Spanningsmeter arbeidsmarkt

Wat is de spanningsmeter arbeidsmarkt?

De spanningsmeter arbeidsmarkt is een grafische weergave van de spanning op de arbeidsmarkt. Spanning volgt uit de balans tussen vraag naar extra arbeid en het beschikbare aanbod hiervan. De spanning op de arbeidsmarkt is bijvoorbeeld hoog als er een grote vraag is naar extra werknemers, gecombineerd met een lage werkloosheid. Neemt de vraag naar extra werknemers af dan zal ook de spanning afnemen, ook al is de werkloosheid nog laag. Er is een sterke relatie tussen de spanning op de arbeidsmarkt en de loonontwikkeling. Een gespannen arbeidsmarkt resulteert in de regel in een sterke loonontwikkeling terwijl de druk op de lonen afneemt bij een afnemende spanning op de arbeidsmarkt.

Het bepalen van de spanning op de arbeidsmarkt gebeurt in de arbeidsmarktspanningsmeter met behulp van een set indicatoren voor de vraag naar extra arbeid en het vrij beschikbare aanbod van arbeid. De spanningsmeter wordt ieder kwartaal geüpdatet. Deze update vindt plaats ca 45 dagen na afloop van het kwartaal.

De vier situaties op de arbeidsmarkt

Spanningsmeter arbeidsmarkt

Op de horizontale as van de spanningsmeter arbeidsmarkt staat het aanbod van arbeid en op de verticale as de vraag naar extra werknemers. Hierdoor ontstaan vier kwadranten, die overeenkomen met de vier mogelijke situaties op de arbeidsmarkt.

Gespannen arbeidsmarkt (rechtsboven) - de vraag naar arbeid is bovengemiddeld terwijl het beschikbare aanbod van arbeid (de werkloosheid) laag is.

Afzwakkende arbeidsmarkt (rechtsonder) - de vraag naar arbeid is afgenomen tot benedengemiddeld terwijl het aanbod van arbeid (de werkloosheid) nog steeds laag is.

Ruime arbeidsmarkt (linksonder) - de vraag naar extra arbeid is nog steeds benedengemiddeld, terwijl het aanbod van arbeid (de werkloosheid) gestegen is tot bovengemiddeld.

Aantrekkende arbeidsmarkt (linksboven) - de vraag naar extra arbeid is toegenomen tot bovengemiddeld, maar de arbeidsmarkt is nog niet gespannen omdat de werkloosheid nog relatief hoog is.

De gebruikte indicatoren

Het beschikbare aanbod van extra arbeid wordt weergegeven door het werkloosheidspercentage (werkloze beroepsbevolking/beroepsbevolking).

Voor de arbeidsvraag wordt uitgegaan van het totaal aantal vacatures gedeeld door het gemiddeld aantal banen.

Interpretatie van de spanningsmeter

Arbeidsvraag en arbeidsaanbod zijn in de figuur opgenomen als gestandaardiseerde afwijkingen van het gemiddelde van één complete conjunctuurcyclus. Dat betekent dat de 0 in feite de gemiddelde ontwikkeling betekent, een positieve waarde een bovengemiddelde realisatie, een negatieve een benedengemiddelde realisatie.

Het doel van de spanningsmeter arbeidsmarkt is niet om de spanning op de arbeidsmarkt te kwantificeren. De karakterisering van de arbeidsmarkt is gebaseerd op de positie in het diagram, die volgt uit de waarde voor de realisaties van vraag en aanbod (y- en x-as). Er wordt dus geen waarde voor de spanning op de arbeidsmarkt berekend. De karakterisering in vier fasen is echter wel robuust. De opzet is ook niet dat de meter noodzakelijkerwijs als een klok rondgaat. De actuele situatie op de arbeidsmarkt bepaalt in welk kwadrant de meter terechtkomt, en dat hoeft niet altijd volgens het patroon gespannen-afnemende spanning-niet gespannen-toenemende spanning te zijn.

Wijzigingen per november 2013

Per november 2013 is de spanningsmeter op enige punten vereenvoudigd. De additionele arbeidsvraag is nu gebaseerd op één indicator: de vacaturegraad (aantal vacatures gedeeld door het gemiddeld aantal banen). In de oorspronkelijke spanningsmeter omvatte de vraagindicator meerdere deelindicatoren waaronder de personeelsverwachtingen voor industrie, de uitzendbranche en de zakelijke dienstverlening.

In de aangepaste spanningsmeter zijn de arbeidsvraag en arbeidsaanbod berekend als gestandaardiseerde afwijkingen van het gemiddelde van één complete conjunctuurcyclus. In de oorspronkelijke spanningsmeter werden de gegevens afgezet tegen de gemiddelden van alle waarnemingen. Dit leidde ertoe dat het toevoegen van nieuwe waarnemingen kon leiden tot wijziging van eerdere resultaten.