[video: https://www.cbs.nl/nl-nl/video/c972bc513b9e4b19a104bdea881089a7]
Het CBS publiceert de monitor op verzoek van het Kabinet op Verantwoordingsdag. Het Kabinet geeft op deze dag ook een reactie op de belangrijkste conclusies van de monitor. Tijdens het Verantwoordingsdebat wordt de monitor in de Tweede Kamer behandeld. In deze tweede editie van de monitor zijn de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties geïntegreerd, vandaar dat de naam is gewijzigd in Monitor Brede Welvaart & Sustainable Development Goals . Deze wereldwijde duurzame ontwikkelingsdoelen raken aan de brede welvaart en worden nagestreefd door alle 193 landen die lid zijn van de Verenigde Naties, waaronder Nederland.
De drie planbureaus (CPB, PBL en SCP) publiceren vandaag de ‘Brief Planbureaus inzake Brede welvaart’.
Meeste onderdelen huidige welvaart vertonen stijgende lijn
De ontwikkeling van de brede welvaart in het ‘hier en nu’, de huidige brede welvaart in Nederland, is in de tweede monitor vastgesteld aan de hand van 29 indicatoren , verdeeld over acht thema’s. Het algemene beeld is overwegend positief. Over de laatste acht jaar bezien wijzen negen brede-welvaartstrends in de richting van een stijging en waren er 14 stabiel. En dat terwijl de brede welvaart ‘hier en nu’ afgezet tegen andere EU-landen al hoog te noemen is. Een aantal SDG-indicatoren weerspiegelt het positieve beeld, zoals de gezonde levensverwachting van mannen (SDG 3.4.1), het slachtofferschap van misdaad (SDG 11.7.2) en de stedelijke blootstelling aan fijnstof (SDG 11.6.2). Voor zes indicatoren was er sprake van trends in de richting van een lagere brede welvaart. Vier daarvan hebben betrekking op aan arbeid en huisvesting gerelateerde indicatoren. Daarnaast is het percentage mensen met overgewicht toegenomen (SDG 2.2.2) .
De meest recente ontwikkelingen laten een meer gemengd beeld zien dan de lange-termijntrends. Hier zijn meer ontwikkelingen in de richting van een dalende brede welvaart. Dit kan waarschijnlijk niet los worden gezien van de sterke economische groei van de laatste jaren. Zo namen de filedruk en de blootstelling aan fijnstof in steden toe en nam de tevredenheid met de woning af.
Brede Welvaart Trends, Hier en Nu
+ 1 , 8 % p t + 0 , 2 % p t - 0 , 1 % + 5 , 1 % + 3 , 0 % p t
+2,0% + 0 , 3 % p t + 1 , 5 % p t - 1 , 8 % p t + 0 , 6 % + 1 , 6 % + 0 , 2 % + 0 , 8 % + 1 , 2 % p t - 0 , 5 % p t + 1 , 1 % p t + 0 , 9 % p t - 0 , 1 % p t + 6 , 7 % p t + 0 , 6 % p t - 2 , 2 % p t - 0 , 6 % p t - 0 , 4 % p t + 1 , 9 % p t - 0 , 2 % p t - 0 , 5 % p t + 4 , 0 % p t - 0 , 9 % p t = 0 % - 2 , 1 % p t
Tevredenheid
met het leven
De eerste indicator onder het thema wel- zijn is tevredenheid met het leven. De
trend sinds 2011 is neutraal.
In 2018 steeg de tevredenheid met
0,3%-punt. Binnen de EU is Neder-
land het meest tevreden land.
Persoonlijke welzijnsindex
De tweede indicator onder het thema wel- zijn is de persoonlijke welzijnsindex.
De langetermijntrend toont een
stijging. In 2018 steeg de index met
1,5%-punt. Voor de index zijn
geen EU-data voorhanden.
Ervaren regie over
het eigen leven
De derde indicator onder het thema wel- zijn is de ervaren regie over het eigen
leven. De langetermijntrend is
neutraal. In 2018 daalde de ervaren re-
gie met 1,8%-punt. Binnen de EU is
het Nederlandse cijfer vrij hoog.
Mediaan besteedbaar
inkomen
De eerste indicator onder het thema ma- teriële welvaart is de mediaan van het
beschikbaar inkomen. De langetermijntrend
is neutraal. In 2017 steeg het
inkomen met 0,6%. Binnen de EU is
het Nederlandse cijfer vrij hoog.
