Spanning op arbeidsmarkt niet veranderd

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© ANP / Peter Hilz

Erratum:

In de grafiek Openstaande vacatures, seizoengecorrigeerd* stonden cijfers die niet overeenkwamen met de cijfers op StatLine. Dat is aangepast.
Het aantal vacatures nam in het tweede kwartaal van 2025 af met 7 duizend en het aantal werklozen met 4 duizend. De spanning op de arbeidsmarkt bleef hierdoor nagenoeg gelijk; voor elke 100 werklozen waren er 101 openstaande vacatures. Het aantal banen nam toe met 24 duizend. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

Spanning op de arbeidsmarkt, seizoengecorrigeerd
JaarKwartaalVacatures per 100 werklozen (vacatures per 100 werklozen)
20151e kwartaal17
20152e kwartaal18
20153e kwartaal19
20154e kwartaal20
20161e kwartaal22
20162e kwartaal23
20163e kwartaal26
20164e kwartaal28
20171e kwartaal32
20172e kwartaal36
20173e kwartaal40
20174e kwartaal45
20181e kwartaal50
20182e kwartaal54
20183e kwartaal57
20184e kwartaal60
20191e kwartaal66
20192e kwartaal68
20193e kwartaal66
20194e kwartaal67
20201e kwartaal56
20202e kwartaal43
20203e kwartaal41
20204e kwartaal45
20211e kwartaal56
20212e kwartaal78
20213e kwartaal93
20214e kwartaal106
20221e kwartaal134
20222e kwartaal142
20223e kwartaal120
20224e kwartaal122
20231e kwartaal121
20232e kwartaal121
20233e kwartaal113
20234e kwartaal114
20241e kwartaal110
20242e kwartaal109
20243e kwartaal106
20244e kwartaal107
2025*1e kwartaal101
2025*2e kwartaal101
*voorlopige cijfers

Ontwikkeling arbeidsmarkt, seizoengecorrigeerd
JaarKwartaalWerklozen (ILO-definitie) (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)Vacatures (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)Banen (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)
20151e kwartaal7628
20152e kwartaal-18532
20153e kwartaal-24335
20154e kwartaal-21040
20161e kwartaal-24713
20162e kwartaal-15552
20163e kwartaal-37743
20164e kwartaal-29954
20171e kwartaal-221560
20172e kwartaal-191964
20173e kwartaal-25974
20174e kwartaal-301372
20181e kwartaal-311077
20182e kwartaal-131563
20183e kwartaal-51063
20184e kwartaal-19355
20191e kwartaal-141760
20192e kwartaal-10135
20193e kwartaal15234
20194e kwartaal-4145
20201e kwartaal-38-68-2
20202e kwartaal73-19-310
20203e kwartaal6819167
20204e kwartaal-382-2
20211e kwartaal-453014
20212e kwartaal-2976146
20213e kwartaal-1746167
20214e kwartaal-292254
20221e kwartaal-326187
20222e kwartaal-111191
20223e kwartaal45-1877
20224e kwartaal-13-878
20231e kwartaal-2-544
20232e kwartaal-7-1022
20233e kwartaal16-736
20234e kwartaal-6-544
20241e kwartaal13032
20242e kwartaal-3-815
20243e kwartaal4-417
20244e kwartaal0433
2025*1e kwartaal16-710
2025*2e kwartaal-4-724
*voorlopige cijfers

Aan het einde van het tweede kwartaal stonden er 389 duizend vacatures open, een daling van 7 duizend. Het aantal vacatures daalt al drie jaar bijna ieder kwartaal. De meeste vacatures zijn in de zakelijke dienstverlening, de zorg en de handel. Deze drie bedrijfstakken zijn goed voor ruim de helft van alle openstaande vacatures.

Vacatures in horeca nemen meest af

In de meeste bedrijfstakken bleef het aantal vacatures ongeveer gelijk in het tweede kwartaal. In de horeca daalde het aantal openstaande vacatures met 3 duizend naar 26 duizend aan het eind van het tweede kwartaal. In de zorg nam het aantal vacatures met 1 duizend toe, waardoor er 68 duizend vacatures openstonden aan het einde van het tweede kwartaal.

