Landbouw; arbeidskrachten naar regio

Landbouw; arbeidskrachten naar regio

Geslacht Regio's Perioden Bedrijven met arbeidskrachten Niet-regelmatig werkzaam (aantal)
Totaal Nederland 2023 38.593
Totaal Noord-Nederland (LD) 2023 7.255
Totaal Oost-Nederland (LD) 2023 13.089
Totaal West-Nederland (LD) 2023 9.235
Totaal Zuid-Nederland (LD) 2023 9.014
Totaal Groningen (PV) 2023 1.863
Totaal Fryslân (PV) 2023 3.372
Totaal Drenthe (PV) 2023 2.020
Totaal Overijssel (PV) 2023 5.229
Totaal Flevoland (PV) 2023 1.345
Totaal Gelderland (PV) 2023 6.515
Totaal Utrecht (PV) 2023 1.877
Totaal Noord-Holland (PV) 2023 2.562
Totaal Zuid-Holland (PV) 2023 3.034
Totaal Zeeland (PV) 2023 1.762
Totaal Noord-Brabant (PV) 2023 6.663
Totaal Limburg (PV) 2023 2.351
Totaal Oost-Groningen (CR) 2023 496
Totaal Delfzijl en omgeving (CR) 2023 247
Totaal Overig Groningen (CR) 2023 1.120
Totaal Noord-Friesland (CR) 2023 1.351
Totaal Zuidwest-Friesland (CR) 2023 1.038
Totaal Zuidoost-Friesland (CR) 2023 983
Totaal Noord-Drenthe (CR) 2023 694
Totaal Zuidoost-Drenthe (CR) 2023 684
Totaal Zuidwest-Drenthe (CR) 2023 642
Totaal Noord-Overijssel (CR) 2023 1.953
Totaal Zuidwest-Overijssel (CR) 2023 734
Totaal Twente (CR) 2023 2.542
Totaal Veluwe (CR) 2023 1.988
Totaal Achterhoek (CR) 2023 2.541
Totaal Arnhem/Nijmegen (CR) 2023 789
Totaal Zuidwest-Gelderland (CR) 2023 1.197
Totaal Utrecht (CR) 2023 1.877
Totaal Kop van Noord-Holland (CR) 2023 1.475
Totaal Alkmaar en omgeving (CR) 2023 248
Totaal IJmond (CR) 2023 93
Totaal Agglomeratie Haarlem (CR) 2023 13
Totaal Zaanstreek (CR) 2023 82
Totaal Groot-Amsterdam (CR) 2023 583
Totaal Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2023 68
Totaal Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2023 410
Totaal Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2023 161
Totaal Delft en Westland (CR) 2023 535
Totaal Oost-Zuid-Holland (CR) 2023 696
Totaal Groot-Rijnmond (CR) 2023 853
Totaal Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2023 379
Totaal Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2023 704
Totaal Overig Zeeland (CR) 2023 1.058
Totaal West-Noord-Brabant (CR) 2023 1.473
Totaal Midden-Noord-Brabant (CR) 2023 1.196
Totaal Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2023 2.185
Totaal Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2023 1.809
Totaal Noord-Limburg (CR) 2023 1.092
Totaal Midden-Limburg (CR) 2023 684
Totaal Zuid-Limburg (CR) 2023 575
Totaal Flevoland (CR) 2023 1.345
Totaal Bouwhoek en Hogeland (LG) 2023 1.090
Totaal Veenkoloniën en Oldambt (LG) 2023 1.955
Totaal Noordelijk Weidegebied (LG) 2023 5.073
Totaal Oostelijk Veehouderijgebied (LG) 2023 7.752
Totaal Centraal Veehouderijgebied (LG) 2023 1.992
Totaal IJsselmeerpolders (LG) 2023 1.819
Totaal Westelijk Holland (LG) 2023 3.232
Totaal Waterland en Droogmakerijen (LG) 2023 523
Totaal Hollands/Utrechts Weidegebied (LG) 2023 2.017
Totaal Rivierengebied (LG) 2023 2.037
Totaal Zuidwestelijk Akkerbouwgebied (LG) 2023 2.922
Totaal Zuidwest-Brabant (LG) 2023 916
Totaal Zuidelijk Veehouderijgebied (LG) 2023 6.690
Totaal Zuid-Limburg (LG) 2023 575
Totaal De Marne (LB) 2023 .
Totaal Centraal Weidegebied in Groningen (LB) 2023 105
Totaal Oostelijke Bouwstreek in Groningen (LB) 2023 581
Totaal Westerwolde en Gron. Veenkoloniën (LB) 2023 365
Totaal Groninger zuidelijk Westerkwartier (LB) 2023 435
Totaal Oostelijk Hogeland (LB) 2023 377
Totaal Noordelijk Friesland (LB) 2023 713
Totaal Weidestreek in Friesland (LB) 2023 1.253
Totaal De Wouden (LB) 2023 1.349
Totaal Eilanden (LB) 2023 57
Totaal Weidegebied van het Noorderveld (LB) 2023 120
Totaal Smilde en Centr. Zandgebied in Dr. (LB) 2023 404
Totaal Zuidw. Weidegebied in Drenthe (LB) 2023 526
Totaal Zuidelijk Zandgebied in Drenthe (LB) 2023 365
Totaal Drentse Veenkoloniën en Hondsrug (LB) 2023 605
Totaal Weidegebied in Overijssel (LB) 2023 1.228
Totaal Noordoost-Overijssel (LB) 2023 725
Totaal Twente (LB) 2023 2.405
Totaal Salland (LB) 2023 871
Totaal Noordoostelijke Polder (LB) 2023 663
Totaal Zuidelijke IJsselmeerpolders (LB) 2023 682
Totaal Oostelijke Veluwe (LB) 2023 531
Totaal IJsselstreek (LB) 2023 327
Totaal Zuidelijk Gelderland (LB) 2023 591
Totaal Oostelijke Betuwe en Nijmegen (LB) 2023 98
Totaal Veluwezoom en Betuwe (LB) 2023 1.032
Totaal Bommelerwaard (LB) 2023 247
Totaal Westelijke Veluwe (LB) 2023 1.221
Totaal Achterhoek (LB) 2023 2.468
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens op regioniveau over het aantal arbeidskrachten werkzaam op agrarische bedrijven, over het arbeidsvolume en over het aantal bedrijven met de verschillende soorten arbeidskrachten.

