Jaaroverzicht 2022

een groepje meisjes dat staat te wachten voor een winkel
© CBS / Nikki van Toorn
2022 was een jaar van grote hoogten en diepe dalen. Stonden 2020 en 2021 in het teken van de gevolgen van corona, in 2022 domineerden vooral de gevolgen van de oorlog in Oekraïne. Hoge energieprijzen en een hoge inflatie zetten dit jaar de toon en leidden in de loop van het jaar tot een historisch dieptepunt van het consumentenvertrouwen en een dipje in de economische groei. Verder kreeg Nederland te maken met een groeiende immigratie, deels als gevolg van de oorlog. Naast de oorlog waren er ook nog de naweeën van corona. Dit schrijft het CBS in het jaaroverzicht 2022.

In de eerste drie kwartalen van 2022 groeide de Nederlandse economie met 4,9 procent ten opzichte van dezelfde periode in 2021, gemeten aan de hand van het bruto binnenlands product (bbp). Vooral de uitgaven van huishoudens waren hoger. Consumenten gaven vooral meer uit aan diensten, zoals horeca en recreatie. Tijdens de coronacrisis waren deze uitgaven ver teruggevallen, in 2022 haalden Nederlanders die schade voor een groot deel weer in.

In het derde kwartaal groeide de economie ten opzichte van het derde kwartaal van 2021 met 3,1 procent. Vergeleken met het tweede kwartaal daalde het bbp echter met 0,2 procent. Dat kwam mede doordat er minder werd geïnvesteerd, vooral in woningen en infrastructuur.

Bruto binnenlands product (volume), seizoengecorrigeerd
jaarkwartaalindex (2015-100) (2015=100)
20151e kwartaal99,6
20152e kwartaal99,9
20153e kwartaal100,2
20154e kwartaal100,3
20161e kwartaal101,2
20162e kwartaal101,4
20163e kwartaal102,6
20164e kwartaal103,4
20171e kwartaal104,0
20172e kwartaal105,6
20173e kwartaal106,4
20174e kwartaal106,9
20181e kwartaal107,6
20182e kwartaal107,6
20183e kwartaal107,8
20184e kwartaal108,3
20191e kwartaal109,0
20192e kwartaal109,5
20193e kwartaal109,9
20194e kwartaal110,4
20201e kwartaal108,7
20202e kwartaal110,1
20203e kwartaal106,5
20204e kwartaal106,5
20211e kwartaal106,5
20212e kwartaal110,4
20213e kwartaal112,4
20214e kwartaal113,1
20221e kwartaal113,4
20222e kwartaal116,2
20223e kwartaal115,9

Hogere bestedingen ondanks laag consumentenvertrouwen

Consumenten gaven in de eerste drie kwartalen van 2022 meer uit dan een jaar eerder. Tegelijk was het consumentenvertrouwen erg laag. In september en oktober daalde het vertrouwen naar een historisch dieptepunt. Niet eerder waren zoveel consumenten zowel negatiever over de economische situatie, als over de eigen financiële positie.
Het lage consumentenvertrouwen wordt deels verklaard doordat een recordaantal mensen rapporteerde een beetje pessimistisch te zijn. Ook het aantal mensen dat zeer pessimistisch was steeg, maar dat was nog niet zo hoog als tijdens de financiële crisis in 2013, toen de werkloosheid en het aantal faillissementen naar grote hoogten waren gestegen.

Inflatie schiet naar ongekende hoogte

In het najaar van 2021 liep de inflatie al op, om na de inval van Rusland in Oekraïne in februari 2022 te stijgen tot historische hoogte. Gemeten met de consumentenprijsindex (CPI) piekte de inflatie in september op 14,5 procent, de hoogste in decennia. Daarna zwakte de inflatie wat af. In de eerste elf maanden van 2022 waren de consumentenprijzen gemiddeld 10,0 procent hoger dan in dezelfde periode van het jaar ervoor. De laatste keer dat de jaarinflatie boven de 10 procent uitkwam was in 1975.

