Inflatie daalt naar 9,9 procent in november

Over dit onderwerp zijn nieuwere cijfers beschikbaar. Bekijk de laatste cijfers.
© ANP
Consumentengoederen en -diensten waren in november 9,9 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, meldt het CBS. In oktober was de inflatie 14,3 procent. De daling van de inflatie kwam vooral door de prijsontwikkeling van energie.

[video: https://www.cbs.nlnl-nl/video/452c50a7ebc3457e957d2bafe01d840d]

Het CBS publiceert naast het algemene inflatiecijfer maandelijks ook wat de inflatie is exclusief de prijsontwikkeling van energie (gas, elektriciteit en stadsverwarming) en brandstof. In november waren consumentengoederen en –diensten exclusief energie en motorbrandstoffen 6,8 procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar. In oktober was de prijsstijging op jaarbasis 6,9 procent.

De inflatie wordt elke maand gemeten als de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar. De CPI geeft het prijsverloop weer van een pakket goederen en diensten zoals dit gemiddeld wordt aangeschaft door de Nederlandse huishoudens. Een inflatie van 9,9 procent in november 2022 betekent dat de prijzen van consumentenproducten 9,9 procent hoger zijn dan in november 2021. De inflatie van 9,9 procent in november komt dus niet bovenop de inflatie van 14,3 procent in oktober.

Inflatie (CPI)
jaarmaandInflatie (CPI) (% verandering t.o.v. een jaar eerder)Inflatie (CPI) exclusief energie en motorbrandstoffen (% verandering t.o.v. een jaar eerder)
2017januari1,71,4
2017februari1,81,4
2017maart1,10,8
2017april1,61,3
2017mei1,11
2017juni1,11,1
2017juli1,31,2
2017augustus1,41,2
2017september1,51,3
2017oktober1,31,2
2017november1,51,2
2017december1,31,2
2018januari1,51,2
2018februari1,21
2018maart10,8
2018april1,10,8
2018mei1,71,2
2018juni1,71,1
2018juli2,11,4
2018augustus2,11,4
2018september1,91,2
2018oktober2,11,5
2018november21,6
2018december21,6
2019januari2,21,7
2019februari2,62
2019maart2,82,2
2019april2,92,2
2019mei2,41,8
2019juni2,72,2
2019juli2,52,3
2019augustus2,82,7
2019september2,62,5
2019oktober2,72,6
2019november2,62,3
2019december2,72,3
2020januari1,82,1
2020februari1,62
2020maart1,42,2
2020april1,22,3
2020mei1,22,4
2020juni1,62,6
2020juli1,72,6
2020augustus0,71,5
2020september1,11,9
2020oktober1,22,1
2020november0,81,7
2020december11,8
2021januari1,62,1
2021februari1,82
2021maart1,91,7
2021april1,91,3
2021mei2,11,5
2021juni21,4
2021juli1,40,5
2021augustus2,41,5
2021september2,71,5
2021oktober3,41,6
2021november5,22,3
2021december5,72,4
2022januari6,42,7
2022februari6,22,9
2022maart9,73,1
2022april9,64,1
2022mei8,84,4
2022juni8,64,7
2022juli10,35,7
2022augustus126
2022september14,56,5
2022oktober14,36,9
2022november9,96,8

Kleinere prijsstijging energie

De forse afname van de inflatie kwam met name door de prijsontwikkeling van energie (elektriciteit, gas en stadsverwarming). Energie was in november 70 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder. In oktober 2022 was energie 173 procent duurder dan in oktober 2021.

In het najaar van 2022 kondigde het kabinet twee maatregelen aan om de energiekosten van huishoudens te verlagen: de tijdelijke maatregel voor tegemoetkoming in de energieprijzen en het prijsplafond op energie. De tegemoetkoming, die in november 2022 voor het eerst is uitgekeerd, wordt gezien als een inkomenssteun en heeft daarom geen invloed op de CPI. Het prijsplafond heeft wel een directe invloed op de prijs van geleverde elektriciteit of gas en wordt daarom wel meegenomen in de CPI. Dit wordt verder toegelicht in het artikel 'Uitwerking van energiemaatregelen in de CPI'.