De gegevens voor deze tabel komen uit de landbouwtelling. De landbouwtelling maakt deel uit van de gecombineerde opgave, die onder meer gebruikt wordt voor de uitvoering van het landbouwbeleid en handhaving van de Meststoffenwet.

De regionale indeling van de Landbouwtelling is gebaseerd op het hoofdvestigingsadres. Hierdoor kan de regio, waaraan de landbouwactiviteiten (houden van dieren, teelt van gewassen) worden toegerekend, afwijken van de plaats waar deze activiteiten daadwerkelijk plaatsvinden.

De gegevens over arbeidskrachten hebben betrekking op de periode april tot en met maart voorafgaand aan de landbouwtelling.

In 2022 maken paarden, pony’s en ezels geen onderdeel uit van de Landbouwtelling. Dit heeft invloed op de bedrijfstypering en het totaal aantal landbouwbedrijven in de Landbouwtelling. Bedrijven met paarden en pony's die eerder ingedeeld werden bij 'paard -en ponybedrijven' worden in 2022, als er naast het houden van paarden en pony's ook nog landbouwactiviteiten zijn, ingedeeld bij een ander bedrijfstype. Dit heeft met name effect op graasdierbedrijven en 'akkerbouwbedrijven met vooral voedergewassen', hier treedt een duidelijke trendbreuk op.

Met ingang van 2018 wordt het aantal vleeskalveren, vleesvarkens, kippen en kalkoenen bijgesteld bij tijdelijke leegstand op de peildatum. Voor de bijstelling wordt gebruik gemaakt van de opgave van voorgaand jaar.
De Landbouwtelling is een structuur enquête, daarin is een bijstelling bij tijdelijke leegstand o.a. van belang voor de bepaling van het bedrijfstype en de economische omvang van de bedrijven.
Bij de omvang van de veestapels is het aantal dieren op de peildatum van belang, daarom worden de dieraantallen in de veestapeltabellen niet bijgesteld bij tijdelijke leegstand.
Als gevolg hiervan kunnen er verschillen optreden tussen de dieraantallen in de Landbouwtellingstabellen en de veestapeltabellen (zie ‘koppeling naar relevante tabellen en artikelen’).

