Vrouwen in de EU steeds ouder bij geboorte eerste kind

© Hollandse Hoogte / Frank Muller / Zorginbeeld
De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen in de Europese Unie (EU) hun eerste kind krijgen is de afgelopen tien jaar toegenomen. Dit geldt voor elk EU-land. In 2013 waren EU-vrouwen gemiddeld 28,8 jaar oud, in 2022 was dat 29,7 jaar. In Nederland was de leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen in 2022 met 30,3 jaar hoger dan het EU-gemiddelde. Dit blijkt uit cijfers van het CBS en Eurostat.

Nederlandse moeders waren niet de oudste; in zes landen van de Europese Unie werden vrouwen nog iets later voor het eerst moeder. In Italië en Spanje was de gemiddelde leeftijd het hoogst. Bij buurlanden lag de gemiddelde leeftijd lager dan bij ons: Belgische vrouwen waren gemiddeld 29,5 jaar bij de geboorte van hun eerste kind en Duitse vrouwen 29,9 jaar. Moeders uit Bulgarije waren het jongst. Nederlandse vaders waren in 2022 gemiddeld 32,8 jaar oud bij de geboorte van hun eerste kind. Dat is iets ouder dan in 2013, toen was dat 32,4 jaar.

Gemiddelde leeftijd vrouwen bij geboorte eerste kind, 2022
LandLeeftijd (Jaar)
Italië31,7
Spanje31,6
Ierland31,5
Luxemburg31,2
Griekenland31,0
Portugal30,4
Nederland30,3
Denemarken30,0
Zweden30,0
Duitsland29,9
Oostenrijk29,9
Finland29,9
Cyprus29,8
Malta29,8
EU29,7
België29,5
Kroatië29,2
Frankrijk29,1
Slovenië29,0
Tsjechië28,8
Hongarije28,7
Estland28,6
Litouwen28,2
Polen28,2
Letland27,6
Slowakije27,3
Roemenië27,0
Bulgarije26,6
 

Het totale vruchtbaarheidscijfer daalt in alle EU-landen

In 2022 lag het totale vruchtbaarheidscijfer (TFR) voor Nederlandse vrouwen op 1,49 kinderen. Dit cijfer, ook wel het gemiddeld kindertal per vrouw genoemd, daalt al jaren: in 2011 was dit nog 1,76. Het Nederlands gemiddelde lag in 2022 wel iets hoger dan in de EU, dat toen 1,46 was. Het EU-gemiddelde was in 2011 nog 1,54 kinderen per vrouw.

Totaal vruchtbaarheidscijfer (TFR)
JaartalEUNL
20111,541,76
20121,541,72
20131,511,68
20141,541,71
20151,541,66
20161,571,66
20171,561,62
20181,541,59
20191,531,57
20201,511,54
20211,531,62
20221,461,49
Het vruchtbaarheidscijfer van onze buurlanden liep in 2022 uiteen. In België was het gemiddeld aantal kinderen per vrouw met 1,53 hoger dan in Nederland, in Duitsland was het iets lager, namelijk 1,46 kinderen per vrouw. Van alle EU-landen heeft Frankrijk het hoogste vruchtbaarheidscijfer (1,79); Malta het laagste met gemiddeld 1,08 kinderen per vrouw. De hoogste vruchtbaarheidscijfers komen voornamelijk voor in Oost-Europese landen, terwijl de laagste vruchtbaarheidscijfers voornamelijk in Zuid-Europese landen te vinden zijn. In meer dan de helft van de EU-landen is het gemiddeld kindertal vanaf 2011 gedaald.

Totaal vruchtbaarheidscijfer (TFR), 2022
LandTFR
Frankrijk1,79
Roemenië1,71
Bulgarije1,65
Tjechië1,64
Slowakije1,57
Hongarije1,56
Denemarken1,55
Slovenië1,55
Ierland1,54
België1,53
Kroatië1,53
Zweden1,53
Nederland1,49
Letland1,47
EU1,46
Duitsland1,46
Portugal1,43
Estland1,41
Oostenrijk1,41
Cyprus1,37
Griekenland1,32
Finland1,32
Luxemburg1,31
Polen1,29
Litouwen1,27
Italië1,24
Spanje1,16
Malta1,08

Ook totaal aantal geboren kinderen neemt af

In 2022 zijn er in de EU in totaal 3,8 miljoen kinderen geboren. Dat waren er minder dan het jaar ervoor, toen er 4,1 miljoen baby’s ter wereld kwamen. Het aantal geboorten in de EU daalt al sinds 2008. Dit is ook in Nederland het geval: het aantal levend geboren kinderen is sindsdien met 5 procent afgenomen. Uit eerder onderzoek bleek dat vooral jonge vrouwen het moederschap uitstellen. Mochten deze vrouwen de komende jaren alsnog kinderen krijgen, dan zullen het aantal kinderen dat jaarlijks geboren wordt en de TFR weer gaan stijgen.