Het deel van de betalingsbalans, waarop de transacties in het zogenaamde lopende verkeer met het buitenland zijn verantwoord, dat wil zeggen het goederen- en dienstenverkeer benevens de inkomenstransacties. Tot de laatste behoren behalve de primaire inkomens (kapitaalopbrengsten, arbeidsloon, enz.) ook de overgedragen inkomens (ontwikkelingshulp met een consumptieve bestemming, transacties met de EU in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, uitkeringen sociale fondsen e.d.).