Arbeidsmarkt minder krap in het eerste kwartaal van 2025

Dit zijn de nieuwste cijfers over dit onderwerp. Bekijk eerdere cijfers.
© CBS
Het aantal vacatures nam in het eerste kwartaal af met 7 duizend terwijl het aantal werklozen met 16 duizend toenam. De arbeidsmarkt werd hierdoor minder krap. Voor elke 100 werklozen waren er 101 openstaande vacatures. Het aantal banen daalde voor het eerst in ruim 4 jaar licht (-14 duizend). Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
Spanning op de arbeidsmarkt, seizoengecorrigeerd
JaarKwartaalVacatures per 100 werklozen (vacatures per 100 werklozen)
20151e kwartaal17
20152e kwartaal18
20153e kwartaal19
20154e kwartaal20
20161e kwartaal22
20162e kwartaal23
20163e kwartaal26
20164e kwartaal28
20171e kwartaal32
20172e kwartaal36
20173e kwartaal40
20174e kwartaal45
20181e kwartaal50
20182e kwartaal54
20183e kwartaal57
20184e kwartaal60
20191e kwartaal66
20192e kwartaal68
20193e kwartaal66
20194e kwartaal67
20201e kwartaal56
20202e kwartaal43
20203e kwartaal41
20204e kwartaal45
20211e kwartaal56
20212e kwartaal78
20213e kwartaal93
20214e kwartaal106
20221e kwartaal134
20222e kwartaal142
20223e kwartaal120
20224e kwartaal122
20231e kwartaal121
20232e kwartaal121
20233e kwartaal113
20234e kwartaal114
20241e kwartaal110
20242e kwartaal109
20243e kwartaal106
20244e kwartaal107
2025*1e kwartaal101
*voorlopige cijfers

Ontwikkeling arbeidsmarkt, seizoengecorrigeerd
JaarKwartaalWerklozen (ILO-definitie) (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)Vacatures (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)Banen (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)
20151e kwartaal7628
20152e kwartaal-18532
20153e kwartaal-24335
20154e kwartaal-21040
20161e kwartaal-24713
20162e kwartaal-15552
20163e kwartaal-37743
20164e kwartaal-29955
20171e kwartaal-221560
20172e kwartaal-191964
20173e kwartaal-25974
20174e kwartaal-301372
20181e kwartaal-311077
20182e kwartaal-131563
20183e kwartaal-51063
20184e kwartaal-19355
20191e kwartaal-141759
20192e kwartaal-10135
20193e kwartaal15235
20194e kwartaal-4144
20201e kwartaal-38-68-2
20202e kwartaal73-19-311
20203e kwartaal6819171
20204e kwartaal-382-4
20211e kwartaal-453011
20212e kwartaal-2976144
20213e kwartaal-1746170
20214e kwartaal-292267
20221e kwartaal-3261117
20222e kwartaal-1111111
20223e kwartaal45-1883
20224e kwartaal-13-874
20231e kwartaal-2-536
20232e kwartaal-7-1022
20233e kwartaal16-740
20234e kwartaal-6-538
20241e kwartaal13029
20242e kwartaal-3-823
20243e kwartaal4-423
20244e kwartaal0441
2025*1e kwartaal16-7-14
*voorlopige cijfers

Aan het einde van het eerste kwartaal stonden er 395 duizend vacatures open. Dat zijn 7 duizend vacatures minder dan in het vierde kwartaal van 2024. In dat kwartaal steeg het aantal juist met 4 duizend, wat de eerste toename was sinds halverwege 2022. De meeste vacatures zijn in de handel, de zorg en de zakelijke dienstverlening. Deze drie bedrijfstakken zijn goed voor ruim de helft van alle openstaande vacatures.

Vacatures in de industrie en handel nemen meest af

In de meeste bedrijfstakken daalde het aantal vacatures licht met 1 duizend of bleef het ongeveer gelijk in het eerste kwartaal. In de industrie en handel was de afname met 2 duizend het grootst en stonden aan het einde van het eerste kwartaal respectievelijk 31 duizend en 71 duizend vacatures open.

