Promovenda doet onderzoek met methode uit de dierkunde

/ Auteur: Masja de Ree
De Gemeentelijke Basisregistratie (GBA)* - en zijn opvolger de Basisregistratie Personen (BRP) - wordt voor meerdere statistieken gebruikt. Maar niet iedereen die in Nederland verblijft, is in deze registratie opgenomen. Promovenda Susanna Gerritse onderzocht hoe groot het verschil is tussen het aantal mensen dat in het GBA stond ingeschreven als inwoner en de ‘werkelijke’ populatie.

Basis voor volkstelling

Wat is het aantal inwoners van Nederland? Elke tien jaar wil het Europese statistiekbureau Eurostat dat weten. Daar baseert de Europese Unie (EU) haar beleid op, maar ook het aantal vertegenwoordigers dat Nederland krijgt in het Europees parlement hangt hier van af. Europa vraagt sinds de laatste volkstelling specifiek om het aantal ‘usual residents’ in een land, oftewel het aantal inwoners dat langer dan een jaar in een land verblijft. Nederland voert de volkstelling uit op basis van registers, waaronder de GBA en in de toekomst de BRP. ‘Dat is één van de redenen dat het belangrijk is in kaart te brengen hoe compleet die registers zijn’, zegt Gerritse. ‘Dat hebben we onderzocht: hoeveel mensen staan niet in de GBA ingeschreven als inwoner, terwijl ze wél langer dan een jaar in Nederland verblijven. Of met andere woorden: wat is de onderdekking?’

Methode uit dierkunde

Er kunnen verschillende redenen zijn waarom iemand niet is ingeschreven in de basisregistratie bij de gemeente. Een relatief grote groep betreft arbeidsmigranten van binnen de EU. Zij weten soms niet dat inschrijven na vier maanden verplicht is. Om vast te stellen hoeveel mensen wél in Nederland wonen, maar niet geregistreerd staan, gebruikte Gerritse een methode uit de dierkunde: de vangst-hervangstmethode. ‘Dit is een methode waarbij de informatie uit afzonderlijke registers wordt gebruikt om de niet-geregistreerden te schatten. Wij gebruikten de GBA, het politieregister en de polis-administratie van het UWV.  Door het aantal mensen dat je terugvindt in de verschillende registers te vergelijken, kun je via een statistische methode berekenen hoeveel mensen je mist in één van de registers.’ Gerritse stelde op deze manier vast dat 0,5 tot 1,1 procent van de inwoners van Nederland niet als zodanig staat geregistreerd in de GBA. De vangst-hervangstmethode wordt binnen CBS verder ontwikkeld voor toepassing op bevolkingsregisters. In dit door de EU gesubsidieerde haalbaarheidsonderzoek wordt de onder- en overdekking van de persoonsregistraties ook op andere manieren onderzocht.

Samenwerking met universiteiten

CBS en de universiteiten werken steeds vaker nauw samen op het gebied van bijzondere leerstoelen, het gebruik van statistische data en detachering van medewerkers. Met de Universiteit Utrecht, waar Gerritse in juli promoveert, heeft CBS een raamovereenkomst. Bart Bakker, methodoloog bij CBS en bijzonder hoogleraar aan de Vrije Universiteit, is één van haar promotoren. ‘Het is interessant om de verschillen te zien tussen de universiteit en CBS. De universiteit is puur gericht op de wetenschap en CBS heeft als eerste prioriteit kwalitatief goede cijfers te leveren’, zegt Gerritse. ‘CBS is ook meer gericht op de praktijk. Er wordt bij CBS intern heel veel samengewerkt tussen veel verschillende disciplines. Dat is prettig. Het bevalt me erg goed.’ Per 1 februari van dit jaar is Gerritse in dienst getreden bij CBS. Daar zit zij bij de afdeling Beleidsstatistiek. ‘Hier doen wij maatwerk voor derden. De opdrachten die hier worden uitgevoerd variëren van het maken van een simpele kruistabel voor een klein onderzoeksbureau tot grote projecten voor ministeries, waarbij geavanceerde methoden worden gebruikt.’ 

 

*De GBA is twee jaar geleden, in januari 2014, opgevolgd door de Basisregistratie Personen (BRP). De BRP is ruimer dan de GBA, want in de BRP worden ook personen ingeschreven die geen inwoner van Nederland zijn.