Spanning op de arbeidsmarkt neemt af in het derde kwartaal

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© ANP / Patricia Rehe
In het derde kwartaal van 2023 is de spanning op de arbeidsmarkt iets afgenomen. Er waren minder vacatures (-12 duizend) en meer werklozen (+16 duizend) dan een kwartaal eerder. De verhouding kwam daardoor uit op 114 vacatures per 100 werklozen. In de voorgaande drie kwartalen waren er nog 122 vacatures op elke 100 werklozen. Het aantal banen nam toe met 31 duizend. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.

Spanning op de arbeidsmarkt
Jaar KwartaalSpanning (vacatures per 100 werklozen)
20131e kwartaal14
20132e kwartaal12
20133e kwartaal12
20134e kwartaal12
20141e kwartaal13
20142e kwartaal14
20143e kwartaal15
20144e kwartaal16
20151e kwartaal17
20152e kwartaal18
20153e kwartaal19
20154e kwartaal20
20161e kwartaal22
20162e kwartaal23
20163e kwartaal26
20164e kwartaal28
20171e kwartaal32
20172e kwartaal36
20173e kwartaal40
20174e kwartaal45
20181e kwartaal50
20182e kwartaal54
20183e kwartaal57
20184e kwartaal60
20191e kwartaal66
20192e kwartaal68
20193e kwartaal66
20194e kwartaal67
20201e kwartaal56
20202e kwartaal43
20203e kwartaal41
20204e kwartaal45
20211e kwartaal56
20212e kwartaal78
20213e kwartaal93
20214e kwartaal106
20221e kwartaal134
20222e kwartaal142
20223e kwartaal120
20224e kwartaal122
20231e kwartaal122
20232e kwartaal122
20233e kwartaal114

Ontwikkeling arbeidsmarkt, seizoengecorrigeerd
   Werklozen (ILO-definitie) (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)Vacatures (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)Banen (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)
20141e kwartaal158-12
20142e kwartaal-20318
20143e kwartaal-34623
20144e kwartaal5530
20151e kwartaal7635
20152e kwartaal-18533
20153e kwartaal-24337
20154e kwartaal-21042
20161e kwartaal-24712
20162e kwartaal-15554
20163e kwartaal-37745
20164e kwartaal-29956
20171e kwartaal-221562
20172e kwartaal-191968
20173e kwartaal-25977
20174e kwartaal-301377
20181e kwartaal-311075
20182e kwartaal-131565
20183e kwartaal-51066
20184e kwartaal-19358
20191e kwartaal-141762
20192e kwartaal-10138
20193e kwartaal15235
20194e kwartaal-4152
20201e kwartaal-38-685
20202e kwartaal73-19-303
20203e kwartaal6819173
20204e kwartaal-3822
20211e kwartaal-45304
20212e kwartaal-2976142
20213e kwartaal-1746171
20214e kwartaal-292269
20221e kwartaal-3261125
20222e kwartaal-1111108
20223e kwartaal45-1875
20224e kwartaal-13-868
20231e kwartaal-2030
20232e kwartaal-7-1011
20233e kwartaal16-1231

Opnieuw minder vacatures

Voor het vijfde achtereenvolgende kwartaal waren er minder vacatures dan in het kwartaal ervoor. Eind september stonden er 416 duizend vacatures open, 12 duizend minder dan aan het einde van het tweede kwartaal.

De meeste vacatures waren ook dit kwartaal te vinden in de handel (79 duizend), de zakelijke dienstverlening (70 duizend) en de zorg (64 duizend). Gezamenlijk zijn deze drie bedrijfstakken goed voor de helft van alle openstaande vacatures.

Afname vacatures in de handel

In het onderwijs kwamen er 2 duizend vacatures bij en stonden 14 duizend vacatures open. In de bedrijfstakken openbaar bestuur (26 duizend) en landbouw (4 duizend) nam het aantal vacatures ook nog licht toe. In de bedrijfstakken vervoer en opslag en informatie en communicatie bleef het aantal vacatures gelijk. In de overige bedrijfstakken waren minder vacatures dan in het voorgaande kwartaal.

