Met sensoren gezondheid van Nederlanders verbeteren

/ Auteur: Jaap van Sandijk
Hoe kan technologie slimmer worden ingezet bij onderzoek naar de gezondheid van Nederlanders? Het lectoraat Smart Sensor Systems van de Haagse Hogeschool onderzoekt dit samen met het CBS, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de Universiteit Utrecht (UU). ‘Meten met sensoren biedt ongelooflijk veel mogelijkheden’, vertelt John Bolte, lector Smart Sensor Technology. Op 1 februari 2018 houdt hij zijn intreerede.

Kwaliteit van data verbeteren

Sensoren worden steeds betaalbaarder en lichter in gewicht. Daarom worden de meetinstrumentjes steeds meer ingezet voor onderzoek. En dat is goed nieuws. Want smart sensor technology maakt het mogelijk om de kwaliteit van data te verbeteren en de lastendruk voor respondenten te verlagen. ‘Wat eerder werd gevraagd met vragenlijsten kunnen we straks objectiever meten met sensoren’, aldus Bolte. ‘Denk bijvoorbeeld aan de nu al gebruikte bewegingsmeters en stappentellers, maar ook aan voedingsmeters die in de toekomst ingezet zullen worden.’ De lector, die ook als natuurkundige en epidemioloog is verbonden aan het RIVM, geeft aan dat dit ook voor het CBS nieuwe kansen biedt. ‘Het CBS zoekt naar mogelijkheden om bij grote groepen mensen metingen te kunnen doen. Kleine sensorsystemen kunnen hierin een belangrijke rol spelen.’

Preventie

Het lectoraat Smart Sensor Systems ontwikkelt sensoren en zet sensornetwerken op. Doel is om mensen en apparaten te helpen de juiste beslissingen te nemen. ‘Predictie en preventie, ofwel, voorkomen door voorspellen’, licht de lector toe. Samen met partners werkt het lectoraat aan verschillende projecten. Als voorbeeld noemt Bolte een onderzoek naar arbeidssituaties bij wegwerkers en bouwvakkers, waarin werd samengewerkt met het RIVM en TNO. Werknemers werden uitgerust met sensoren om het verschil in blootstelling aan geluid en fijnstof per situatie te meten. ‘Momenteel werken we aan de opzet van een onderzoek naar de invloed van voeding op het prikkelbare darmsyndroom. Daarbij meten we voeding, darmuitzetting en type stoelgang. Op basis van de resultaten is het mogelijk om mensen een voedingsadvies te geven.’

De Sensor Data Challenge is zo goed bevallen dat de samenwerkende partijen er een jaarlijks terugkerende gebeurtenis van willen maken

Bundeling specialismen

De kracht van het samenwerkingsverband tussen het CBS, RIVM en UU zit ‘m met name in de bundeling van specialismen, vertelt Bolte. ‘De ontwikkeling van de sensorsystemen ligt vooral bij de Haagse Hogeschool, die van de maatschappelijke vragen bij het RIVM en de te hanteren nauwkeurigheid bij de metingen bij het CBS en de UU. Die laatste twee partijen zijn gespecialiseerd in datamethoden en -technieken en beschikken over grote hoeveelheden datasets.’ Ook het grote areaal studenten van de UU en de Haagse Hogeschool is van belang. ‘Zij zijn betrokken bij onderzoeken en kunnen hun kennis delen met de nieuwe generaties.’ De samenwerkende partijen trapten af in november 2017 met een 24-uurs Sensor Data Challenge bij het statistiekbureau in Den Haag. De deelnemers werden uitgedaagd sensoren op een slimme manier in te zetten om gezondheid, leefstijl en leefomstandigheden van personen te meten. ‘Een veelbelovende start van een slimme krachtenbundeling’, aldus een enthousiaste Bolte.

Objectief meten

De samenwerking met het CBS bevalt Bolte uitstekend. ‘Methodoloog Barry Schouten, hoogleraar Methoden en Technieken aan de Universiteit Utrecht, speelt een belangrijke rol binnen onze samenwerking. Waar de Haagse Hogeschool zich richt op het meten, richt het CBS zich op een betrouwbare verwerking van de metingen. Objectief meten is zowel voor ons als het CBS een belangrijk doel binnen de samenwerking.’ De Sensor Data Challenge is zo goed bevallen dat de samenwerkende partijen er een jaarlijks terugkerende gebeurtenis van willen maken. Daarnaast wil Bolte binnen de samenwerking met jaarlijkse thema’s gaan werken. ‘Bijvoorbeeld een Jaar van de Beweging, waarin we kunnen werken aan het verbeteren van het meten van bewegingsactiviteiten.’

Voorkomen door voorspellen, weet wat je meet
In zijn intreerede ‘Voorkomen door voorspellen: weet wat je meet’, die Bolte op 1 februari houdt, pleit hij voor doelgericht meten. ‘Bedenk eerst goed wát je wilt meten en doe dat met zo weinig mogelijk meters’, adviseert de lector. De verleiding om zoveel mogelijk data te verzamelen, moet worden weerstaan, vindt hij. ‘Meten wordt steeds makkelijker en goedkoper, maar data verwerken is heel duur. Je hebt te maken met het transporteren en opslaan van data, terwijl ook cybersecurity en privacy een rol spelen. Bedenk vooraf dus goed op welke vraag je een antwoord wilt en ga niet in het wilde weg meten. Dat is de boodschap van mijn intreerede.’