Prijsindex elektriciteit, gas en stadsverwarming
Maand2022 (2015=100)2021 (2015=100)
Jan196,49104,43
Feb187,87106,13
Mrt275,85107,18
Apr255,21107,97
Mei221,75108,22
Jun201,81109,99
Jul240,6115,79
Aug294,51117,17
Sep369,46123,29
Okt373,21136,56
Nov277,97163,61
Dec182,04

Onderzoek naar energieprijzen

Energie levert momenteel een belangrijke bijdrage aan de totale inflatie. De prijsontwikkeling van energie wordt gemeten op basis van nieuwe contracten. Veel huishoudens hebben echter momenteel een bestaand contract voor gas en elektriciteit. Het CBS onderzoekt nieuwe methoden voor het meten en berekenen van de energieprijzen in de CPI en HICP, waarbij actuele ontwikkelingen van energieprijzen verfijnder in kaart worden gebracht. Eind oktober zijn de voorlopige onderzoeksresultaten gepubliceerd. Het CBS maakt in het onderzoek gebruik van databestanden die aangeleverd zijn door energiemaatschappijen.

Het CBS zal de komende tijd bij de berichtgeving over inflatie regelmatig meer informatie geven over de voortgang en de uitkomsten van het onderzoek. De verwachting is dat het onderzoek begin 2023 ver is gevorderd. Dan komt er ook meer duidelijkheid over de waarnemingsmethode van energieprijzen die gaat worden ingevoerd en over de datum waarop de nieuwe methode wordt geïmplementeerd. De reeds gepubliceerde cijfers worden bij het moment van de overstap naar een nieuwe methode niet aangepast.

Neerwaarts effect motorbrandstoffen

De motorbrandstoffen hadden een neerwaarts effect op de inflatie. Motorbrandstoffen waren in november 0,6 procent goedkoper dan in dezelfde maand een jaar eerder. In oktober was er nog een prijsstijging van 7,5 procent op jaarbasis. Voor een liter Euro 95 aan de pomp werd gemiddeld 1,91 euro betaald in november, in oktober was dat 2,00 euro. De prijs van diesel ging van 2,08 euro in oktober naar 1,93 euro in november.

Verblijf in bungalowparken stijgt minder in prijs

De inflatie werd lager door de prijsontwikkeling van een verblijf in een bungalowpark. Een verblijf in een bungalowpark was in november 1,2 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder. In oktober was dat 8,4 procent. De inflatie werd ook lager door de prijsontwikkeling van kleding. De prijsstijging op jaarbasis nam af van 9,4 procent in oktober naar 6,6 procent in november.

Opwaarts effect voeding

De prijsontwikkeling van voeding had een verhogend effect op de ontwikkeling van de inflatie. Voeding was in november 15,7 procent duurder dan in dezelfde maand vorig jaar. In oktober was de prijsstijging 14,0 procent. Met name de prijzen van brood- en graanproducten, vlees en zuivelproducten droegen hier aan bij.

CPI; belangrijkste bijdragen aan de jaarmutatie
 November 2022 (%-punt)Oktober 2022 (%-punt)
Totaal9,914,3
Huisvesting, water
en energie
4,438,43
Voedingsmiddelen en
alcoholvrije dranken
1,921,73
Stoffering en huishoudelijke
apparaten
0,680,71
Vervoer0,650,96
Diverse goederen en
diensten
0,420,45
Recreatie en cultuur0,410,36
Horeca0,390,52
Kleding en schoenen0,310,47
Consumptie in het
buitenland
0,310,33
Onderwijs0,30,3

Inflatie eurozone neemt af

Het CBS publiceert sinds 1996 twee verschillende cijfers voor inflatie. Een op basis van de consumentenprijsindex (CPI) en een op basis van de geharmoniseerde index van consumentenprijzen (HICP). Consumentengoederen en -diensten in Nederland waren volgens de HICP in november 11,3 procent duurder dan in dezelfde maand een jaar eerder, in oktober was dat 16,8 procent. De inflatie in de eurozone daalt van 10,6 procent in oktober naar 10,0 procent in november.