Individuele consumptie
De tweede indicator onder het thema ma- teriële welvaart is de individuele con-
sumptie. De trend over de laatste 8 jaar
is neutraal. In 2018 steeg de con-
sumptie met 1,6%. Binnen de EU is
het Nederlandse cijfer vrij hoog.
Gezonde levensverwachting
mannen
De eerste indicator onder het thema ge- zondheid is de gezonde levensverwachting
van mannen. De langetermijntrend toont
een stijging. In 2017 steeg
zij met 0,2%. Binnen de EU is het
Nederlandse cijfer gemiddeld.
Gezonde levensverwachting
vrouwen
De tweede indicator onder het thema ge- zondheid is de gezonde levensverwachting
van vrouwen. De langetermijntrend is
neutraal. In 2017 steeg
zij met 0,8%. Binnen de EU is het
Nederlandse cijfer vrij laag.
Overgewicht
De derde indicator onder het thema ge- zondheid is overgewicht. Dit vertoont de
laatste 8 jaar een stijgende trend. In
2018 steeg het met 1,2%-punt. Verge-
leken met andere EU-landen is het
cijfer voor Nederland gemiddeld.
Langdurige werkloosheid
De eerste indicator onder het thema ar- beid en vrije tijd is langdurige werk-
loosheid. De trend over de laatste 8 jaar
is neutraal. In 2018 daalde zij met
0,5%-punt. Binnen de EU is het
Nederlandse cijfer gemiddeld.
Nettoarbeidsparticipatie
De tweede indicator onder het thema ar- beid en vrije tijd is nettoarbeidspar-
ticipatie. De trend over de laatste 8 jaar
is neutraal. In 2018 steeg zij met
1,1%-punt. Binnen de EU is het
Nederlandse cijfer vrij hoog.
Hoogopgeleide bevolking
De derde indicator onder het thema ar- beid en vrije tijd is het aandeel hoog-
opgeleiden. Dit kent de laatste 8 jaar
een opwaartse trend. In 2018 steeg het
met 0,9%-punt. Binnen de EU is het
Nederlandse cijfer gemiddeld.
Tevredenheid met vrije tijd
De vierde indicator onder het thema ar- beid en vrije tijd is tevredenheid met
de vrije tijd. De langetermijntrend toont
een daling. In 2018 daalde het
met 0,1%-punt. Binnen de EU is het
Nederlandse cijfer vrij hoog.
Tijdverlies door
files en vertraging
De vijfde indicator onder het thema ar- beid en vrije tijd is tijdverlies door
files en vertraging. Dit steeg de laat-
ste 8 jaar trendmatig. In 2018 steeg
het met 6,7%. Voor het tijdverlies
zijn geen EU-data voorhanden.
Tevredenheid met werk
(werknemers)
De zesde indicator onder het thema ar- beid en vrije tijd is de tevredenheid met
werk van werknemers. Deze daalde de laat-
ste 8 jaar trendmatig. In 2018 steeg
zij met 0,6%-punt. Binnen de EU is
het Nederlandse cijfer vrij hoog.
Kwaliteit van woningen
De eerste indicator onder het thema wo- nen is de kwaliteit van de woningen. De
trend over de laatste 8 jaar is neutraal.
In 2018 daalde zij met 2,2%-punt.
Vergeleken met andere EU-landen is
het Nederlandse cijfer gemiddeld.
Tevredenheid met woning
De tweede indicator onder het thema wo- nen is de tevredenheid met de woning.
De langetermijntrend toont een daling.
In 2018 daalde zij met 0,6%-punt.
Vergeleken met andere EU-landen is
het Nederlandse cijfer gemiddeld.
Contact met familie,
vrienden of buren
De eerste indicator onder het thema samenleving is het contact met familie,
vrienden of buren. De langetermijn toonde
een daling. In 2018 daalde het
met 0,4%-punt. Binnen de EU is
het Nederlandse cijfer hoog.
Inspraak
en verantwoordingsplicht
De tweede indicator onder het thema samenleving is inspraak en verantwoor-
dingsplicht. De trend sinds 2011
is neutraal. In 2017 steeg die
met 1,9%-punt. Binnen de EU is het
Nederlandse cijfer vrij hoog.
