CBS Jaaroverzicht 2023

© Shutterstock / Savvapanf Photo
In 2023 was er net als in 2022 een sterfteoverschot in Nederland: er stierven meer mensen dan er werden geboren. De bevolking groeide door migratie, al nam de instroom van Oekraïners af. De energieprijzen stegen minder hard dan een jaar eerder. De economie belandde in een milde recessie. Ook bleek dat een deel van de tieners en jongvolwassenen het mentaal nog steeds zwaar heeft. Het vertrouwen in de Tweede Kamer bereikte eind 2022 een dieptepunt. Dit meldt het CBS op basis van cijfers die in 2023 zijn uitgekomen.

De Nederlandse bevolking groeide tot 17,9 miljoen mensen in september 2023. Dit kwam volledig door migratie, want de natuurlijke aanwas was negatief. Dit was voor het eerst sinds het begin van de telling in 1900. Er werden tot en met september 123,4 duizend kinderen geboren, terwijl er 124,3 duizend mensen overleden.

Natuurlijke aanwas t/m september
JaarNatuurlijke aanwas (x 1 000)
201036,3
201135,9
201228,0
201322,7
201429,5
201517,2
201620,3
201715,2
201811,5
201915,7
20205,0
202112,8
20222,8
2023*-0,9
*voorlopige cijfers

Bevolkingsgroei door migratie

Door een positief migratiesaldo (immigratie - migratie) kwamen er 113 duizend mensen bij in Nederland. Tot en met september emigreerden er 145 duizend mensen en kwamen 257 duizend mensen naar Nederland, waaronder ruim 12 duizend Oekraïense vluchtelingen. In 2022 waren dat er nog 85 duizend.

Migratiesaldo t/m september
JaarMigratiesaldo overig (x 1 000)Migratiesaldo Oekraïnse vluchtelingen (x 1 000)
201027,5
201127,4
201214,2
201317,8
201428,7
201539,6
201663,1
201765,7
201867,2
201987,5
202052,7
202180,1
2022102,585,5
2023*99,412,2
*voorlopige cijfers

Mentale gezondheid jongeren nog niet hersteld na coronajaren

Tijdens de coronapandemie hadden veel jongeren en jongvolwassenen mentale klachten. Nog lang niet iedereen is hier van hersteld. In 2022 zei 22 procent van de 12- tot 25-jarigen dat ze in de twee weken voorafgaande aan de enquête slaapproblemen hadden gehad. Daarnaast had 16 procent van de jongeren in de vier weken voorafgaand aan de enquête psychische klachten. Tot slot gaf 12 procent aan in de voorafgaande twaalf maanden een depressie te hebben gehad, of die nog te hebben.

Aspecten van psychische gezondheid onder 12- tot 25-jarigen
klacht2022 (%)2021 (%)2020 (%)2019 (%)2018 (%)2017 (%)
Slaapproblemen22,319,418,114,414,014,2
Belemmerd door slaapproblemen10,89,77,35,25,45,0
Psychische klachten (MHI-5)16,218,010,910,79,78,3
Depressie12,410,17,46,48,15,4
Contact psycholoog/
psychiater/
psychotherapeut
14,113,511,112,912,110,7

28,2 miljard euro studieschuld

Begin 2023 bedroeg de totale studieschuld van huidige en oud- studenten 28,2 miljard euro; 1,7 miljard euro meer dan een jaar eerder. Per persoon met studieschuld is dat gemiddeld 17 duizend euro. Onder 25- tot 30-jarigen bedroeg de schuld gemiddeld 23 duizend euro.

Gemiddelde studieschuld per persoon met studieschuld, 1 januari
JaarTotale studieschuld (1 000 euro)
201112,6
201211,8
201311,9
201412,2
201512,4
201612,3
201712,4
201812,9
201914,4
202015,3
202115,5
2022*16,4
2023*17,1
* voorlopige cijfers

Steeds meer vrouwelijke verdachten van misdrijf

In 2022 nam het aantal vrouwelijke jonge verdachten van een misdrijf toe. In meer dan een kwart van de misdrijven met een verdachte van 12 tot 18 jaar ging het om een meisje. Niet eerder was het aandeel meisjes in deze groep zo groot. In 2022 werden 17,5 duizend jongeren tussen de 12 en 18 jaar door de politie verdacht van een misdrijf. Dat is 1,4 procent van alle 12- tot 18-jarigen.

