Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, mutaties, nationale rekeningen

Bbp, productie en bestedingen; kwartalen, mutaties, nationale rekeningen

Soort mutaties Perioden Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Nationale finale bestedingen Consumptieve bestedingen Huishoudens (%) Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen Finale bestedingen Nationale finale bestedingen Bruto investeringen in vaste activa Bedrijven en huishoudens (%) Opbouw bbp vanuit de productie Bruto toegevoegde waarde basisprijzen A-F Landbouw en nijverheid B-E Nijverheid (geen bouw) en energie C Industrie 16-18 Hout-, papier-, grafische industr. (%) Aanvullende detailgegevens Consumptieve bestedingen Bestedingsindeling consumptie Consumptie huishoudens incl. IZWh Totaal (%) Aanvullende detailgegevens Consumptieve bestedingen Bestedingsindeling consumptie Consumptie huishoudens incl. IZWh Binnenlands consumptie huishoudens (%) Aanvullende detailgegevens Consumptieve bestedingen Bestedingsindeling consumptie Consumptie huishoudens incl. IZWh Consumptie ingezetenen in het buitenland (%) Aanvullende detailgegevens Consumptieve bestedingen Bestedingsindeling consumptie Consumptie huishoudens incl. IZWh Consumptie niet-ingezetenen in Nederland (%) Aanvullende detailgegevens Consumptieve bestedingen Bestedingsindeling consumptie Consumptie huishoudens incl. IZWh Consumptie goederen huishoudens Totaal (%) Aanvullende detailgegevens Consumptieve bestedingen Bestedingsindeling consumptie Consumptie huishoudens incl. IZWh Consumptie diensten huishoudens Totaal (%) Aanvullende detailgegevens Consumptieve bestedingen Bestedingsindeling consumptie Consumptie huishoudens incl. IZWh Consumptie diensten huishoudens Huisvesting (%) Aanvullende detailgegevens Consumptieve bestedingen Bestedingsindeling consumptie Consumptie huishoudens incl. IZWh Consumptie diensten huishoudens Horecadiensten (%) Aanvullende detailgegevens Consumptieve bestedingen Bestedingsindeling consumptie Consumptie huishoudens incl. IZWh Consumptie diensten huishoudens Recreatie en cultuurdiensten (%) Aanvullende detailgegevens Consumptieve bestedingen Bestedingsindeling consumptie Consumptie huishoudens incl. IZWh Consumptie diensten huishoudens Vervoer en communicatie diensten (%) Aanvullende detailgegevens Consumptieve bestedingen Bestedingsindeling consumptie Consumptie huishoudens incl. IZWh Consumptie diensten huishoudens Medische diensten en welzijnszorg (%) Aanvullende detailgegevens Consumptieve bestedingen Bestedingsindeling consumptie Consumptie huishoudens incl. IZWh Consumptie diensten huishoudens Financiële en zakelijke diensten (%) Aanvullende detailgegevens Consumptieve bestedingen Bestedingsindeling consumptie Consumptie huishoudens incl. IZWh Consumptie diensten huishoudens Overige diensten (%) Aanvullende detailgegevens Uitvoer naar productgroepen Hout- en papierwaren, drukwerk (%) Aanvullende detailgegevens Invoer naar productgroepen Hout- en papierwaren, drukwerk (%)
Volume, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2024 1e kwartaal* 1,1 . . 1,1 1,2 28,0 27,1 . . . . . . . . . . .
Volume, t.o.v. voorgaande periode 2024 1e kwartaal* 0,7 . . 0,7 . . . . . . . . . . . . . .
Waarde, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2024 1e kwartaal* 4,5 . . 4,5 4,7 31,5 33,1 . . . . . . . . . . .
Waarde, t.o.v. voorgaande periode 2024 1e kwartaal* 1,5 . . 1,5 . . . . . . . . . . . . . .
Prijs, t.o.v. zelfde periode vorig jaar 2024 1e kwartaal* 3,4 . . 3,4 3,5 2,7 4,7 . . . . . . . . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting



Deze tabel bevat kwartaal- en jaargegevens over de productiecomponenten, de bestedingencategorieën en de inkomensbestanddelen van het bruto binnenlands product van Nederland. De volumeontwikkeling van het bruto binnenlands product is de maatstaf voor de economische groei van een land. Het is in de nationale rekeningen en dus ook in de kwartaalrekeningen gebruikelijk om het bruto binnenlands product vanuit drie gezichtspunten te benaderen, vanuit de productie, vanuit de bestedingen en vanuit het inkomen.

