Positie werkkring en arbeidsduur

© ANP
In het tweede kwartaal van 2016 bestond de werkzame beroepsbevolking uit bijna 8,4 miljoen personen, dat zijn er 90 duizend meer dan een jaar eerder. Daarmee is dit het zevende opeenvolgende kwartaal waarin het aantal werkzame personen hoger ligt dan in hetzelfde kwartaal van het jaar ervoor.

Het aantal werkenden nam in de eerste helft van 2015 toe. Daarna bleef het enkele maanden vrijwel gelijk om vanaf het einde van het jaar weer toe te nemen. In de eerste helft van 2016 heeft deze stijging zich voortgezet.

 

Vooral meer flexwerkers, maar ook meer vaste werknemers

Het aantal vaste arbeidskrachten is de afgelopen jaren fors teruggelopen. Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2011 is het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie met 400 duizend geslonken. In het tweede kwartaal van 2016 waren er bijna 5,2 miljoen werknemers met een vast contract. Dat zijn er 15 duizend meer dan een jaar eerder. Daarmee neemt het aantal vaste werknemers voor het eerst sinds 2009 weer toe ten opzichte van hetzelfde kwartaal van een jaar eerder.

Naast het aantal vaste werknemers nam ook het aantal werknemers met een flexibel contract toe. In het tweede kwartaal van 2016 waren er ruim 1,8 miljoen werknemers met een flexibele arbeidsrelatie. Dat zijn er 72 duizend meer dan een jaar eerder. Het aantal werknemers met een flexibel contract neemt al sinds medio 2010 toe.

Evenals het aantal werknemers met een flexibel contract zit ook het aantal zelfstandigen al jaren in de lift. In het tweede kwartaal 2016 was hun aantal echter vrijwel even groot als een jaar eerder en waren er bijna 1,4 miljoen personen met een hoofdbaan als zelfstandige. Sinds 2008 ligt dit aantal in bijna elk kwartaal hoger dan in hetzelfde kwartaal van het voorgaande jaar. De toename is vrijwel volledig toe te schrijven aan zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers).



Vooral meer voltijders, maar ook iets meer deeltijders dan een jaar eerder

Ruim de helft van de bijna 8,4 miljoen werkenden werkt voltijds. Zij werken minimaal 35 uur per week. In het tweede kwartaal van 2016 waren er ruim 4,3 miljoen voltijders. Sinds de tweede helft van 2014 zit het aantal voltijders in de lift. Hun aantal ligt sindsdien in elk kwartaal hoger dan in hetzelfde kwartaal van een jaar eerder. In het tweede kwartaal van 2016 waren er 75 duizend voltijders meer dan een jaar eerder.

Bijna de helft van alle werkenden werkt in deeltijd, dat wil zeggen minder dan 35 uur per week. In het tweede kwartaal waren er bijna 4,1 miljoen deeltijders. Hiervan hadden er 1,6 miljoen een kleine deeltijdbaan (minder dan 20 uur per week) en bijna 2,5 miljoen een grote deeltijdbaan (20 tot 35 uur per week).

De afgelopen jaren zijn er vooral personen met een grote deeltijdbaan bijgekomen. Tussen het tweede kwartaal van vorig jaar en het tweede kwartaal van 2016 kwamen er 64 duizend mensen bij met een grote deeltijdbaan. In dezelfde periode nam het aantal personen met een kleine deeltijdbaan juist af met 50 duizend. Door deze twee tegengestelde ontwikkelingen kwam het totaal aantal deeltijders in het tweede kwartaal van 2016 per saldo 14 duizend hoger uit dan een jaar eerder.