Europees geharmoniseerde inflatie (HICP)
jaarmaandNederland (% verandering van de geharmoniseerde consumentenprijsindex t.o.v. een jaar eerder)Eurozone (% verandering van de geharmoniseerde consumentenprijsindex t.o.v. een jaar eerder)
2017januari1,61,7
2017februari1,72
2017maart0,61,5
2017april1,41,9
2017mei0,71,4
2017juni11,3
2017juli1,51,3
2017augustus1,51,5
2017september1,41,6
2017oktober1,31,4
2017november1,51,5
2017december1,21,3
2018januari1,51,3
2018februari1,31,1
2018maart11,4
2018april11,2
2018mei1,92
2018juni1,72
2018juli1,92,2
2018augustus1,92,1
2018september1,62,1
2018oktober1,92,3
2018november1,81,9
2018december1,81,5
2019januari21,4
2019februari2,61,5
2019maart2,91,4
2019april31,7
2019mei2,31,2
2019juni2,71,3
2019juli2,61
2019augustus3,11
2019september2,70,8
2019oktober2,80,7
2019november2,61
2019december2,81,3
2020januari1,71,4
2020februari1,31,2
2020maart1,10,7
2020april10,3
2020mei1,10,1
2020juni1,70,3
2020juli1,60,4
2020augustus0,3-0,2
2020september1-0,3
2020oktober1,2-0,3
2020november0,7-0,3
2020december0,9-0,3
2021januari1,60,9
2021februari1,90,9
2021maart1,91,3
2021april1,71,6
2021mei22
2021juni1,71,9
2021juli1,42,2
2021augustus2,73
2021september33,4
2021oktober3,74,1
2021november5,94,9
2021december6,45
2022januari7,65,1
2022februari7,35,9
2022maart11,77,4
2022april11,27,4
2022mei10,28,1
2022juni9,98,6
2022juli11,68,9
2022augustus13,79,1
2022september17,19,9
2022oktober16,810,6
2022november11,310

Verschil CPI en HICP

Om de inflatie tussen landen te kunnen vergelijken, berekenen de lidstaten van de Europese Unie (EU) een consumentenprijsindex volgens internationaal afgesproken definities en methoden. De Europese Centrale Bank gebruikt de HICP voor het monetaire beleid in de eurozone. Daarnaast maken de meeste landen nog een eigen, nationale prijsindex.

Het belangrijkste verschil tussen de CPI en de HICP voor Nederland is dat de HICP in tegenstelling tot de CPI geen rekening houdt met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de ontwikkeling van woninghuren. Dit is echter niet het enige verschil. In een publicatie worden deze verschillen verder toegelicht.

Snelle raming inflatie volgens de CPI

Vanaf 2023 gaat het CBS maandelijks ook een snelle raming van de inflatie volgens de CPI publiceren. Deze raming verschijnt elke maand tegelijkertijd met de gebruikelijke raming van de HICP. De snelle raming van de CPI wordt voor het eerst gepubliceerd op 6 januari 2023, over verslagmaand december 2022. Net als bij de HICP is de snelle raming op basis van nog onvolledige brongegevens. Daarom is de snelle raming van de CPI niet geschikt om te gebruiken voor indexering. Enkele werkdagen na de snelle raming worden de reguliere cijfers van de CPI en HICP gepubliceerd. Lees hier meer over de introductie van de snelle raming van de CPI.

Implicaties coronacrisis op de berekening van de inflatie

Door de overheidsmaatregelen in verband met de coronacrisis zijn sommige diensten na maart 2020 tijdelijk niet of beperkt beschikbaar geweest. Hierdoor zijn voor een deel van deze diensten geen transacties geweest waarvan de prijzen gemeten konden worden. In aansluiting op de richtlijnen van Eurostat heeft het CBS per situatie gekozen voor de meest passende schattingsmethode. In een notitie worden alle keuzes toegelicht en in een maatwerktabel wordt aangegeven per artikelgroep of er een schatting is gemaakt. In november 2022 werden geen prijzen meer geschat in verband met corona, maar schattingen in dezelfde maand een jaar eerder werken nog wel door in de inflatie van deze maand.

Dashboard consumentenprijzen

Het dashboard consumentenprijzen toont de inflatie volgens de consumentenprijsindex (CPI) en voor een aantal groepen consumentengoederen en -diensten. Meer prijsindicatoren zijn te vinden in het prijzendashboard. De persoonlijke inflatiecalculator geeft inzicht in de ontwikkeling van de consumentenprijzen voor een individueel consumptieprofiel.