Inflatie (CPI)
jaarmaandverandering (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
2017januari1,7
2017februari1,8
2017maart1,1
2017april1,6
2017mei1,1
2017juni1,1
2017juli1,3
2017augustus1,4
2017september1,5
2017oktober1,3
2017november1,5
2017december1,3
2018januari1,5
2018februari1,2
2018maart1
2018april1,1
2018mei1,7
2018juni1,7
2018juli2,1
2018augustus2,1
2018september1,9
2018oktober2,1
2018november2
2018december2
2019januari2,2
2019februari2,6
2019maart2,8
2019april2,9
2019mei2,4
2019juni2,7
2019juli2,5
2019augustus2,8
2019september2,6
2019oktober2,7
2019november2,6
2019december2,7
2020januari1,8
2020februari1,6
2020maart1,4
2020april1,2
2020mei1,2
2020juni1,6
2020juli1,7
2020augustus0,7
2020september1,1
2020oktober1,2
2020november0,8
2020december1
2021januari1,6
2021februari1,8
2021maart1,9
2021april1,9
2021mei2,1
2021juni2
2021juli1,4
2021augustus2,4
2021september2,7
2021oktober3,4
2021november5,2
2021december5,7
2022januari6,4
2022februari6,2
2022maart9,7
2022april9,6
2022mei8,8
2022juni8,6
2022juli10,3
2022augustus12
2022september14,5
2022oktober14,3
2022november9,9

Vooral hoge energieprijs stuwt inflatie op

Het waren vooral de hoge energieprijzen - van onder andere elektriciteit, gas en stadsverwarming - die de inflatie tot grote hoogte opstuwden. Energie was in september 200 procent duurder dan in dezelfde maand van 2021.

Ook aan de pomp betaalde de automobilist in de loop van 2022 de hoofdprijs. Op woensdag 8 juni bereikte de benzineprijs een hoogtepunt; een liter Euro95 kostte 2,37 euro. Dezelfde dag een jaar eerder was dat 1,79 euro.

Het CBS werkt aan een nieuwe methode voor het bepalen van de ontwikkeling van de energieprijzen.

Prijsindex elektriciteit, gas en stadsverwarming
maand2022 (2015=100)2021 (2015=100)
jan196,49104,43
feb187,87106,13
mrt275,85107,18
apr255,21107,97
mei221,75108,22
jun201,81109,99
jul240,60115,79
aug294,51117,17
sep369,46123,29
okt373,21136,56
nov277,97163,61
dec182,04

Arbeidsmarkt ontspant iets, maar is nog krap

De arbeidsmarkt was krap in 2022: er waren meer vacatures dan werklozen. In het tweede kwartaal bereikte de spanning op de arbeidsmarkt een hoogtepunt, met 143 vacatures op 100 werklozen. In het derde kwartaal kwam er wat ontspanning, en waren er 121 vacatures per 100 werklozen. In dat kwartaal daalde het aantal vacatures met 17 duizend ten opzichte van het vorige kwartaal, en kwamen er 45 duizend werklozen bij.

Spanning op de arbeidsmarkt
Jaar kwartaalVacatures (vacatures per 100 werklozen)
20121e kwartaal20
20122e kwartaal18
20123e kwartaal17
20124e kwartaal15
20131e kwartaal14
20132e kwartaal12
20133e kwartaal12
20134e kwartaal12
20141e kwartaal13
20142e kwartaal14
20143e kwartaal15
20144e kwartaal16
20151e kwartaal17
20152e kwartaal18
20153e kwartaal19
20154e kwartaal20
20161e kwartaal22
20162e kwartaal23
20163e kwartaal26
20164e kwartaal28
20171e kwartaal32
20172e kwartaal36
20173e kwartaal40
20174e kwartaal45
20181e kwartaal50
20182e kwartaal54
20183e kwartaal57
20184e kwartaal60
20191e kwartaal66
20192e kwartaal68
20193e kwartaal66
20194e kwartaal67
20201e kwartaal56
20202e kwartaal43
20203e kwartaal41
20204e kwartaal45
20211e kwartaal56
20212e kwartaal78
20213e kwartaal93
20214e kwartaal106
20221e kwartaal133
20222e kwartaal143
20223e kwartaal121

Loonkloof mannen en vrouwen minder groot

De loonkloof tussen mannen en vrouwen is ook in de coronajaren 2020 en 2021 kleiner geworden, meldde het CBS in april. In 2021 was het gemiddelde bruto-uurloon van vrouwen 13 procent lager dan dat van mannen. Dit verschil is elk jaar kleiner geworden. Hierbij speelt een rol dat vrouwelijke werknemers tegenwoordig hoger opgeleid zijn dan mannelijke.

