wat kunnen we daarvan leren over wat mensen kwetsbaar maakt om niet meer thuis te kunnen wonen? Het doel is om aan het eind van dit jaar het plan voor de buurten klaar te hebben, en in 2021 te starten met de uitvoering. In de tussentijd proberen we de groep ouderen die in coronatijd extra kwetsbaar is omdat ze bijvoorbeeld alleen wonen en geen kinderen in de buurt hebben, zo snel mogelijk te bereiken. Bijvoorbeeld door huis-aan-huis briefjes te verspreiden.’

Datagedreven werken geeft gemeenten mogelijkheden om op basis van data beleid te maken. Het CBS stimuleert deze ontwikkeling en gaat vanaf dit najaar regionale en lokale overheden hier actief verder mee helpen.

Belang data gedreven werken

In Eindhoven wordt steeds meer data gedreven gewerkt. Renate Richters, wethouder Zorg en Welzijn in Eindhoven: ‘Nederland – en dus ook Eindhoven – vergrijst in rap tempo. De vraag hoe wij senioren goed kunnen ondersteunen om zo lang mogelijk en in goede gezondheid zelfstandig te kunnen blijven wonen en functioneren is dus van groeiend belang. Senioren zijn een heel diverse groep. Niet iedereen is kwetsbaar of heeft ondersteuning nodig, en redenen voor kwetsbaarheid kunnen erg verschillen. Het is goed dat we met data kunnen onderbouwen wie de senioren in Eindhoven zijn, en wat zij nodig hebben. Zodat we weten op wie we ons met onze inzet moeten richten, en op welke manier. Corona heeft ons laten zien dat er potentieel kwetsbare mensen in onze samenleving zijn, die het doorgaans net redden, maar door de coronamaatregelen hard geraakt worden. Een deel van de senioren, met een kwetsbare gezondheid en een beperkt netwerk, behoort tot deze groep. Zij worden geconfronteerd met het wegvallen van zorg – huishoudelijke hulp, thuishulp, begeleiding of dagbesteding –, en ook hun eventuele mantelzorgers staan onder grote druk. Hierdoor krijgt een deel van de groep kwetsbare ouderen in meer of mindere mate te maken met sociaal isolement, eenzaamheid, en bovenmatige zorgen en angst. De clusteranalyse laat zien welke ouderen hier potentieel kwetsbaar voor zijn en risico lopen, en in welke wijken zij wonen. Daardoor kunnen we actie ondernemen. Dat is een belangrijke bijvangst van dit onderzoek.’