Meer inflatie in eerste halfjaar 2019
Inflatie is meer dan de prijsontwikkeling voor consumentengoederen en -diensten. De prijsontwikkelingen die bijvoorbeeld op de huizenmarkt, voor producenten of op financiële markten worden gemeten, bieden een belangrijke aanvulling op het beeld van inflatie dat door de Consumentenprijsindex (CPI) wordt gegeven. In het prijzendashboard van het CBS wordt elke maand de stijging van 16 prijsindicatoren vergeleken met de gebruikelijke ontwikkeling over de afgelopen elf jaar.
In de eerste zes maanden van 2019 waren steeds zeven of acht prijsindicatoren getypeerd als hoger dan gebruikelijk (rood) en twee of drie indicatoren lager dan gebruikelijk (blauw). Dit is het hoogste aantal indicatoren in het rood sinds het tweede halfjaar van 2008 en het laagste aantal in het blauw sinds het tweede halfjaar van 2011.
Inflatie-indicator | 2008-2018 | 2019 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Gebruikelijke waarden | jan | feb | mrt | apr | mei | jun | |
Consumentenprijsindex (CPI) | 0,94 ‑ 2,25 |
2,2 | 2,6 | 2,8 | 2,9 | 2,4 | 2,7 |
CPI Voedingsmiddelen, dranken en tabak | 0,97 ‑ 2,96 |
3,0 | 3,0 | 3,6 | 3,4 | 3,2 | 3,8 |
CPI Diensten | 1,60 ‑ 2,60 |
1,7 | 2,2 | 2,4 | 3,0 | 2,2 | 2,9 |
CPI Energie en brandstof | -3,08 ‑ 6,28 |
8,4 | 10,5 | 11,7 | 12,0 | 10,3 | 8,3 |
CPI industriële goederen excl. energie | -0,31 ‑ 0,67 |
0,7 | 1,2 | 0,7 | -0,4 | -0,1 | -0,3 |
Goud | -2,26 ‑ 18,97 |
3,6 | 7,6 | 7,2 | 5,4 | 4,0 | 9,6 |
AEX | -10,45 ‑ 15,87 |
-10,6 | 0,5 | 2,4 | 3,1 | -1,6 | -0,6 |
Driemaands rentevoet | -0,25 ‑ 1,02 |
-0,3 | -0,3 | -0,3 | -0,3 | -0,3 | -0,3 |
Jongste 10-jarige staatslening | 0,59 ‑ 3,28 |
0,3 | 0,2 | 0,2 | 0,2 | 0,1 | -0,1 |
Uitvoer industrie | -3,20 ‑ 8,00 |
-0,4 | 1,2 | 1,9 | 2,9 | 0,8 | -1,1 |
Invoer industriële producten | -1,60 ‑ 3,10 |
-0,1 | 1,2 | 1,7 | 1,8 | 0,0 | -1,2 |
Ruwe aardolie | -15,70 ‑ 30,40 |
-8,6 | 4,1 | 13,9 | 11,1 | 6,9 | -5,1 |
Lonen | 1,40 ‑ 2,46 |
2,6 | 2,6 | 2,6 | 2,6 | 2,7 | 2,8 |
In Nederland geproduceerde kapitaalgoederen | 0,41 ‑ 1,57 |
4,5 | 4,4 | 4,5 | 4,6 | 4,3 | 3,9 |
Invoer machines | 0,30 ‑ 2,00 |
3,7 | 3,7 | 3,6 | 3,8 | 3,4 | 3,2 |
Bestaande koopwoningen | -3,80 ‑ 4,40 |
8,7 | 7,5 | 7,7 | 7,7 | 7,2 | 6,9 |
Nieuwbouwwoningen | -3,70 ‑ 4,84 |
9,3 | 8,5 | 8,3 | 8,0 | 7,8 | 6,9 |
Inflatie in Nederland hoger dan in andere Europese landen
Het prijzendashboard geeft een beeld van de inflatie in Nederland. Een vergelijkbaar dashboard is niet beschikbaar voor de andere Europese landen. De consumentenprijsindex die in het dashboard is opgenomen is de reeks volgens nationale definitie. Voor internationale vergelijking wordt de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex HICP gebruikt. De ontwikkeling van de HICP was in het eerste halfjaar in Nederland gemiddeld 2,6 procent. Alleen in Roemenië, Hongarije, Letland, Estland en Bulgarije was prijsstijging hoger dan in Nederland. Het gemiddelde in de eurozone bedroeg 1,4 procent.
In vergelijking met de andere Europese landen stegen de consumentenprijzen voor energie in Nederland in het eerste halfjaar veruit het snelst, namelijk 10,2 procent. Gemiddeld in het eurozone was de stijging 3,7 procent. Voor voedingsmiddelen, dranken en tabak was de prijsstijging in Nederland gemiddeld 3,3 procent. De gemiddelde prijsstijging voor voeding in het eurogebied was 1,7 procent.
Regio | HICP (% verandering t.o.v. een jaar eerder) |
---|---|
Roemenië | 4,0 |
Hongarije | 3,5 |
Letland | 3,1 |
Estland | 2,6 |
Bulgarije | 2,6 |
Nederland | 2,6 |
Slowakije | 2,5 |
Tsjechië | 2,4 |
Litouwen | 2,3 |
Luxemburg | 2,0 |
Verenigd Koninkrijk | 1,9 |
Zweden | 1,9 |
België | 1,8 |
Polen | 1,7 |
Oostenrijk | 1,6 |
EU-28 | 1,6 |
Duitsland | 1,6 |
Slovenië | 1,5 |
Malta | 1,5 |
Eurozone | 1,4 |
Frankrijk | 1,4 |
Finland | 1,3 |
Spanje | 1,1 |
Ierland | 1,1 |
Italië | 1,0 |
Cyprus | 0,9 |
Denemarken | 0,9 |
Kroatië | 0,8 |
Griekenland | 0,7 |
Portugal | 0,7 |
* gemiddelde prijsontwikkeling januari-juni |
Ook huizenprijzen stijgen relatief sterk
Ook de stijging van de huizenprijzen (zowel nieuwbouw als bestaande koopwoningen) was in Nederland hoog in vergelijking met andere Europese landen. In het eerste kwartaal van 2019 was de prijsstijging in Nederland na die in Hongarije, Tsjechië, Portugal en Slovenië de hoogste van de 28 lidstaten van de EU.
Land | HPI (% verandering t.o.v. een jaar eerder) |
---|---|
Hongarije | 11,3 |
Tsjechië | 9,4 |
Portugal | 9,2 |
Slovenië | 8,4 |
Nederland | 8,2 |
Polen | 8,1 |
Croatië | 7,4 |
Bulgarije | 7,3 |
Letland | 7,1 |
Spanje | 6,9 |
Luxemburg | 6,9 |
Litouwen | 6,8 |
Malta | 6,5 |
Estland | 5,9 |
Slowakije | 5,7 |
Duitsland | 5,0 |
Ierland | 4,4 |
Cyprus | 4,3 |
Oostenrijk | 4,2 |
EU-28 | 4,0 |
België | 3,6 |
Roemenië | 3,3 |
Frankrijk | 2,9 |
Denemarken | 1,9 |
Zweden | 1,5 |
Verenigd Koninkrijk | 1,5 |
Finland | 0,7 |
Italië | -0,8 |
Bronnen
- Visualisatie - Prijzendashboard
- Paper - Prijzendashboard januari-juni 2019
Relevante links
- Eurostat - Euro area annual inflation down to 1.1%