De sterkste afname was in de handel, waar het aantal vacatures met 8 duizend daalde tot 79 duizend. In de horeca (31 duizend) en de industrie (33 duizend) nam het aantal openstaande vacatures met 2 duizend af.

Openstaande vacatures, seizoengecorrigeerd
 3e kwartaal 2023 (x 1 000)2e kwartaal 2023 (x 1 000)
Handel79,287,3
Zakelijke
dienstverlening
70,070,9
Zorg64,165,4
Industrie33,035,3
Horeca30,733,0
Openbaar bestuur25,725,3
Bouwnijverheid25,125,2
Informatie en
communicatie
21,221,2
Vervoer en opslag18,118,1
Onderwijs13,911,9
Cultuur, recreatie
en overige diensten
12,813,0
Financiële
dienstverlening
9,910,8
Landbouw
en visserij
3,63,2
Verhuur en handel
onroerend goed
2,62,7

Minder nieuwe vacatures

Net als in het tweede kwartaal ontstonden in het derde kwartaal minder nieuwe vacatures. In het derde kwartaal waren het er 347 duizend, 7 duizend minder dan in het tweede kwartaal. Er werden 359 duizend vacatures vervuld (inclusief vervallen vacatures), in het tweede kwartaal waren dat er nog 365 duizend.

Vacaturegraad neemt af

De vacaturegraad, het aantal openstaande vacatures per duizend banen van werknemers, nam in het derde kwartaal af van 49 naar 46. De bedrijfstakken met de hoogste vacaturegraad blijven de bouw (75) en de horeca (64). Het laagst is de vacaturegraad nog steeds in het onderwijs, namelijk 21 vacatures per duizend banen.

Aantal banen verder gestegen

Het totaal aantal banen van werknemers en zelfstandigen nam in het derde kwartaal nog steeds toe. Met een groei van 31 duizend komt het totaal aantal op 11 560 duizend (+0,3 procent). In deze cijfers zijn alle banen meegeteld, voltijd en deeltijd. In de afgelopen negen jaar is het aantal banen vrijwel elk kwartaal gestegen ten opzichte van het vorige kwartaal. De enige uitzondering daarop is het tweede kwartaal van 2020, toen het aantal banen sterk daalde door het uitbreken van de coronacrisis.

Toename bij zowel werknemers- als zelfstandigenbanen

Het aantal werknemersbanen steeg met 18 duizend, een toename van 0,2 procent. Het totaal aantal werknemersbanen kwam daarmee uit op 9 019 duizend. Het aantal banen van zelfstandigen nam toe met 14 duizend (+0,5 procent) naar 2 541 duizend. Ruim 1 op de 5 banen is een zelfstandigenbaan.

Minder banen bij uitzendbureaus

Bij de uitzendbureaus waren in het derde kwartaal 7 duizend banen minder dan in het voorgaande kwartaal, een daling van 1,0 procent. In het tweede kwartaal van 2023 daalde het aantal banen in de uitzendbranche ook, met 20 duizend.

In de bouw kwamen er 11 duizend banen bij, een stijging van 1,7 procent. Andere bedrijfstakken met een grote banengroei waren cultuur, recreatie en overige diensten (9 duizend), openbaar bestuur (7 duizend) en onderwijs (7 duizend). Naast de uitzendbureaus daalde het aantal banen ook in de landbouw (-2 duizend), de industrie (-1 duizend) en informatie en communicatie (-1 duizend).

Ontwikkeling banen, seizoengecorrigeerd, 3e kwartaal 2023
BedrijfstakBanen (verandering t.o.v. een kwartaal eerder, x 1 000)
Bouwnijverheid11
Cultuur, recreatie,
overige diensten
9
Openbaar bestuur7
Onderwijs7
Handel, vervoer
en horeca
3
Zorg1
Financiële
dienstverlening
1
Verhuur en handel
onroerend goed
1
Zakelijke dienstverlening
(excl. uitzendbureaus)
0
Informatie en
communicatie
-1
Industrie-1
Landbouw
en visserij
-2
Uitzendbureaus-7

Aantal gewerkte uren blijft gelijk

Werknemers en zelfstandigen werkten in het derde kwartaal van 2023 in totaal ruim 3,6 miljard uur. Dat is, gecorrigeerd voor seizoensinvloeden, evenveel als een kwartaal eerder.