Vertrouwen in instituties
De derde indicator onder het thema samenleving is vertrouwen in instituties.
De langetermijntrend toont een stijging.
In 2018 daalde het met 0,2%-punt.
Vergeleken met andere EU-landen is
het Nederlandse cijfer vrij hoog.
Vertrouwen in mensen
De vierde indicator onder het thema samenleving is vertrouwen in mensen.
De langetermijntrend toont een stijging.
In 2018 daalde het met 0,5%-punt.
Vergeleken met andere EU-landen is
het Nederlandse cijfer vrij hoog.
Ontwikkeling normen en waarden
De vijfde indicator onder het thema samenleving is de ontwikkeling van nor-
men en waarden. De trend over de laatste 8
jaar is neutraal. In 2018 steeg het
met 4,0%-punt. Voor deze indicator
zijn geen EU-data voorhanden.
Vrijwilligerswerk
De zesde indicator onder het thema samenleving is vrijwilligerswerk. De
langetermijntrend is neutraal.
In 2018 daalde het met 0,9%-punt.
Binnen de EU verricht Nederland
het meeste vrijwilligerswerk.
Vaak onveilig
voelen in de buurt
De eerste indicator onder het thema veiligheid betreft het veiligheidsgevoel
in eigen buurt. De langetermijntrend is
neutraal. In 2017 bleef het
gelijk. Er zijn over dit onderwerp
geen EU-data voorhanden.
Slachtofferschap
van misdaad
De tweede indicator onder het thema veiligheid betreft het slachtofferschap
van misdaad. De langetermijntrend toont een
daling. In 2017 daalde het met
het met 2,1%-punt. Binnen de EU is
het Nederlandse cijfer gemiddeld.
Beheerde natuur
in Natuurnetwerk Nederland
De eerste indicator onder het thema milieu betreft de oppervlakte natuur
in het Natuurnetwerk Nederland. De
langetermijntrend toont een stijging. In
2017 steeg zij met 1,8%-punt. Er is voor
deze indicator geen EU-equivalent.
Kwaliteit van
zwemwater binnenwateren
De tweede indicator onder het thema milieu betreft de kwaliteit van zwemwater
in de binnenwateren. Deze steeg de laat-
ste 8 jaar trendmatig. In 2018 steeg
zij met 0,2%-punt. Binnen de EU
is het Nederlandse cijfer gemiddeld.
Living Planet Index
De derde indicator onder het thema milieu is de Living Planet Index, een maat voor
de biodiversiteit. De langetermijntrend
is neutraal. In 2017 daal-
de de index met 0,1%. De index kan
niet Europees worden vergeleken.
Stedelijke blootstelling
aan fijnstof (PM
2,5
)
De vierde indicator onder het thema milieu is de stedelijke blootstelling aan fijn-
stof. Deze daalde de laatste 8 jaar
trendmatig. In 2018 steeg het fijnstof-
gehalte met 5,1%. Binnen de EU is
het Nederlandse cijfer gemiddeld.
Milieuproblemen
De vijfde indicator onder het thema milieu is de ervaren last van milieuproblemen
in de woonomgeving. De trend over de
laatste 8 jaar is neutraal. In 2018 steeg
die met 3,0%-punt. Binnen de EU is
het Nederlandse cijfer gemiddeld.
Bruto binnenlands product
per hoofd van de bevolking
Ter vergelijking is ook het bruto binnen- lands product (bbp) opgenomen in het
overzicht. Dit steeg de laatste 8 jaar
trendmatig. In 2018 steeg het met 2,0%.
Vergeleken met andere EU-landen heeft
Nederland een hoog bbp per inwoner.
Bron: CBS
Brede Welvaart Trends, Hier en Nu - Legenda
Stijging Brede Welvaart Geen verandering Daling Brede Welvaart
Langjarige trend (8 jaar) Mutatie (laatste jaar)
Legenda
Brede Welvaart Trends, Hier en Nu - Positie in EU
Positie in EU
De balken geven de
positie aan van Nederland
in de Europese Unie
per indicator.