Het verschil in uurlonen is veel kleiner dan het verschil in gemiddelde jaarlonen. In 2021 was het gemiddelde jaarloon (inclusief bijzondere beloningen) van vrouwen 36 procent lager dan dat van mannen. Twee derde van dit loonverschil wordt verklaard doordat vrouwen minder uren werken. Mannen werken in een werknemersbaan gemiddeld 33 uur per week, vrouwen 25 uur.

Loon van vrouwen als percentage van het loon van mannen
jaarGemiddeld jaarloon (%)Gemiddeld uurloon (%)
200654,878,8
200755,279,3
200856,179,8
200956,880,3
201057,081,3
201157,181,5
201257,882,2
201358,183,4
201458,983,9
201559,384,0
201660,384,5
201761,085,0
201861,885,3
201962,585,7
202063,886,3
202164,186,8

Spanning op de huizenmarkt blijft, prijzen stijgen minder hard

De spanning op de huizenmarkt nam in het begin van het jaar verder toe. In het eerste kwartaal waren bestaande koopwoningen gemiddeld 20,3 procent duurder dan een jaar eerder, in het tweede kwartaal 18,2 procent. Daarmee stond Nederland in de top vijf van landen met de grootste stijging van de huizenprijzen in de Europese Unie.

De stijging vlakte in de loop van het jaar wel af. In augustus bereikten de woningprijzen een hoogtepunt, om daarna gestaag te dalen. In november waren huizen nog maar 4,9 procent duurder dan een jaar eerder.

Het aantal verkochte woningen nam al sinds het voorjaar van 2021 vrijwel onafgebroken af. In de eerste 11 maanden van 2022 zijn 171.767 woningen verkocht, ruim 16 procent minder dan in dezelfde periode van 2021.

Prijsindex bestaande koopwoningen
jaarmaand(2015=100) (2015=100)
2018november127,4
2018december126,6
2019januari128,8
2019februari128,7
2019maart129,2
2019april129,8
2019mei130,4
2019juni130,9
2019juli132,4
2019augustus132,5
2019september133,4
2019oktober134,1
2019november134,8
2019december134,8
2020januari136,9
2020februari137,2
2020maart138,3
2020april139,3
2020mei140,4
2020juni140,9
2020juli142,2
2020augustus143,4
2020september144,8
2020oktober146,3
2020november146,8
2020december146,1
2021januari149,7
2021februari151,4
2021maart153,9
2021april155,3
2021mei158,4
2021juni161,4
2021juli165,3
2021augustus168,9
2021september171,5
2021oktober173,2
2021november176,3
2021december175,8
2022januari181,3
2022februari182,1
2022maart183,9
2022april185,9
2022mei188,2
2022juni188,3
2022juli189,2
2022augustus189
2022september187,6
2022oktober186,7
2022november184,9

Daling uitstoot broeikasgassen door hoge gasprijzen en zacht voorjaar

De uitstoot van broeikasgassen daalde in de eerste drie kwartalen van 2022. In het derde kwartaal was de uitstoot van broeikasgassen 4 procent lager dan in hetzelfde kwartaal van 2021. Mede door de hoge aardgasprijzen en het relatief zachte en zonnige voorjaar werd er minder aardgas verbruikt door vrijwel de gehele economie en maatschappij. Dat leidde in de industrie, landbouw en bebouwde omgeving tot een vermindering van de broeikasgassenuitstoot.

Immigratie stijgt, vooral vanuit Oekraïne

Nederland telt nu ruim 17,8 miljoen inwoners. De bevolking groeide in de eerste drie kwartalen van 2022 met 191 duizend inwoners. Dat waren er ruim twee keer zoveel als in dezelfde periode een jaar eerder. Dat kwam vooral door een hoger aantal immigranten, van wie bijna 28 procent uit Oekraïne afkomstig is. Een deel van hen is inmiddels weer teruggekeerd naar Oekraïne of doorgereisd naar een ander land. Op 1 november 2022 stonden bijna 86 duizend Oekraïners die na 24 februari in Nederland zijn aangekomen ingeschreven bij Nederlandse gemeenten.

Tot en met oktober werden bijna 10 duizend minder kinderen geboren dan in dezelfde periode vorig jaar. Tegelijk was de sterfte naar verhouding nog altijd hoog, waardoor de natuurlijke aanwas in 2022 lager was dan in 2021.