Daarnaast wordt in deze tabel ook de opbouw van het nationaal vorderingensaldo vanuit het bbp weergegeven en zijn er detailgegevens van variabelen uit de eerste vier onderwerpen beschikbaar. Deze zijn te vinden onder Aanvullende detailgegevens. De gegevens worden weergegeven in de procentuele waarde-, volume- en prijsontwikkeling ten opzichte van dezelfde periode in het voorgaande jaar en ten opzichte van de vorige periode.

Gegevens beschikbaar vanaf 1995.

Status van de cijfers:
De jaargegevens in de periode 1995-2021 zijn definitief. Kwartaalgegevens vanaf 2021 hebben de status voorlopig.

Wijzigingen per 15 mei 2024:
Cijfers van de eerste raming over het eerste kwartaal van 2024 zijn toegevoegd aan deze tabel.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
De resultaten van de eerste berekening, de zogenoemde flashraming, worden binnen 45 dagen na afloop van een verslagkwartaal bekend gemaakt. Vervolgens wordt 85 dagen na afloop van het kwartaal de reguliere raming gepubliceerd. Bij de tweede raming van het vierde kwartaal worden de gegevens van de voorgaande drie kwartalen van dat jaar herzien. Als in juni (nieuwe) jaarcijfers beschikbaar komen, dan worden de kwartaalcijfers opnieuw herzien zodat ze aansluiten op die jaarcijfers. Hiernaast kunnen er tussentijdse actualisaties plaatsvinden om eind maart en eind september de meest actuele gegevens over de overheid aan de Europese Commissie te verstrekken. De gegevens over de kwartalen worden aangesloten op de bijgestelde jaarcijfers.

Toelichting onderwerpen

Opbouw bbp vanuit de finale bestedingen
De opbouw van het bruto binnenlands product vanuit de productie. Dit is gelijk aan de som van de toegevoegde waarde van alle bedrijfstakken (inclusief niet-commerciële). De toegevoegde waarde wordt geregistreerd tegen basisprijzen. Om uit te komen op het bbp tegen marktprijzen moet het saldo van productgebonden belastingen en subsidies en verschil tussen toegerekende en afgedragen btw erbij worden opgeteld. De belastingen en subsidies hebben betrekking op zowel geproduceerde als ingevoerde goederen en diensten. Voorbeelden hiervan zijn btw en invoerheffingen.
Finale bestedingen
Het totaal van consumptieve bestedingen, investeringen in vaste activa (bruto), veranderingen in voorraden en uitvoer.
Nationale finale bestedingen
Binnenlandse finale bestedingen die bestaan uit de consumptieve bestedingen van huishoudens en de overheid, de bruto investeringen in vaste activa (bruto) en de voorraadvorming.
Consumptieve bestedingen
Uitgaven aan goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften. De consumptieve bestedingen kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het buitenland worden gedaan, maar het gaat altijd om uitgaven door ingezeten institutionele eenheden, dat wil zeggen in Nederland gevestigde huishoudens, izw's t.b.v. huishoudens en overheidsinstanties. Consumptieve bestedingen worden gedaan door huishoudens, izw's t.b.v. huishoudens en de overheid. Ondernemingen consumeren niet: kosten aan goederen en diensten die ondernemingen maken ten behoeve van hun productie vallen hier niet onder, maar onder intermediair verbruik of investeringen. De overheid is een speciaal geval. Ook de overheid kent intermediair verbruik, naar analogie van ondernemingen. Maar de productie die de overheid levert en waar niet rechtstreeks voor wordt betaald, niet-markt-output (veiligheid bijvoorbeeld), valt onder de (overheids-)consumptie. Het heet dat de overheid 'haar eigen productie consumeert'. Binnen de nationale rekeningen moet alles wat wordt geproduceerd namelijk ook worden afgenomen. Dat de consumptie van de overheidsproductie bij de overheid zelf is neergelegd, is een conventie. Daarnaast bevat de overheidsconsumptie ook door de overheid verstrekte sociale uitkeringen in natura zoals basiszorg (gefinancierd uit AWBZ en de Zorgverzekeringswet) en huurtoeslag.
Huishoudens
Uitgaven aan goederen en diensten die door de sector huishoudens en de sector instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (IZWh's) worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van hun behoeften.
Tot de consumptieve bestedingen door huishoudens behoren de volgende grensgevallen:
- inkomen in natura zoals huisvesting, voeding en kleding en de auto van de zaak
- diensten van woningen die door de eigenaar zelf worden bewoond en waarbij dus geen sprake is van werkelijk betaalde huur. Deze diensten zijn gewaardeerd met behulp van de huurprijzen voor vergelijkbare woningen
- producten die voor eigen gebruik zijn geproduceerd, bijvoorbeeld in de landbouw. De waarde ervan is gelijk aan de marktprijs voor deze of vergelijkbare producten
- duurzame consumptiegoederen, zoals personenauto's, huishoudelijke apparaten, meubilair en kleding. De aankoop door particulieren van woningen wordt echter gerekend tot de investeringen in vaste activa van huishoudens.