Met ingang van 2017 worden de dieraantallen in toenemende mate afgeleid uit I&R registers (Identificatie en Registratie van dieren), in plaats van d.m.v. directe uitvraag in de Gecombineerde Opgave. De I&R registers vallen onder verantwoordelijkheid van RVO (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Sinds 2017 worden de rundvee aantallen afgeleid uit I&R-rund, en vanaf 2018 worden ook schapen, geiten en pluimvee afgeleid uit de betreffende I&R registers. De registratie van rundvee, schapen en geiten vindt rechtstreeks bij RVO plaats. Pluimvee gegevens worden ingewonnen via de aangewezen databank Koppel Informatiesysteem Pluimvee (KIP) van Avined. Avined is een brancheorganisatie voor de eier- en pluimveevleessector. Avined geeft de gegevens door aan de centrale database van RVO.nl. Door de overgang naar het gebruik van I&R registers treedt er voor schapen en geiten vanaf 2018 een wijziging in de indeling op.

Met ingang van 2016 wordt voor de afbakening van de Landbouwtelling gebruik gemaakt van informatie uit het Handelsregister. Inschrijving in het Handelsregister met een agrarische SBI (Standaard BedrijfsIndeling) is leidend bij de bepaling of er sprake is van een landbouwbedrijf. Met deze afbakening wordt zo nauw mogelijk aangesloten bij de statistische verordeningen van Eurostat en de (Nederlandse) implementatie van het begrip 'actieve landbouwer' uit het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB).

De afbakening van de Landbouwtelling op basis van informatie uit het Handelsregister heeft vooral invloed op het aantal bedrijven, hier treedt een duidelijke trendbreuk op. De invloed op arealen (behalve bij niet-cultuurgrond en natuurlijk grasland) en de dieraantallen (behalve bij schapen, en paarden en pony's) zijn beperkt. Dit heeft met name te maken met het soort bedrijven dat bij de nieuwe afbakening wordt uitgesloten (zoals maneges, kinderboerderijen en natuurbeheer organisaties).

Met ingang van 2011 zijn er wijzigingen doorgevoerd in de geografische toedeling van bedrijven met hoofdvestiging in het buitenland. Dit kan met name in de grensgebieden invloed hebben op de regionale cijfers.

Met ingang van 2010 wordt een nieuwe norm voor de economische omvang van bedrijven en een nieuwe bedrijfstypering gehanteerd. Tot en met 2009 werd de economische omvang van agrarische bedrijven uitgedrukt in NGE (Nederlandse Grootte-Eenheid). Met ingang van 2010 is dit vervangen door SO (Standaard Opbrengst). Hierdoor wijzigt de ondergrens voor opname van bedrijven in de publicatie van de Landbouwtelling van 3 nge in 3000 euro SO.
Voor vergelijkbaarheid in de tijd zijn de gegevens van 2000 tot en met 2009 herberekend op basis van SO-normen en -indelingen. SO-normen worden om de drie jaar geactualiseerd. De meest recente actualisatie vond plaats in 2016; bij de herberekening zijn de SO-normen uit 2010 gehanteerd.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers: De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen per 29 maart 2024: de definitieve cijfers van 2023 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Volgens de reguliere planning verschijnen in november de voorlopige cijfers en in maart van het jaar daarna volgen de definitieve cijfers.

Toelichting onderwerpen

Bedrijven met arbeidskrachten
Agrarische bedrijven met werkzame personen.

Let op:
De som van onderliggende delen kan groter zijn dan het totaal voor de hele groep, omdat bij een bedrijf meerdere typen werkzame personen kunnen voorkomen (zo’n bedrijf telt mee voor ieder afzonderlijk type, maar slechts eenmaal in het totaal).
Niet-regelmatig werkzaam
Personen die werkzaam zijn op het agrarisch bedrijf op basis van losse contracten voor bepaalde tijd, voor bepaald werk of gelegenheidswerk.
_
Van de niet-regelmatig werkzame arbeidskrachten is alleen het totaal aantal werkdagen bekend. Daardoor is alleen arbeidsjaareenheden en het aantal bedrijven beschikbaar.
_
In 2003 en vanaf 2005 inclusief arbeid door niet-rechtstreeks door het bedrijf tewerkgestelde personen (bijvoorbeeld loonwerkers).
Van 2000 tot en met 2002 en in 2004 is hier niet apart naar gevraagd.
Helaas kan voor deze jaren niet worden vastgesteld of de arbeid door niet-rechtstreeks door het bedrijf tewerkgestelde personen is meegeteld.