12- tot 18-jarige verdachten van een misdrijf
 Jongens (per duizend 12- tot 18-jarigen in totale bevolking)Meisjes (per duizend 12- tot 18-jarigen in totale bevolking)
2015288
2016268
2017237
2018216
2019247
2020215
2021*205
2022*218
* voorlopige cijfers

Vertrouwen in Tweede Kamer op laagste niveau sinds 2012

Het vertrouwen in de politiek en de Tweede Kamer nam in 2022 af tot een dieptepunt. Nog maar 30 procent van de 15-plussers had vertrouwen in de Tweede Kamer. Dit is het laagste niveau sinds 2012, toen dit onderzoek voor het eerst werd uitgevoerd. Ook was er minder vertrouwen in politici. In rechters, politie en de gezondheidszorg was meer vertrouwen (ruim 75 procent).

Vertrouwen
 Politici (% bevolking 15+)Tweede Kamer (% bevolking 15+)
201236,3
201331,5
201434,6
201534,4
201627,536,8
201731,640,8
201832,142,0
201930,040,0
202039,753,2
202133,342,3
202223,830,4

Meeste verkeersdoden sinds 2008

In 2022 kwamen 745 mensen om door een verkeersongeval, 163 meer dan in 2021. Daarmee is het aantal verkeersdoden het hoogst sinds 2008. Onder 75-plussers nam het aantal dodelijke ongelukken het sterkst toe, met bijna 60 procent ten opzichte van een jaar eerder. Dit komt vooral doordat meer mensen van deze leeftijd een dodelijk fietsongeluk krijgen: 148 in 2022, tegen 94 het jaar ervoor.

Verkeersdoden met auto of fiets
JaarFietsAuto
1996239609
1997264591
1998212603
1999227587
2000233543
2001225504
2002195503
2003219496
2004180420
2005181356
2006216340
2007189317
2008181317
2009185296
2010162246
2011200231
2012200232
2013184193
2014185187
2015185224
2016189231
2017206201
2018228233
2019203237
2020229195
2021207175
2022*290221
* voorlopige cijfers

Economie in milde recessie

De economie kromp in 2023 drie kwartalen op een rij, waarmee de recessie een feit is. De situatie is echter niet te vergelijken met de sterke krimp tijdens de coronacrisis of de kredietcrisis. Het volume van het bruto binnenlands product (bbp) kromp in het derde kwartaal van 2023 met 0,2 procent ten opzichte van het voorgaande kwartaal. In het eerste en tweede kwartaal kromp het bbp met respectievelijk 0,5 en 0,4 procent. De huidige economische situatie wordt aangeduid met ‘milde recessie’.

Bruto binnenlands product, seizoengecorrigeerd
JaarKwartaalIndex (2015=100) (2015 = 100)
20171104
20172104,9
20173105,6
20174106,4
20181106,9
20182107,6
20183107,8
20184108,3
20191109,2
20192109,5
20193109,7
20194110,4
20201108,9
2020299,8
20203106,2
20204106,8
20211108,1
20212111,4
20213113,7
20214114,5
20221115,1
20222117,1
20223117,2
20224118,1
20231117,5
20232117
20233116,8

4,1 procent inflatie tegen 10,0 in 2022

De inflatie bereikte in 2022 dubbele cijfers, maar vlakte in 2023 af. Tot en met november 2023 bedroeg de gemiddelde inflatie 4,1 procent, tegen 10,0 procent een jaar eerder. In 2023 stegen vooral de prijzen van producten zoals boodschappen. Exclusief energie bedroeg de inflatie tot en met november 6,8 procent. Een jaar eerder was dat 4,9 procent.

In juni is het CBS overgestapt op een nieuwe meetmethode voor de ontwikkeling van de energieprijzen, waarmee daadwerkelijk betaalde prijzen worden gemeten in plaats van alleen tarieven van nieuwe contracten. Als deze methode al eerder was gebruikt, dan was de inflatie tot november 2022 lager uitgevallen en na die periode juist hoger. Het verschil wordt overigens steeds kleiner en vanaf juni 2024 is er geen verschil meer.