Meer vacatures in financiële dienstverlening en bouw

In de financiële dienstverlening en de bouw nam het aantal vacatures met 2 duizend toe, waardoor er respectievelijk 10 duizend en 30 duizend vacatures openstonden aan het einde van het eerste kwartaal.

Openstaande vacatures, seizoengecorrigeerd
Bedrijfstak1e kwartaal 2025* (x 1 000)4e kwartaal 2024 (x 1 000)
Handel70,872,6
Zorg67,067,3
Zakelijke dienstverlening64,265,1
Industrie30,632,9
Bouwnijverheid29,628,0
Horeca29,229,8
Openbaar bestuur25,026,3
Informatie en communicatie17,518,9
Vervoer en opslag16,716,9
Cultuur, recreatie en
overige diensten
12,413,4
Onderwijs11,911,5
Financiële dienstverlening9,98,4
Landbouw en visserij3,43,4
Verhuur en handel
onroerend goed
2,73,2
*voorlopige cijfers

Minder nieuwe en meer vervulde vacatures

In het eerste kwartaal ontstonden er 365 duizend vacatures, dat is 2 duizend minder dan in het vierde kwartaal. Er werden in totaal 372 duizend vacatures vervuld. Dat is 9 duizend meer dan een kwartaal eerder.

Vacaturegraad neemt toe

De vacaturegraad nam in het afgelopen kwartaal iets toe, tot 44. Dit betekent dat er per duizend banen van werknemers 44 vacatures open stonden. De bedrijfstak met de hoogste vacaturegraad bleef de bouw (81). Al langere tijd is de vacaturegraad in het onderwijs het laagst. In het eerste kwartaal ging het om 17 vacatures per duizend banen.

Afname van zelfstandigenbanen

In het eerste kwartaal nam het aantal banen af met 14 duizend, een daling van 0,1 procent. Het is de eerste afname sinds het vierde kwartaal van 2020. De afname komt door een daling van het aantal zelfstandigenbanen met 52 duizend (-2,0 procent). Deze ontwikkeling past bij het beeld dat bedrijven naar verwachting minder zzp’ers zullen inhuren in 2025. Zie ook: Ruim 4 op de 10 bedrijven verwachten minder zzp’ers in te huren in 2025.

Het aantal zelfstandigenbanen bedroeg ruim 2,5 miljoen. Ruim 1 op de 5 banen is een zelfstandigenbaan. Bij werknemers nam het aantal banen toe met 38 duizend (+0,4 procent), naar ruim 9,1 miljoen.

Minder banen in meerdere bedrijfstakken

Het aantal banen daalde in de handel, vervoer en horeca met 23 duizend (0,8 procent). In deze bedrijfstak was zowel het aantal banen van werknemers als dat van zelfstandigen lager dan in het kwartaal ervoor. Ook in de zorg (-7 duizend), bouwnijverheid (-5 duizend), de industrie en het onderwijs (beide -3 duizend), nam het aantal banen af.

In het openbaar bestuur kwamen er in het eerste kwartaal 6 duizend banen bij. Dit zijn werknemersbanen. Ook in de uitzendbranche (+5 duizend) en de ICT (+4 duizend) nam het aantal banen toe.

Ontwikkeling banen, seizoengecorrigeerd, 1e kwartaal 2025 1)
BedrijfstakOntwikkeling banen, seizoengecorrigeerd (verandering t.o.v. kwartaal eerder, x 1 000)
Openbaar bestuur6
Uitzendbureaus5
Informatie en communicatie4
Zakelijke dienstverlening
(excl. uitzendbureaus)
1
Verhuur en handel onroerend goed0
Landbouw en visserij0
Financiële dienstverlening0
Onderwijs-3
Industrie-3
Bouwnijverheid-5
Zorg-7
Handel, vervoer en horeca-23
1) In de cultuur, recreatie en overige diensten kwamen er in het eerste kwartaal de meeste banen bij (10 duizend, 1,7 procent). Deze bedrijfstak is uit de grafiek en tekst weggelaten, omdat de stijging niet het gevolg is van een economische ontwikkeling, maar van een administratieve wijziging. Hierdoor worden er meer werknemersbanen in de bedrijfstak overige diensten ingedeeld dan voorheen.