Niet alle bestedingen door huishoudens worden als consumptie gezien, huishoudens kunnen ook investeren. Dit betreft met name de aanschaf van een eigen woning en grote werkzaamheden hieraan, zoals verbouwingen en buitenschilderwerk. Kleine reparaties, schilderwerk binnen en de aanschaf van meubelen vallen wel onder consumptie. Ook de aanschaf van een auto en auto-reparaties worden als consumptie gezien.

De consumptieve bestedingen door instellingen zonder winstoogmerk (izw's) ten behoeve van huishoudens omvatten de niet-marktproductie van deze sector met uitzondering van de investeringen in eigen beheer.

De detailgegevens over de consumptieve bestedingen betreffen de binnenlandse particuliere consumptieve bestedingen. Hieronder vallen de consumptieve bestedingen in Nederland, ongeacht het ingezetenschap van de consument. Hieruit kunnen de consumptieve bestedingen door huishoudens worden afgeleid door de consumptie door niet-ingezetenen in Nederland in mindering te brengen en te registreren als uitvoer en de consumptie door ingezetenen in het buitenland erbij te tellen en te registreren als invoer.
Bruto investeringen in vaste activa
Uitgaven aan productiemiddelen die langer dan één jaar worden ingezet tijdens een productieproces. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om een gebouw, woning, vervoermiddel of een machine. Dit in tegenstelling tot goederen of diensten die tijdens het productieproces worden opgebruikt, zoals ijzererts, het intermediair verbruik. Vaste activa kunnen in de loop der jaren in waarde verminderen door slijtage of omdat bijvoorbeeld de techniek veroudert (economische veroudering). Dit wordt verbruik van vaste activa genoemd (ook wel afschrijvingen genoemd). Bij bruto-investeringen zijn deze niet afgehaald van de waarde van de investeringen, bij netto-investeringen is dit wel het geval.