Openstaande vacatures, seizoengecorrigeerd*
Bedrijfstak2e kwartaal 2025 (x 1 000)1e kwartaal 2025 (x 1 000)
Handel70,870,8
Zorg68,267,0
Zakelijke dienstverlening64,364,2
Bouwnijverheid29,429,6
Industrie29,230,6
Horeca26,429,2
Openbaar bestuur23,825,0
Informatie en communicatie17,617,5
Vervoer en opslag15,816,6
Cultuur, recreatie en
overige diensten
12,712,4
Onderwijs10,011,9
Financiële dienstverlening9,89,9
Landbouw en visserij3,13,4
Verhuur en handel
onroerend goed
3,02,7
*voorlopige cijfers

Minder nieuwe en minder vervulde vacatures

In het tweede kwartaal ontstonden er 347 duizend vacatures, dat is 19 duizend minder dan in het eerste kwartaal. Er werden in totaal 353 duizend vacatures vervuld. Dat is 19 duizend minder dan een kwartaal eerder.

Vacaturegraad blijft gelijk

De vacaturegraad bleef het afgelopen kwartaal met 44 gelijk. Dit betekent dat er per duizend banen van werknemers 44 vacatures open stonden. De bedrijfstak met de hoogste vacaturegraad bleef de bouw (80). Al langere tijd is de vacaturegraad in het onderwijs het laagst. In het tweede kwartaal ging het om 19 vacatures per duizend banen.

Opnieuw afname van zelfstandigenbanen

In het tweede kwartaal steeg het aantal banen met 24 duizend, een stijging van 0,2 procent. Bij werknemers nam het aantal banen toe met 42 duizend (0,5 procent), naar ruim 9,1 miljoen.

Het aantal zelfstandigenbanen daalde met 19 duizend (-0,7 procent) naar ruim 2,4 miljoen. Deze daling werd ingezet in het eerste kwartaal, vanwege een afname van het aantal zzp’ers. Deze ontwikkeling past bij het beeld dat bedrijven naar verwachting minder zzp’ers zullen inhuren in 2025.

Minder banen in meerdere bedrijfstakken

Het aantal banen in de ICT daalde met 8 duizend. Ook in de industrie (-7 duizend), handel, vervoer en horeca (-5 duizend), verhuur en handel in ontroerend goed (-3 duizend) en landbouw en visserij (-1 duizend), nam het aantal banen af.

In de uitzendbranche, cultuur, recreatie en overige diensten, zakelijke dienstverlening (exclusief uitzendbureaus) en de zorg, nam het aantal banen in het tweede kwartaal met 7 duizend toe. In het openbaar bestuur kwamen er 6 duizend banen bij.

Ontwikkeling banen, seizoengecorrigeerd, 2e kwartaal 2025*
BedrijfstakOntwikkeling banen, seizoengecorrigeerd, 2e kwartaal 2025 (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)
Cultuur, recreatie,
overige diensten
7
Zakelijke dienstverlening
(excl. uitzendbureaus)
7
Uitzendbureaus7
Zorg7
Openbaar bestuur6
Onderwijs3
Financiële dienstverlening1
Bouwnijverheid0
Landbouw en visserij-1
Verhuur en handel
onroerend goed
-3
Handel, vervoer
en horeca
-5
Industrie-7
Informatie en communicatie-8
*voorlopige cijfers

Gewerkte uren gedaald

Werknemers en zelfstandigen werkten in het tweede kwartaal in totaal ruim 3,7 miljard uur. Dat is—gecorrigeerd voor seizoensinvloeden—0,3 procent minder dan het kwartaal ervoor. Het aantal gewerkte uren van zelfstandigen daalde met 2,4 procent, terwijl het bij werknemers steeg met 0,3 procent.

Meer werknemers, minder zzp’ers

Van de 9,8 miljoen mensen met betaald werk in het tweede kwartaal waren er bijna 2,7 miljoen werknemers met een flexibele arbeidsrelatie. Het aantal flexwerknemers daalde van het tweede kwartaal van 2023 tot en met het derde kwartaal van 2024 met ruim 100 duizend. Sindsdien is het aantal flexwerknemers weer toegenomen met 27 duizend.