Onderin EU-ranglijst Bovenin EU-ranglijst Middenpositie Legenda Geen data
Bbp
per hoofd
bevolking
Welzijn MateriëleWelvaart Wonen Veiligheid Gezondheid Arbeid en vrije tijd Milieu Samenleving
02
01
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
14
13
15
16
21
17
18
19
20
22
23
24
25
27
26
28
29
Hoewel het totaalbeeld overwegend positief is, is de welvaartsontwikkeling niet altijd gelijk verdeeld over alle bevolkingsgroepen. Hoogopgeleiden genieten bijvoorbeeld gemiddeld gezien een hogere brede welvaart dan laagopgeleiden.
Recente afname natuurlijk kapitaal
De monitor besteedt ook aandacht aan de voorwaarden voor de toekomstige brede welvaart in Nederland. Dit gebeurt aan de hand van de ontwikkeling van bepaalde voorraden of ‘kapitalen’. Van de in totaal twintig brede-welvaartstrends voor ‘later’ zijn er tien opwaarts en acht stabiel. Dit positieve beeld geldt ook voor de SDG-indicatoren die betrekking hebben op de latere brede welvaart. Deze laten alle een stabiele trend zien of bewegen in de richting van het doel, te weten: de gezonde levensverwachting van mannen en vrouwen (SDG 3.4.1), de stedelijke blootstelling aan fijnstof (SDG 11.6.2), discriminatiegevoelens (SDG 10.3.1) en biodiversiteit, afgemeten met de Living Planet Index (SDG 15.5.1) .
Twee trends wijzen op een verlaging van onze latere brede welvaart. Deze betreffen beide het ‘natuurlijk kapitaal’: fossiele energiereserves en cumulatieve CO2-emissies. De overige vormen van ‘natuurlijk kapitaal’ tonen een stijgende of stabiele trend. Ondanks de stijgende of stabiele trends, is de positie van Nederland bij het ‘natuurlijk kapitaal’ naar Europese maatstaven nog relatief laag. Dit geldt vooral voor klimaatactie (SDG 13) en leven op het land (SDG 15) .
Brede Welvaart Trends, Later
+2,0% - 0 , 5 % - 0 , 5 % + 0 , 3 % + 2 7 , 5 % - 6 , 4 % + 2 0 , 1 % + 1 , 8 % p t - 5 5 , 4 % - 3 , 3 % - 0 , 1 % - 5 , 5 % + 5 , 1 % + 0 , 3 % + 1 , 6 % + 0 , 9 % p t + 0 , 8 % + 0 , 2 % - 0 , 5 % p t - 0 , 8 % p t - 0 , 2 % p t
Bron: CBS
Fysieke
kapitaalgoederenvoorraad
De eerste indicator van het economisch kapitaal is de fysieke kapitaalgoederen-
voorraad. De langetermijntrend is
neutraal. In 2017 daalde die met
0,5%. Binnen de EU is de Neder-
landse voorraad gemiddeld.
Kenniskapitaalgoederenvoorraad
De tweede indicator van het economisch kapitaal is de kenniskapitaalgoederen-
voorraad. De langetermijntrend toont
een stijging. In 2017 daalde die met
0,5%. Binnen de EU is de Neder-
landse voorraad relatief hoog.
Gemiddelde
schuld per huishouden
De derde indicator van het economisch kapitaal is de gemiddelde schuld per
huishouden. De langetermijntrend
toont een daling. In 2017 steeg die met
0,3%. Binnen de EU is de Neder-
landse schuld relatief hoog.
Mediaan
vermogen van huishoudens
De vierde indicator van het economisch kapitaal is het mediaan vermogen van
huishoudens. De langetermijntrend is
neutraal. In 2017 steeg het met
27,5%. Het vermogen kan niet met an-
dere EU-landen worden vergeleken.
Fossiele energiereserves
De eerste indicator van het natuurlijk kapitaal is zijn de fossiele energie-
reserves. De langetermijntrend toont een
daling. In 2017 daalden ze met
6,4%. Binnen de EU zijn de Neder-
landse reserves gemiddeld.
Opgesteld vermogen
hernieuwbare electriciteit
De tweede indicator van het natuurlijk kapitaal is het opgestelde vermogen aan
hernieuwbare elektriciteit. Dit steeg de
laatste 8 jaar trendmatig. In 2018
steeg het met 20,1%. Binnen de EU is
het Nederlandse vermogen vrij laag.