De volgende investeringsgoederen worden onderscheiden: bouwwerken, vervoermiddelen, machines en installaties, telecommunicatieapparatuur, wapensystemen (inbegrepen bij machines), computers, software, onderzoek en ontwikkeling, in cultuur gebrachte activa (bv. vee en bomen), exploratie en evaluatie van minerale reserves, kosten van eigendomsoverdracht voor niet-geproduceerde activa en intellectuele-eigendommen.
Bedrijven en huishoudens
Investeringen in vaste activa door vennootschappen (deel uitmakend van de sector niet-financiële ondernemingen of de sector financiële instellingen) en de sector huishoudens inclusief de sector instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (IZWh's ). De investeringen van huishoudens betreffen bijvoorbeeld die aan een eigen woning, maar ook de investeringen van zelfstandigen.
Opbouw bbp vanuit de productie
De opbouw van het bruto binnenlands product vanuit de productie. Dit is gelijk aan de som van de toegevoegde waarde van alle bedrijfstakken (inclusief niet-commerciële). De toegevoegde waarde wordt geregistreerd tegen basisprijzen. Om uit te komen op het bbp tegen marktprijzen moet het saldo van productgebonden belastingen en subsidies en verschil tussen toegerekende en afgedragen btw erbij worden opgeteld. De belastingen en subsidies hebben betrekking op zowel geproduceerde als ingevoerde goederen en diensten. Voorbeelden hiervan zijn btw en invoerheffingen.
Bruto toegevoegde waarde basisprijzen
De waarde van alle geproduceerde goederen en diensten (de productiewaarde of output) minus de waarde van goederen en diensten die tijdens deze productie zijn opgebruikt (het intermediair verbruik). De output is gewaardeerd tegen basisprijzen, dit is de verkoopprijs exclusief de handels- en vervoersmarge en exclusief de afgedragen productgebonden belastingen en de ontvangen productgebonden subsidies. Het intermediair verbruik is gewaardeerd tegen aankoopwaarde exclusief niet-aftrekbare btw.
Inbegrepen is de toegevoegde waarde van alle in Nederland opererende bedrijfseenheden, dus ook degene die in buitenlandse handen zijn.

In de nationale rekeningen betekent 'bruto' vóór aftrek van het verbruik van vaste activa (afschrijvingen) en 'netto' na aftrek van het verbruik van vaste activa.
A-F Landbouw en nijverheid
Landbouw, nijverheid en energievoorziening
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
A Landbouw, bosbouw en visserij
B Winning van delfstoffen
C Industrie
D Productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas, stoom en gekoelde lucht
E Winning en distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering
F Bouwnijverheid
B-E Nijverheid (geen bouw) en energie
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
B Winning van delfstoffen
C Industrie
D Productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas, stoom
en gekoelde lucht
E Winning en distributie van water; afval- en afvalwaterbeheer en sanering
C Industrie
Industrie
Deze sectie omvat:
- de mechanische, fysische of chemische verwerking van materialen, stoffen of onderdelen tot nieuwe producten. De verwerkte materialen, stoffen of onderdelen zijn grondstoffen uit de landbouw, bosbouw, visserij en mijnbouw, alsmede (half)fabricaten uit de industrie.
- reparatie en installatie van machines, apparatuur en andere benodigdheden voor bedrijven (geen consumentengoederen).

Bij de eenheden in deze sectie gaat het vaak om fabrieken waar gewoonlijk machines en apparaten worden gebruikt. Eenheden waar materialen of stoffen met de hand of in de eigen woning tot nieuwe producten worden verwerkt en die producten op de plaats waar deze zijn gemaakt, zelf verkopen, zoals bakkerijen en kleermakerijen, vallen echter ook onder deze sectie.

Industriële eenheden kunnen materialen zelf verwerken of dit aan andere eenheden uitbesteden. In beide gevallen valt dit onder de sectie Industrie.

Reparatie van huishoudelijke apparaten en consumptiegoederen wordt ingedeeld in afdeling 95;
de reparatie van (bedrijfs-)auto's en motoren in afdeling 45: de autobranche.

De vervaardiging van specifieke componenten en onderdelen, toebehoren en hulpstukken voor machines en apparaten wordt gewoonlijk ingedeeld in dezelfde klasse als de vervaardiging van de desbetreffende machines en apparaten.
De vervaardiging van niet-specifieke componenten en onderdelen voor machines en apparatuur, zoals motoren, zuigers, elektromotoren,
elektra-installatiemateriaal, kleppen, kogellagers, rollagers, worden in de passende klasse van de sectie industrie ingedeeld.