Bevolkingsontwikkeling, tot en met september
JaartalBevolkingsgroei (x 1 000)Natuurlijke aanwas (x 1 000)Migratiesaldo (x 1 000)
200093,050,540,1
200188,347,840,5
200267,045,521,5
200348,445,92,5
200431,643,9-12,4
200522,039,5-17,4
200614,736,6-21,9
200735,938,4-2,5
200859,538,720,8
200968,839,029,8
201063,836,327,5
201163,335,927,4
201242,328,014,2
201340,522,717,8
201458,229,528,7
201556,717,239,6
201683,420,363,1
201780,815,265,7
201878,711,567,2
2019103,215,787,5
202057,75,052,7
202192,912,880,1
2022*191,02,5188,5
* voorlopige cijfers

Groot deel van het jaar oversterfte

In een groot deel van 2022 was er oversterfte: tot en met november overleden in 2 op de 3 weken meer mensen dan verwacht voor die week. De weken zonder oversterfte lagen vooral in het begin van het jaar: van januari tot eind maart (week 1 tot en met week 12), en in enkele losse weken daarna lag het aantal overledenen binnen de marges van normale fluctuaties.

Van de overledenen tot en met augustus 2022 is de doodsoorzaak bekend: 6 183 mensen zijn overleden aan COVID-19. In totaal stierven van maart 2020 tot en met augustus 2022 volgens deze cijfers 45 964 mensen aan deze ziekte, veroorzaakt door het coronavirus.

Overledenen per week*
   OverledenenVerwacht aantal overledenenVerwacht aantal overledenen (95%-interval)
20201310332772908 – 3645
20202336433112930 – 3692
20203315733442945 – 3742
20204304633923008 – 3776
20205316434073027 – 3788
20206319634012979 – 3823
20207319834082916 – 3901
20208295933872851 – 3922
20209309833522805 – 3898
202010310733152785 – 3845
202011321832532756 – 3751
202012361431742711 – 3637
202013445831042703 – 3505
202014508530242712 – 3337
202015498229572719 – 3195
202016430829152711 – 3120
202017391028692677 – 3060
202018338328412650 – 3032
202019298928212633 – 3009
202020277727942626 – 2962
202021277027702620 – 2920
202022273227532608 – 2898
202023268227352591 – 2880
202024268927372600 – 2875
202025269627252594 – 2855
202026265927172577 – 2857
202027263827232544 – 2902
202028261927192515 – 2923
202029252827202507 – 2934
202030267327072515 – 2900
202031266626872492 – 2882
202032264226822483 – 2881
202033320926692481 – 2857
202034285626632510 – 2815
202035273526672526 – 2807
202036269226762549 – 2804
202037274226982564 – 2832
202038272127292585 – 2873
202039289127522618 – 2886
202040300227862628 – 2943
202041302228072655 – 2960
202042322228392677 – 3001
202043344828622661 – 3063
202044368728892683 – 3095
202045358929022692 – 3111
202046358029322710 – 3155
202047333529722742 – 3202
202048340530122762 – 3263
202049353030372742 – 3332
202050361531002800 – 3399
202051390931662830 – 3501
202052386732222871 – 3573
202053410332662906 – 3625
20211414533092940 – 3677
20212385033432962 – 3724
20213386333762978 – 3775
20214371434253040 – 3809
20215365534403060 – 3821
20216355134343012 – 3856
20217353134412949 – 3934
20218320534202884 – 3955
20219310533842838 – 3931
202110324433472817 – 3877
202111304432852787 – 3782
202112304632052742 – 3668
202113317631342733 – 3535
202114316530542741 – 3366
202115314029862748 – 3224
202116314429442739 – 3148
202117312128972705 – 3088
202118300828692677 – 3060
202119301728492660 – 3037
202120299028212653 – 2989
202121280527972646 – 2947
202122301027802635 – 2925
202123288427622617 – 2906
202124287027642627 – 2901
202125267327512620 – 2882
202126279227432603 – 2883
202127283727502571 – 2929
202128287327452541 – 2949
202129277627472534 – 2960
202130291627342541 – 2926
202131295827132518 – 2908
202132284127082509 – 2907
202133289826952507 – 2883
202134292726882535 – 2841
202135286026932552 – 2833
202136309327022575 – 2829
202137291927242590 – 2858
202138289027552612 – 2899
202139307227782644 – 2912
202140307228132655 – 2970
202141306428352682 – 2987
202142327528662705 – 3028
202143338828892688 – 3090
202144351829172711 – 3123
202145378829302720 – 3139
202146400529602738 – 3183
202147419230012771 – 3231
202148439530422791 – 3292
202149437330662771 – 3361
202150405331302830 – 3429
202151377231962861 – 3531
202152368932532902 – 3605
20221343533212953 – 3690
20222315733562975 – 3737
20223319233902991 – 3788
20224320234383054 – 3822
20225328634543073 – 3835
20226325434473025 – 3870
20227337834552963 – 3947
20228335134332898 – 3969
20229323333972851 – 3944
202210338733602830 – 3890
202211360332982800 – 3795
202212363032172754 – 3680
202213356531462745 – 3547
202214357330662753 – 3378
202215351529972759 – 3235
202216323529552751 – 3159
202217314129082716 – 3100
202218312828802689 – 3071
202219312728602672 – 3048
202220305728322664 – 3000
202221292228082657 – 2958
202222296227912645 – 2936
202223294227732628 – 2917
202224301227752637 – 2912
202225313627622631 – 2893
202226310127542614 – 2894
202227297127602581 – 2940
202228308727562552 – 2960
202229318827582544 – 2971
202230313327442552 – 2937
202231295627242529 – 2918
202232298427192520 – 2918
202233307627052518 – 2893
202234303626992546 – 2852
202235296327032563 – 2843
202236293527132586 – 2840
202237281027352601 – 2869
202238301227662622 – 2910
202239319327892655 – 2923
202240330428242666 – 2981
202241329928462693 – 2998
202242335728782716 – 3039
202243329729012700 – 3102
202244321829282722 – 3134
202245315929412732 – 3151
202246318929722749 – 3195
202247336530132783 – 3243
202248340430542803 – 3304
20224930782783 – 3373
20225031422842 – 3442
20225132092874 – 3544
20225232662915 – 3617
* Voorlopige cijfers. Week 48 van 2022 is een schatting.