Het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie steeg verder naar 5,6 miljoen, 18 duizend meer dan een kwartaal eerder. In het afgelopen kwartaal waren er bijna 1,6 miljoen zelfstandigen. Dat zijn er 23 duizend minder dan een kwartaal eerder. Deze daling komt vrijwel volledig voor rekening van zzp’ers.

Werkloosheid stabiel

Er waren in het tweede kwartaal 386 duizend mensen werkloos, dat is 3,8 procent van de beroepsbevolking. Hiermee is het percentage werklozen gelijk aan dat van een kwartaal eerder. Het gaat bij werklozen om mensen die geen betaald werk hebben, maar daar wel recent naar hebben gezocht en op korte termijn beschikbaar zijn. De werkloosheid nam bij 45-plussers wat toe en onder 45-minners af.

Meer baanvinders

Het aantal werklozen in het tweede kwartaal van 2025 is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. Het onderstaande schema laat die stromen zien.

Aan de ene kant daalde de werkloosheid doordat meer werklozen werk vonden dan er werkenden werkloos raakten. Hierdoor liep de werkloosheid in het tweede kwartaal terug met 36 duizend. Dit is meer dan in het voorgaande kwartaal (22 duizend). Dit komt vooral doordat meer mensen een baan vonden.

Aan de andere kant kwamen er werklozen bij doordat mensen op zoek gingen naar werk maar niet direct een baan vonden (van niet-beroepsbevolking naar werkloos). Deze stroom was groter dan de tegenovergestelde stroom van werkloos naar niet-beroepsbevolking. Per saldo was er daardoor in het tweede kwartaal van 2025 een toestroom van 32 duizend werklozen vanuit de niet-beroepsbevolking. Dit is minder dan in het vorige kwartaal (38 duizend). De niet-beroepsbevolking bestaat uit mensen die niet kort geleden naar werk hebben gezocht en/of daarvoor niet direct beschikbaar waren.

Deze onderliggende stromen zorgden bij elkaar voor 4 duizend minder werklozen.

Lichte afname langdurig werklozen

Het aantal langdurig werklozen, degenen die al een jaar of langer op zoek zijn naar werk, nam in het tweede kwartaal van 2025 licht af, van 63 duizend naar 59 duizend. Het aantal werklozen die korter dan een jaar zonder werk zitten, bleef met 327 duizend vrijwel gelijk. Het percentage langdurig werklozen daalde hierdoor met 1 procentpunt vergeleken met een kwartaal eerder en kwam uit op 15 procent.

Meer onderbenutte deeltijders

Deeltijdwerkers die meer uren willen werken zitten niet in de werkloosheidscijfers. Het aantal onderbenutte deeltijders neemt nu twee kwartalen op rij toe, naar 535 duizend. In het vierde kwartaal van 2024 ging het nog om 504 duizend. Zij geven aan in deeltijd te werken, meer uren te willen werken en hiervoor ook direct beschikbaar te zijn. Ook mensen zonder werk die óf niet recent naar werk hebben gezocht óf die niet direct zouden kunnen beginnen, zijn niet opgenomen in de werkloosheidscijfers. Het CBS brengt de omvang en samenstelling van deze deelgroepen wel in kaart.

Bevolking van 15 tot 75 jaar Niet-beroepsbevolking Niet gezocht en niet beschikbaar Gezocht en niet beschikbaar Beschikbaar en niet gezocht Beroepsbevolking Werkloos (ILO-definitie) Werkzaam Deeltijd Wil meer uren werken, beschikbaar Voltijd


Het ging in het tweede kwartaal naast 386 duizend werklozen om 182 duizend mensen die direct beschikbaar waren voor werk, maar niet recent hebben gezocht. Daarnaast waren er 105 duizend mensen die niet beschikbaar waren, maar wel hebben gezocht. Deze twee laatste groepen worden ook wel semiwerklozen genoemd.