De sectie omvat niet:
- activiteiten die niet leiden tot een nieuw product, maar tot een gewijzigde versie van hetzelfde product:
* het opsplitsen van partijen stukgoederen in kleinere partijen, inclusief het verpakken, herverpakken;
* het bottelen van producten als alcoholhoudende dranken of chemicaliën;
* de montage van computers volgens de specifieke wensen van een klant;
* het mengen van verf;
Deze activiteiten worden ingedeeld in sectie G (groothandel en detailhandel).
16-18 Hout-, papier-, grafische industr.
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
16 Primaire houtbewerking en vervaardiging van artikelen van hout, kurk,
riet en vlechtwerk ( geen meubels)
17 Vervaardiging van papier, karton en papier- en kartonwaren
18 Drukkerijen, reproductie van opgenomen media
Aanvullende detailgegevens
De detailgegevens hebben betrekking op variabelen waarvoor elders in deze tabel alleen het totaal is opgenomen. Er zijn detailgegevens over verschillende bestedingsvariabelen. De totale consumptieve bestedingen worden gespecificeerd naar twee verschillende indelingen: de
bestedingsindeling en de verwervingsindeling. De bruto investeringen in vaste activa zijn nader gespecificeerd naar bedrijfsklasse van bestemming en naar type van activa. Verder zijn de gegevens over de uitvoer en invoer van goederen en diensten naar productgroepen afzonderlijk opgenomen.
Consumptieve bestedingen
Uitgaven aan goederen en diensten die worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van individuele of collectieve behoeften. De consumptieve bestedingen kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het buitenland worden gedaan, maar het gaat altijd om uitgaven door ingezeten institutionele eenheden, dat wil zeggen in Nederland gevestigde huishoudens, izw's t.b.v. huishoudens en overheidsinstanties. Consumptieve bestedingen worden gedaan door huishoudens, izw's t.b.v. huishoudens en de overheid. Ondernemingen consumeren niet: kosten aan goederen en diensten die ondernemingen maken ten behoeve van hun productie vallen hier niet onder, maar onder intermediair verbruik of investeringen. De overheid is een speciaal geval. Ook de overheid kent intermediair verbruik, naar analogie van ondernemingen. Maar de productie die de overheid levert en waar niet rechtstreeks voor wordt betaald, niet-markt-output (veiligheid bijvoorbeeld), valt onder de (overheids-)consumptie. Het heet dat de overheid 'haar eigen productie consumeert'. Binnen de nationale rekeningen moet alles wat wordt geproduceerd namelijk ook worden afgenomen. Dat de consumptie van de overheidsproductie bij de overheid zelf is neergelegd, is een conventie. Daarnaast bevat de overheidsconsumptie ook door de overheid verstrekte sociale uitkeringen in natura zoals basiszorg (gefinancierd uit AWBZ en de Zorgverzekeringswet) en huurtoeslag.
Bestedingsindeling consumptie
Hierbij staan de uitgaven voor consumptiegoederen en -diensten centraal.
De totale consumptieve bestedingen worden ingedeeld naar de sectoren die de consumptieve uitgaven financieren.
Indeling schema:
Totaal consumptieve bestedingen =
Consumptieve bestedingen door huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk (IZW) ten behoeve van huishoudens, waarvan:
Consumptieve bestedingen door huishoudens;
Consumptieve bestedingen door IZW ten behoeve van huishoudens.
Consumptieve bestedingen door de overheid, waarvan:
Collectieve consumptie door de overheid;
Individuele consumptie door de overheid.
Consumptie huishoudens incl. IZWh
Uitgaven aan goederen en diensten die door de sector huishoudens en de sector instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens (IZWh's) worden gebruikt voor de rechtstreekse bevrediging van hun behoeften.
Tot de consumptieve bestedingen door huishoudens behoren de volgende grensgevallen:
- inkomen in natura zoals huisvesting, voeding en kleding en de auto van de zaak
- diensten van woningen die door de eigenaar zelf worden bewoond en waarbij dus geen sprake is van werkelijk betaalde huur. Deze diensten zijn gewaardeerd met behulp van de huurprijzen voor vergelijkbare woningen
- producten die voor eigen gebruik zijn geproduceerd, bijvoorbeeld in de landbouw. De waarde ervan is gelijk aan de marktprijs voor deze of vergelijkbare producten
- duurzame consumptiegoederen, zoals personenauto's, huishoudelijke apparaten, meubilair en kleding. De aankoop door particulieren van woningen wordt echter gerekend tot de investeringen in vaste activa van huishoudens.

