Meer werknemers met pensioen gegaan in 2020

© Hollandse Hoogte / Marcel van den Bergh
In 2020 gingen ruim 94 duizend werknemers met pensioen. Dat is 30 procent meer dan in de twee voorgaande jaren. De gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers bedroeg 65,5 jaar, een half jaar hoger dan in 2019. Dit blijkt uit nieuwe cijfers uit het Stelsel van Sociaal-statistische Bestanden (SSB) van het CBS.

In de periode 2002-2006 ging circa 11 procent van de werknemers van 55 jaar of ouder jaarlijks met pensioen. Dat aandeel nam vanaf 2007 af, met name onder invloed van regelgeving en wetswijzigingen om werknemers te stimuleren om langer door te werken. De AOW-leeftijd is in 2020 niet verhoogd ten opzichte van een jaar eerder. Daardoor kwamen dat jaar meer mensen in aanmerking voor een AOW-uitkering. In 2020 was het aandeel werknemers dat met pensioen ging mede daardoor voor het eerst sinds jaren hoger dan in het voorgaande jaar. In 2020 ging 6,8 procent van de werknemers van 55 jaar of ouder met pensioen, in 2019 was dat nog 5,5 procent. De coronacrisis heeft mogelijk effect gehad op het aantal werknemers die met pensioen gingen in 2020. Op basis van de beschikbare gegevens kan dat effect niet worden bepaald.

Pensionering van werknemers van 55 jaar en ouder
JaarAandeel 55+ werknemers met pensioen gegaan (% werknemers)
200211,0
200310,0
200411,4
200511,0
200611,1
20078,6
20088,4
20098,1
20107,8
20117,6
20127,3
20136,5
20146,0
20156,4
20166,0
20176,0
20185,9
2019*5,5
2020*6,8
* voorlopige cijfers

In vrijwel alle sectoren meer pensioengangers 

Behalve in de financiële dienstverlening gingen in 2020 in alle bedrijfstakken meer werknemers met pensioen dan in 2019. In absolute zin gingen de meeste werknemers met pensioen in de zorg, bij de overheid, in het onderwijs en de industrie. In deze bedrijfstakken zijn ook de meeste werknemers van 55 jaar en ouder werkzaam.

Pensionering van werknemers
Bedrijfstak2020* (x 1 000)2019* (x 1 000)
Gezondheids- en welzijnszorg18,214,6
Openbaar bestuur en
overheidsdiensten
12,49,6
Onderwijs11,69,4
Industrie en
delfstoffenwinning
11,28,4
Handel8,46,5
Vervoer en opslag7,25,3
Verhuur en overige
zakelijke diensten
6,44,4
Bouwnijverheid3,92,9
Specialistische
zakelijke diensten
3,62,7
Overige dienstverlening2,21,7
Financiële dienstverlening1,61,7
Horeca1,61,0
Cultuur, sport en recreatie1,30,9
Informatie en communicatie1,21,1
Verhuur en handel
van onroerend goed
0,80,6
Landbouw, bosbouw en visserij0,70,5
Waterbedrijven en afvalbeheer0,60,5
Energievoorziening0,60,6
* voorlopige cijfers

Gemiddelde pensioenleeftijd werknemers verder omhoog

In 2020 bedroeg de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers 65 jaar en 6 maanden. Van het begin van deze eeuw tot en met 2006 lag de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers rond 61 jaar. Deze steeg vanaf 2007 en het aandeel werknemers die voor hun 65e verjaardag met pensioen gaan is sindsdien sterk gedaald.

Gemiddelde pensioenleeftijd werknemers
JaarGemiddelde pensioenleeftijd werknemers (jaar)
200260,7
200361,0
200460,8
200560,9
200660,9
200761,7
200861,9
200962,4
201062,7
201163,1
201263,4
201363,7
201463,8
201564,2
201664,4
201764,6
201864,8
2019*65,0
2020*65,6
*voorlopige cijfers

Helft van de pensioengangers is 66 jaar

Ook het feit dat de AOW-leeftijd vanaf 1 januari 2013 geleidelijk is verhoogd, speelt een rol bij de stijging van de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers. De AOW-leeftijd is in 2020 niet verhoogd ten opzichte van een jaar eerder en bleef op 66 jaar en 4 maanden. Dat verklaart mede waarom er in 2020 meer werknemers van 66 jaar met pensioen zijn gegaan. In 2020 waren dat er 47,5 duizend, in 2019 waren dat er nog 31 duizend

Leeftijd waarop werknemers met pensioen gaan
Jaar59 jaar of jonger (%)60 jaar (%)61 jaar (%)62 jaar (%)63 jaar (%)64 jaar (%)65 jaar (%)66 jaar (%)67 jaar of ouder (%)
200229,227,020,87,12,41,29,30,62,5
200324,029,918,69,72,81,410,30,72,6
200426,429,518,510,02,41,19,20,52,3
200527,427,917,011,52,41,39,60,52,4
200628,328,215,211,92,71,29,30,52,6
200713,632,318,013,83,71,812,21,03,6
20089,927,420,717,94,42,213,20,93,5
20097,720,019,421,96,42,915,81,34,6
20107,412,119,422,311,24,317,61,34,3
20116,76,611,723,614,06,625,31,34,2
20126,96,58,917,716,37,729,51,55,0
20138,45,97,912,513,99,533,02,46,5
20148,05,47,111,411,39,838,72,16,2
20155,44,75,79,210,19,548,11,85,6
20165,94,54,47,69,210,050,22,45,8
20175,63,94,16,99,110,450,43,75,8
20186,03,33,56,38,110,219,037,36,3
2019*6,13,33,26,17,99,913,242,87,5
2020*4,42,22,54,86,28,212,350,39,0
* voorlopige cijfers