Daling arbeidsvolume landbouw, aandeel gezinsarbeid verder afgenomen

In 2012 is het arbeidsvolume in de landbouw ten opzichte van 2011 met 3 procent gedaald tot 161 duizend arbeidsjaareenheden. In de periode 2000 – 2012 daalde het totale arbeidsvolume met een kwart. Het aandeel gezinsarbeid daalde tot 56 procent.

Arbeidsvolume landbouwbedrijven 2000 – 2012*

2012-arbeid-2012-g1

Aandeel gezinsarbeidskrachten neemt af

De arbeid die door gezinsarbeidskrachten werd geleverd, is in 2012 verder gedaald tot 90 duizend arbeidsjaareenheden. Dat is een daling van 4 procent ten opzichte van 2011. Het aandeel gezinsarbeid in het totale arbeidsvolume is teruggelopen tot 56 procent. In 2000 was dit aandeel nog 66 procent. De daling wordt deels gecompenseerd door de inzet van tijdelijke arbeidskrachten. Het aandeel hiervan is gestegen van 9 procent in 2000 tot 17 procent in 2012.

Daling grootst bij tuinbouwbedrijven

Ten opzichte van 2000 daalde de gezinsarbeid bij alle hoofdbedrijfstypen. De tuinbouwbedrijven tekenden voor de grootste afname. Het aandeel daalde bij deze groep met 14 procent. Bij de akkerbouwbedrijven en graasdierbedrijven was de afname gering, respectievelijk 2 en 3 procent. Opvallend zijn de verschillen in het aandeel gezinsarbeid per hoofdbedrijfstype. Zo bedroeg dit aandeel in 2012 bij de graasdierbedrijven 86 procent en bij de tuinbouwbedrijven slechts 19 procent.

Aandeel gezinsarbeid naar hoofdbedrijfstype

2012-arbeid-2012-g2

Marius Reitsema

Bron: StatLine