Niet alle bestedingen door huishoudens worden als consumptie gezien, huishoudens kunnen ook investeren. Dit betreft met name de aanschaf van een eigen woning en grote werkzaamheden hieraan, zoals verbouwingen en buitenschilderwerk. Kleine reparaties, schilderwerk binnen en de aanschaf van meubelen vallen wel onder consumptie. Ook de aanschaf van een auto en auto-reparaties worden als consumptie gezien.

De consumptieve bestedingen door instellingen zonder winstoogmerk (izw's) ten behoeve van huishoudens omvatten de niet-marktproductie van deze sector met uitzondering van de investeringen in eigen beheer.

De detailgegevens over de consumptieve bestedingen betreffen de binnenlandse particuliere consumptieve bestedingen. Hieronder vallen de consumptieve bestedingen in Nederland, ongeacht het ingezetenschap van de consument. Hieruit kunnen de consumptieve bestedingen door huishoudens worden afgeleid door de consumptie door niet-ingezetenen in Nederland in mindering te brengen en te registreren als uitvoer en de consumptie door ingezetenen in het buitenland erbij te tellen en te registreren als invoer.
Totaal
Consumptie goederen huishoudens
Consumptie van goederen door huishoudens en instellingen zonder winstoogmerk huishoudens.
Totaal
Consumptie diensten huishoudens
Consumptie van diensten.
Totaal
Huisvesting
De overkoepelende term voor verschillende typen onderkomens waarin men tijdelijk of permanent onderdak heeft om in te wonen en te slapen. Alle typen woningen zijn een vorm van huisvesting.
Horecadiensten
Maaltijdverstrekking en catering, drankverstrekking, logiesverstrekking.
Recreatie en cultuurdiensten
Consumptie in diensten met betrekking tot recreatie en cultuur.
Vervoer en communicatie diensten
Consumptie in diensten m.b.t. vervoer en communicatie.
Medische diensten en welzijnszorg
Consumptie in medische diensten en welzijnszorg.
Financiële en zakelijke diensten
Consumptie in financiële en zakelijke diensten.
Overige diensten
Consumptie van niet elders ingedeelde diensten door huishoudens en
instellingen zonder winstoogmerk huishoudens.
Binnenlands consumptie huishoudens
Alle consumptie die in Nederland plaatsvindt. Consumptie door Nederlandse huishoudens in het buitenland valt hier dus niet onder, consumptie door buitenlandse huishoudens in Nederland wel.
Consumptie ingezetenen in het buitenland
De consumptie door Nederlandse ingezetenen in het buitenland, zoals uitgaven tijdens vakantie.
Consumptie niet-ingezetenen in Nederland
De consumptie door niet-ingezetenen in Nederland, zoals uitgaven tijdens vakantie.
Uitvoer naar productgroepen
Uitvoer van goederen en diensten, gespecificeerd naar productgroepen conform de standaardindeling CPA 2008.
Hout- en papierwaren, drukwerk
Hout en houtproducten, papier en karton, sanitaire en huishoudelijke producten van papier, papier- en kartonwaren. Boeken, brochures en dergelijk drukwerk, drukwerk voor bladen en tijdschriften, bladen (abonnementen), bladen (advertenties), cd's, floppy's, cassettes en andere bespeelde informatiedragers, naslagwerken, bindwerk, grafische afwerking, zetten en stereotyperen, overig drukwerk.
Invoer naar productgroepen
Uitvoer van goederen en diensten, gespecificeerd naar productgroepen conform de standaardindeling CPA 2008.
Hout- en papierwaren, drukwerk
Hout en houtproducten, papier en karton, sanitaire en huishoudelijke producten van papier, papier- en kartonwaren. Boeken, brochures en dergelijk drukwerk, drukwerk voor bladen en tijdschriften, bladen (abonnementen), bladen (advertenties), cd's, floppy's, cassettes en andere bespeelde informatiedragers, naslagwerken, bindwerk, grafische afwerking, zetten en stereotyperen, overig drukwerk.