Prijzen bestaande koopwoningen in alle provincies lager
Bestaande koopwoningen in Nederland waren in het tweede kwartaal van dit jaar 5,2 procent goedkoper dan in hetzelfde kwartaal van 2022. In vergelijking met het eerste kwartaal van 2023 daalden de prijzen met 1,9 procent.
De prijzen waren in alle provincies lager dan een jaar eerder. De daling was met 8,7 procent het grootst in Utrecht en met 2,7 procent het kleinst in Zeeland. Ook ten opzichte van het eerste kwartaal van 2023 daalden in alle provincies de prijzen van bestaande koopwoningen.
Regio | Prijsindex (%-verandering t.o.v. jaar eerder) | Woningtransacties (%-verandering t.o.v. jaar eerder) |
---|---|---|
Nederland | -5,2 | -6,1 |
Zeeland | -2,7 | -6,3 |
Limburg | -3,1 | -16,1 |
Noord-Brabant | -3,3 | -3,7 |
Overijssel | -3,5 | -4,9 |
Zuid-Holland | -4,3 | -5,1 |
Gelderland | -4,5 | -6,8 |
Friesland | -4,9 | -12,2 |
Drenthe | -4,9 | 0,6 |
Groningen | -5,2 | -3,7 |
Flevoland | -6,5 | -11,9 |
Noord-Holland | -7,5 | -3,8 |
Utrecht | -8,7 | -7,7 |
Bron: CBS, Kadaster |
In vrijwel alle provincies minder woningtransacties
Het aantal bestaande koopwoningen dat in Nederland van eigenaar wisselde in het tweede kwartaal van 2023 bedroeg 44 500. Dat was 6,1 procent minder dan een jaar eerder. In op een na alle provincies was het aantal woningtransacties lager. Met 16,1 procent was de daling het grootst in Limburg. De enige provincie waar meer bestaande koopwoningen van de hand gingen was Drenthe (0,6 procent).
Grootste prijsdaling in gemeente Utrecht
Ook in de vier grootste steden van Nederland waren de prijzen van bestaande koopwoningen lager dan in hetzelfde kwartaal van 2022. Utrecht noteerde in het tweede kwartaal van 2023 met 12,3 procent de grootste daling. Alleen in Rotterdam was de daling met 4,8 procent kleiner dan gemiddeld in Nederland. Daarnaast daalden in alle vier de steden de prijzen in vergelijking met het eerste kwartaal van 2023.
Wat de woningtransacties in de vier grootste steden betreft is het beeld in het tweede kwartaal van 2023 wisselend. In Rotterdam en Utrecht gingen er minder woningen van de hand dan een jaar eerder, maar in Amsterdam en Den Haag meer. In het eerste kwartaal van 2023 lag in alle vier de steden het aantal transacties lager dan in hetzelfde kwartaal van 2022.
Regio | Prijsindex (%-verandering t.o.v. jaar eerder) | Woningtransacties (%-verandering t.o.v. jaar eerder) |
---|---|---|
Rotterdam | -4,8 | -16,8 |
Den Haag | -5,5 | 2,1 |
Amsterdam | -9,1 | 6,2 |
Utrecht | -12,3 | -1,1 |
Bron: CBS, Kadaster |
Prijsdaling appartementen opnieuw het grootst
Van alle woningtypen waren de prijzen en het aantal transacties lager dan een jaar eerder. Net als in het eerste kwartaal was in het tweede kwartaal van 2023 de prijsdaling het grootst bij de appartementen (-6,5 procent). Van vrijstaande woningen was de prijsdaling het kleinst (-4,3 procent), maar de daling van het aantal woningtransacties het sterkst. Het kleinst was de daling van het aantal transacties bij hoekwoningen.
Woningtype | Prijsindex (%-verandering t.o.v. jaar eerder) | Woningtransacties (%-verandering t.o.v. jaar eerder) |
---|---|---|
Vrijstaand | -4,3 | -10,9 |
2 onder 1 kap | -4,8 | -6 |
Hoekwoning | -5,4 | -1,8 |
Tussenwoning | -5,4 | -4,3 |
Appartement | -6,5 | -6,4 |
Bron: CBS, Kadaster |
De NVM publiceerde ruim twee weken geleden ook over de woningmarkt. De cijfers van de NVM en het CBS/Kadaster kunnen verschillen. Dat komt doordat de cijfers van de NVM zijn gebaseerd op de koopovereenkomsten van door NVM-makelaars verkochte woningen en het CBS en het Kadaster de prijsontwikkeling meten van alle bestaande koopwoningen in Nederland en gebruikmaken van de koopakten die bij het Kadaster worden geregistreerd.
Bronnen
- StatLine - Bestaande koopwoningen; verkoopprijzen
- StatLine- Bestaande koopwoningen; verkoopprijzen; regio
- StatLine - Bestaande koopwoningen; verkoopprijzen; woningtype
Relevante links
- Visualisatie - Prijzendashboard
- Visualisatie - Huizenmarkt in beeld
- Visualisatie - Monitor koopwoningmarkt