Mentale gezondheid van vooral jongeren op dieptepunt

In 2021 was 15 procent van alle mensen van 12 jaar en ouder psychisch ongezond, gemeten aan de hand van een vragenlijst over het persoonlijk welzijn. Dat is aanzienlijk meer dan in voorafgaande jaren. Dit percentage is sinds 2001, het jaar waarin het CBS begon met de monitoring van de mentale gezondheid, niet zo hoog geweest. Vooral onder jongvolwassenen en tieners verslechterde de mentale gezondheid; 22 procent van de jongvolwassenen was psychisch ongezond.

Niet alleen het mentale welzijn van jongeren verslechterde, ook het geluksgevoel en de tevredenheid met het leven namen af. Hoewel nog steeds een ruime meerderheid gelukkig en tevreden zegt te zijn, is het percentage gelukkigen en tevredenen onder jongvolwassenen in 2021 het laagste van alle leeftijdsgroepen.

Daarnaast verslechterde het persoonlijk welzijn. Het percentage jongeren van 18 tot 25 jaar die hun persoonlijke welzijn een 7 of hoger geven, daalde van 70 procent in 2020 naar 63 procent in 2021. Hiermee hadden jongeren voor het eerst sinds het begin van de meting in 2013 minder vaak een hoog welzijn dan 25-plussers (67 procent). Deze afname is vooral te zien bij jonge vrouwen.

Geluk en tevredenheid
PeriodeTevredenheid, 18 jaar of ouder (%)Tevredenheid, 18 tot 25 jaar (%)Geluk, 18 jaar of ouder (%)Geluk, 18 tot 25 jaar (%)
199784,184,888,291,1
199885,484,989,090,9
199984,884,688,489,8
200085,885,589,190,8
200185,985,789,390,9
200284,481,488,088,7
200384,584,687,890,7
200484,384,187,890,6
200583,982,887,487,6
200684,485,088,890,5
200784,987,288,289,8
200885,886,588,791,4
200985,184,689,090,0
201083,884,787,788,8
201184,785,088,189,4
201285,185,889,090,4
201383,685,687,590,0
201484,682,687,989,6
201583,986,287,488,7
201685,285,588,388,5
201785,485,387,587,5
201885,783,887,785,8
201987,386,188,987,5
202084,881,486,883,8
202183,676,986,480,9