Gewerkte uren gedaald

Werknemers en zelfstandigen werkten in het eerste kwartaal in totaal ruim 3,7 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, 0,5 procent minder dan het kwartaal ervoor. Het aantal gewerkte uren van zelfstandigen daalde het relatief meest, met 1,8 procent. Het aantal gewerkte uren van werknemers daalde met 0,2 procent.

Werkloosheid toegenomen

Er waren in het eerste kwartaal 390 duizend mensen werkloos, dat is 3,8 procent van de beroepsbevolking. Hiermee is de werkloosheid toegenomen ten opzichte van een kwartaal eerder, toen het werkloosheidspercentage 3,7 was.

Het gaat bij werklozen om mensen die geen betaald werk hebben, maar daar wel recent naar hebben gezocht en op korte termijn beschikbaar zijn. De werkloosheid nam bij alle leeftijdsgroepen (15 tot 25, 25 tot 45 en 45 tot 75 jaar) toe.

Meer nieuwe baanzoekers

Het aantal werklozen in het eerste kwartaal van 2025 is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. Het onderstaande schema laat die stromen zien.



Aan de ene kant kwamen er werklozen bij doordat mensen op zoek gingen naar werk maar niet direct een baan vonden (van niet-beroepsbevolking naar werkloos). Deze stroom was groter dan de tegenovergestelde stroom van werkloos naar niet-beroepsbevolking. Per saldo was er daardoor in het eerste kwartaal van 2025 een toestroom van 38 duizend werklozen vanuit de niet-beroepsbevolking. Dit is meer dan in het vorige kwartaal (23 duizend). De niet-beroepsbevolking bestaat uit mensen die niet kort geleden naar werk hebben gezocht en/of daarvoor niet direct beschikbaar waren.

Aan de andere kant daalde de werkloosheid doordat meer werklozen werk vonden dan er werkenden werkloos raakten. Hierdoor liep de werkloosheid in het eerste kwartaal terug met 22 duizend. Dit is ongeveer evenveel als in het vorige kwartaal (23 duizend). Bij elkaar resulteerden deze onderliggende stromen in een toename van 16 duizend werklozen.

Vooral meer kortdurend werklozen

Het aantal langdurig werklozen, degenen die al een jaar of langer op zoek zijn naar werk, nam in het eerste kwartaal van 2025 licht toe, van 60 duizend naar 63 duizend. Het aantal werklozen die korter dan een jaar zonder werk zitten, nam toe van 314 duizend naar 328 duizend. Het percentage langdurig werklozen bleef met 16 procent gelijk ten opzichte van een kwartaal eerder.

Onbenut arbeidspotentieel toegenomen

Mensen zonder werk die óf niet recent naar werk hebben gezocht óf die niet direct zouden kunnen beginnen, zijn niet opgenomen in de werkloosheidscijfers. Bovendien blijven deeltijdwerkers die meer uren willen werken buiten beschouwing. Het CBS brengt de omvang en samenstelling van deze deelgroepen van het zogenoemde onbenut arbeidspotentieel wel in kaart.

Bevolking van 15 tot 75 jaar Niet-beroepsbevolking Niet gezocht en niet beschikbaar Gezocht en niet beschikbaar Beschikbaar en niet gezocht Beroepsbevolking Werkloos (ILO-definitie) Werkzaam Deeltijd Wil meer uren werken, beschikbaar Voltijd


Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit vier deelgroepen. Het ging in het eerste kwartaal naast 390 duizend werklozen om 179 duizend mensen die direct beschikbaar waren voor werk, maar niet recent hebben gezocht. Daarnaast waren er 104 duizend mensen die niet beschikbaar waren, maar wel hebben gezocht. Deze twee laatste groepen worden ook wel semiwerklozen genoemd. De vierde groep bestond uit 518 duizend onderbenutte deeltijdwerkers. In tegenstelling tot de andere groepen hebben zij wél betaald werk. Zij geven aan in deeltijd te werken, meer uren te willen werken en hiervoor ook direct beschikbaar te zijn. De toename van het onbenut arbeidspotentieel komt door een toename van het aantal werklozen en het aantal onderbenutte deeltijdwerkers. Het aantal semiwerklozen nam iets af.