Minder werknemers met een flexibele arbeidsrelatie

In het derde kwartaal van 2023 waren er 2,7 miljoen werknemers met een flexibele arbeidsrelatie. Dat zijn er 29 duizend minder dan een kwartaal eerder. Het aantal werknemers met een flexcontract daalde in het derde kwartaal van 2020 tot het laagste niveau sinds halverwege 2013, toen er 2,5 miljoen werknemers met een flexibele arbeidsrelatie waren. In het derde kwartaal van 2023 waren er 260 duizend meer.

Het aantal werknemers met een vaste arbeidsrelatie nam in het afgelopen kwartaal met 32 duizend toe tot 5,4 miljoen. Dit aantal steeg vrijwel voortdurend sinds het vierde kwartaal van 2015. Het aantal zelfstandigen groeide met 5 duizend, en kwam uit op 1,6 miljoen. Dit aantal is de afgelopen jaren vrijwel continu gegroeid, maar dit jaar is de groei wat afgevlakt.

Werkenden naar positie in de werkkring, seizoengecorrigeerd
Jaar KwartaalZelfstandige (x 1 000)Werknemer met vaste arbeidsrelatie (x 1 000)Werknemer met flexibele arbeidsrelatie (x 1 000)
20131e kwartaal121447852465
20132e kwartaal122947502454
20133e kwartaal124447042466
20134e kwartaal125146582513
20141e kwartaal124246152503
20142e kwartaal124645992509
20143e kwartaal125046112526
20144e kwartaal126346242538
20151e kwartaal125646282550
20152e kwartaal126246062585
20153e kwartaal127045962604
20154e kwartaal128046022590
20161e kwartaal128746052603
20162e kwartaal129246182637
20163e kwartaal130146382659
20164e kwartaal132246302686
20171e kwartaal132746322722
20172e kwartaal131946322764
20173e kwartaal132146922760
20174e kwartaal132547242761
20181e kwartaal133347382788
20182e kwartaal133747932780
20183e kwartaal133448392795
20184e kwartaal133548852802
20191e kwartaal134149392789
20192e kwartaal135249682783
20193e kwartaal135450062766
20194e kwartaal137750682726
20201e kwartaal139351362685
20202e kwartaal141151302507
20203e kwartaal141951832469
20204e kwartaal142851842519
20211e kwartaal143251862554
20212e kwartaal143852412523
20213e kwartaal145052312602
20214e kwartaal146052652640
20221e kwartaal148153022665
20222e kwartaal151152792750
20223e kwartaal157353252653
20224e kwartaal159053682696
20231e kwartaal157353702760
20232e kwartaal157653922758
20233e kwartaal158154242729

Werkloosheid toegenomen

De werkloosheid nam in het derde kwartaal van 2023 toe met 16 duizend en kwam uit op 366 duizend. Dat is 3,6 procent van de beroepsbevolking; in het tweede kwartaal van 2023 was dit 3,5 procent. Hiermee is de werkloosheid iets lager dan een jaar eerder. Het gaat bij werklozen om mensen die geen betaald werk hebben, maar daar wel recent naar hebben gezocht en op korte termijn beschikbaar zijn.

De werkloosheid nam vooral toe bij jongeren, van 8,2 naar 8,7 procent. Het ging daarbij vooral om een toename van het aantal jonge werklozen die niet zo lang geleden nog werkten. Bij 25- tot 45-jarigen nam het percentage iets toe van 2,8 naar 2,9 en bij 45- tot 75-jarigen bleef de werkloosheid met 2,1 procent gelijk. Bij het merendeel van de werklozen in het derde kwartaal was het minder dan een jaar geleden dat ze betaald werk hadden. Zie het nieuwsbericht: Bijna 6 op de 10 werklozen hadden minder dan jaar geleden nog werk.

Meer baanverlies en minder baanvinders in het derde kwartaal

De toename van de werkloosheid in het derde kwartaal van 2023 is het resultaat van onderliggende stromen tussen de werkzame, de werkloze en de niet-beroepsbevolking. Het onderstaande schema laat die stromen zien.