Inflatie
jaarmaandInflatie (% verandering van de CPI t.o.v. een jaar eerder)Inflatie exclusief energie en motorbrandstoffen (% verandering van de CPI t.o.v. een jaar eerder)
2018januari1,51,2
2018februari1,21,0
2018maart1,00,8
2018april1,10,8
2018mei1,71,2
2018juni1,71,1
2018juli2,11,4
2018augustus2,11,4
2018september1,91,2
2018oktober2,11,5
2018november2,01,6
2018december2,01,6
2019januari2,21,7
2019februari2,62,0
2019maart2,82,2
2019april2,92,2
2019mei2,41,8
2019juni2,72,2
2019juli2,52,3
2019augustus2,82,7
2019september2,62,5
2019oktober2,72,6
2019november2,62,3
2019december2,72,3
2020januari1,82,1
2020februari1,62,0
2020maart1,42,2
2020april1,22,3
2020mei1,22,4
2020juni1,62,6
2020juli1,72,6
2020augustus0,71,5
2020september1,11,9
2020oktober1,22,1
2020november0,81,7
2020december1,01,8
2021januari1,62,1
2021februari1,82,0
2021maart1,91,7
2021april1,91,3
2021mei2,11,5
2021juni2,01,4
2021juli1,40,5
2021augustus2,41,5
2021september2,71,5
2021oktober3,41,6
2021november5,22,3
2021december5,72,4
2022januari6,42,7
2022februari6,22,9
2022maart9,73,1
2022april9,64,1
2022mei8,84,4
2022juni8,64,7
2022juli10,35,7
2022augustus12,06,0
2022september14,56,5
2022oktober14,36,9
2022november9,96,8
2022december9,67,5
2023januari7,67,7
2023februari8,08,1
2023maart4,48,1
2023april5,27,8
2023mei6,17,9
2023juni5,77,2
2023juli4,66,8
2023augustus3,06,4
2023september0,25,5
2023oktober-0,45,1

Consumptie iets hoger dan voor corona

De Nederlandse consumptie is na de coronacrisis snel hersteld. In het derde kwartaal van 2022 was de consumptie per inwoner weer op hetzelfde niveau als voor de coronacrisis en groeide vanaf het vierde kwartaal van 2022 naar een hoogtepunt. In de eerste kwartalen van 2023 kromp de consumptie, maar huishoudens gaven ondanks de grote prijsstijgingen nog altijd iets meer uit dan in de jaren voor de coronapandemie.

Consumptieve bestedingen per inwoner (seizoengecorrigeerd, volume)
JaarKwartaalConsumptieve bestedingen (1 000 euro)
20151e kwartaal4,576
20152e kwartaal4,6
20153e kwartaal4,584
20154e kwartaal4,588
20161e kwartaal4,592
20162e kwartaal4,584
20163e kwartaal4,611
20164e kwartaal4,659
20171e kwartaal4,645
20172e kwartaal4,678
20173e kwartaal4,71
20174e kwartaal4,699
20181e kwartaal4,755
20182e kwartaal4,769
20183e kwartaal4,747
20184e kwartaal4,754
20191e kwartaal4,757
20192e kwartaal4,776
20193e kwartaal4,745
20194e kwartaal4,783
20201e kwartaal4,667
20202e kwartaal4,144
20203e kwartaal4,483
20204e kwartaal4,469
2021*1e kwartaal4,302
2021*2e kwartaal4,583
2021*3e kwartaal4,773
2021*4e kwartaal4,781
2022*1e kwartaal4,804
2022*2e kwartaal4,848
2022*3e kwartaal4,852
2022*4e kwartaal4,922
2023*1e kwartaal4,902
2023*2e kwartaal4,816
2023*3e kwartaal4,802
* voorlopige cijfers

Uurloon ruim 6 procent gestegen

In het derde kwartaal van 2023 zijn de cao-lonen per uur (inclusief bijzondere beloningen) toegenomen met 6,2 procent. Dit is de grootste stijging in veertig jaar. De contractuele loonkosten (cao-lonen en werkgeverspremies) stegen in het derde kwartaal met 6,0 procent. Van de drie onderscheiden sectoren stegen de cao-lonen in het derde kwartaal van 2023 het meest bij de overheid (7,6 procent). Bij particuliere bedrijven en gesubsidieerde instellingen stegen de lonen met respectievelijk 6,1 en 5,3 procent. De sterke stijging van de cao-lonen is een reactie op de hoge inflatie in 2022.