Aan de ene kant daalde de werkloosheid doordat meer werklozen werk vonden dan er werkenden werkloos raakten. Hierdoor liep de werkloosheid in het derde kwartaal terug met (afgerond) 20 duizend. Dit is wel minder dan een kwartaal eerder, door een toename van het aantal werkenden die hun baan verloren en een afname van het aantal werklozen die aan het werk gingen.

De daling van de werkloosheid werd gedempt doordat meer mensen zonder direct resultaat op zoek gingen naar werk (van niet-beroepsbevolking naar werkloos) dan er mensen stopten met zoeken en/of niet beschikbaar waren (van werkloos naar niet-beroepsbevolking). Per saldo was er daardoor in het derde kwartaal een toestroom van (afgerond) 35 duizend werklozen vanuit de niet-beroepsbevolking; dit is meer dan een kwartaal eerder. Bij elkaar resulteerden de verschillende stromen in een toename van het aantal werklozen met 16 duizend.

Aandeel langdurig werklozen gelijk gebleven

Het aantal langdurig werklozen, degenen die al een jaar of langer op zoek zijn naar werk, bedroeg 60 duizend in het derde kwartaal van 2023. Dat zijn er 5 duizend meer dan een kwartaal eerder. Ook het aantal werklozen die korter dan een jaar zonder werk zitten nam toe, en bedroeg 306 duizend, tegen 295 duizend een kwartaal eerder. Het percentage van alle werklozen die een jaar of langer op zoek zijn naar werk is hiermee met 16 procent vrijwel gelijk aan het voorgaande kwartaal. Tussen het eerste kwartaal van 2022 en het derde kwartaal van 2023 daalde het percentage langdurig werklozen van 25 naar 16.

Onbenut arbeidspotentieel iets toegenomen

Mensen zonder werk die óf niet recent naar werk hebben gezocht óf die niet direct zouden kunnen beginnen, zijn niet opgenomen in de werkloosheidscijfers. Bovendien blijven deeltijdwerkers die meer uren willen werken buiten beschouwing. Het CBS brengt de omvang en samenstelling van deze deelgroepen van het zogenoemde onbenut arbeidspotentieel in kaart. In het derde kwartaal van 2023 bestond het onbenut arbeidspotentieel uit 1,2 miljoen mensen, 4 duizend meer dan een kwartaal eerder. In de afgelopen vijf kwartalen lag dit aantal steeds rond 1,2 miljoen.

Bevolking van 15 tot 75 jaar Niet-beroepsbevolking Niet gezocht en niet beschikbaar Gezocht en niet beschikbaar Beschikbaar en niet gezocht Beroepsbevolking Werkloos (ILO-definitie) Werkzaam Deeltijd Wil meer uren werken, beschikbaar Voltijd

Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit vier deelgroepen. Het ging in het derde kwartaal naast 366 duizend werklozen om 189 duizend mensen die direct beschikbaar waren voor werk, maar niet recent hebben gezocht, en om 107 duizend mensen die niet beschikbaar waren, maar wel hebben gezocht. Deze twee laatste groepen worden ook wel semiwerklozen genoemd. De vierde groep bestaat uit 517 duizend onderbenutte deeltijdwerkers. In tegenstelling tot de andere groepen hebben zij wél betaald werk. Zij geven aan in deeltijd te werken, meer uren te willen werken en hier ook direct beschikbaar voor te zijn.

Ten opzichte van het tweede kwartaal van 2023 nam het aantal onbenutte deeltijdwerkers af (-13 duizend), evenals het aantal personen dat gezocht heeft naar werk, maar daarvoor niet direct beschikbaar was (-3 duizend). Het aantal personen dat direct beschikbaar is voor werk maar niet heeft gezocht (+4 duizend) en het aantal werklozen (+16 duizend) namen daarentegen toe. Hiermee kwam in het derde kwartaal van 2023 het totaal onbenut arbeidspotentieel 4 duizend hoger uit dan een kwartaal eerder.

Donderdag 16 november publiceert het CBS de werkloosheidscijfers over oktober 2023.