Cao-lonen en contractuele loonkosten
JaarKwartaalCao-lonen inclusief bijzondere beloningen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Contractuele loonkosten per uur (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
2016Kwartaal 21,82
2016Kwartaal 322,1
2016Kwartaal 41,81,9
2017Kwartaal 11,31,7
2017Kwartaal 21,31,7
2017Kwartaal 31,41,9
2017Kwartaal 41,52
2018Kwartaal 11,82,3
2018Kwartaal 21,82,3
2018Kwartaal 32,12,6
2018Kwartaal 42,22,7
2019Kwartaal 12,32,8
2019Kwartaal 22,63,2
2019Kwartaal 32,73,1
2019Kwartaal 42,83,2
2020Kwartaal 132,9
2020Kwartaal 22,82,7
2020Kwartaal 333
2020Kwartaal 42,82,8
2021Kwartaal 12,32,8
2021Kwartaal 22,22,7
2021Kwartaal 31,91,5
2021Kwartaal 41,91
2022Kwartaal 12,72,4
2022Kwartaal 23,12,9
2022Kwartaal 33,64,4
2022Kwartaal 43,75
2023Kwartaal 15,55,3
2023Kwartaal 25,75,6
2023Kwartaal 36,26

Laagste percentage huishoudens met armoederisico ooit gemeten

De overheid besloot in 2022 om de gestegen energiekosten te compenseren met een energietoeslag. Dit bleek effect te hebben op het armoederisico. In 2022 liep 3,8 procent van de bevolking risico op armoede. Dit betekent dat zij deel uitmaakten van een huishouden met een inkomen onder de lage-inkomensgrens. Dat is het laagste percentage sinds de eerste inkomensmeting in 1977. In totaal ging het om 637 duizend mensen. Ook dit aantal was het laagste sinds 1977. De sterke daling in 2022 had te maken met de energietoeslag en andere inkomensondersteunende maatregelen. Als de inkomenseffecten van die maatregelen niet worden meegeteld, hebben 989 duizend mensen risico gelopen op armoede.

114 vacatures per 100 werklozen

De spanning op de arbeidsmarkt nam in 2023 licht af, maar bleef hoog. Het derde kwartaal van 2023 was het vijfde achtereenvolgende kwartaal met minder vacatures dan in het kwartaal ervoor. Eind september stonden er 416 duizend vacatures open, 12 duizend minder dan aan het einde van het tweede kwartaal. Toch waren er op dat moment nog 114 vacatures per 100 werklozen. Aan het einde van het derde kwartaal waren er al twee jaar meer vacatures dan werklozen.

Spanning op de arbeidsmarkt
Jaar KwartaalSpanning (vacatures per 100 werklozen)
20131e kwartaal14
20132e kwartaal12
20133e kwartaal12
20134e kwartaal12
20141e kwartaal13
20142e kwartaal14
20143e kwartaal15
20144e kwartaal16
20151e kwartaal17
20152e kwartaal18
20153e kwartaal19
20154e kwartaal20
20161e kwartaal22
20162e kwartaal23
20163e kwartaal26
20164e kwartaal28
20171e kwartaal32
20172e kwartaal36
20173e kwartaal40
20174e kwartaal45
20181e kwartaal50
20182e kwartaal54
20183e kwartaal57
20184e kwartaal60
20191e kwartaal66
20192e kwartaal68
20193e kwartaal66
20194e kwartaal67
20201e kwartaal56
20202e kwartaal43
20203e kwartaal41
20204e kwartaal45
20211e kwartaal56
20212e kwartaal78
20213e kwartaal93
20214e kwartaal106
20221e kwartaal134
20222e kwartaal142
20223e kwartaal120
20224e kwartaal122
20231e kwartaal122
20232e kwartaal122
20233e kwartaal114