Beheerde natuur
in Natuurnetwerk Nederland
De derde indicator van het natuurlijk materiaal betreft de oppervlakte natuur
in het Natuurnetwerk Nederland. De
langetermijntrend toont een stijging. In
2017 steeg zij met 1,8%-punt. Er is voor
deze indicator geen EU-equivalent.
Fosforoverschot
De vierde indicator van het natuurlijk kapitaal is het fosforoverschot. De
langetermijntrend is neutraal.
In 2017 daalde het met 55,4%. ver-
geleken met andere EU-landen is het
Nederlandse overschot gemiddeld.
Stikstofoverschot
De vijfde indicator van het natuurlijk kapitaal is het stikstofoverschot. De
langetermijntrend is neutraal.
In 2017 daalde het met 3,3%. ver-
geleken met andere EU-landen is het
Nederlandse overschot hoog.
Living Planet Index
De zesde indicator van het thema natuurlijk kapitaal is de Living Planet Index, een maat
voor de biodiversiteit. De langetermijntrend
is neutraal. In 2017 daalde
de index met 0,1%. De index kan
niet Europees worden vergeleken.
Oppervlakte- en
grondwaterwinning
De zevende indicator van het natuurlijk kapitaal is de oppervlakte- en grond-
waterwining. De langetermijntrend toont
een daling. In 2016 daalde zij met 5,5%.
Vergeleken met andere EU-landen is
de Nederlandse winning vrij hoog.
Stedelijke blootstelling
aan fijnstof (PM
2,5
)
De achtste indicator van het natuurlijk kapitaal is de stedelijke blootstelling aan
fijnstof. Deze daalde de laatste 8 jaar
trendmatig. In 2018 steeg het fijnstof-
gehalte met 5,1%. Binnen de EU is
het Nederlandse cijfer gemiddeld.
Cumulatieve
CO
2
-emissies
De negende indicator van het natuurlijk kapitaal zijn de cumulatieve CO₂-emissies
per inwoner vanaf 1860. De langetermijntrend
toont een stijging. In 2017
stegen ze met 0,3%. Binnen de EU is het
Nederlandse cijfer vrij hoog.
Gewerkte uren
De eerste indicator van het menselijk kapitaal is het aantal gewerkte uren per
inwoner. De trend over de laatste 8 jaar
is neutraal. In 2018 steeg het met
1,6%. Binnen de EU is het Neder-
landse cijfer gemiddeld.
Hoogopgeleide bevolking
De tweede indicator van het menselijk kapitaal is het aandeel hoogopgeleiden.
Dit kent de laatste 8 jaar een op-
waartse trend. In 2018 steeg het
met 0,9%-punt. Binnen de EU is het
Nederlandse cijfer gemiddeld.
Gezonde
levensverwachting vrouwen
De derde indicator van het menselijk kapitaal is de gezonde levensverwachting
van vrouwen. De langetermijntrend
is neutraal. In 2017 steeg
zij met 0,8%. Binnen de EU is het
Nederlandse cijfer vrij laag.
Gezonde
levensverwachting mannen
De vierde indicator van het menselijk kapitaal is de gezonde levensverwachting
van mannen. De langetermijntrend toont
een stijging. In 2017 steeg
zij met 0,2%. Binnen de EU is het
Nederlandse cijfer gemiddeld.
Vertrouwen in mensen
De eerste indicator van het sociaal kapitaal is het vertrouwen in mensen.
De langetermijntrend toont een stijging.
In 2018 daalde het met 0,5%-punt.
Binnen de EU is het Nederlandse
cijfer hoog.
Discriminatiegevoelens
De tweede indicator van het sociaal kapi- taal is het aandeel van de bevolking dat
discriminatiegevoelens ondervindt. De
langetermijntrend is neutraal. In 2016
steeg het met 0,8%-punt. Binnen de EU
is het Nederlandse cijfer gemiddeld.
Vertrouwen in instituties
De derde indicator van het sociaal kapi- taal is het aandeel van de bevolking dat
instituties vertrouwt. De langetermijntrend
toont een stijging. In 2018 daalde
het met 0,2%-punt. Binnen de EU
is het Nederlandse cijfer hoog.
Bruto binnenlands product
per hoofd van de bevolking
Ter vergelijking is ook het bruto binnen- lands product (bbp) opgenomen in het
overzicht. Dit steeg de laatste 8 jaar
trendmatig. In 2018 steeg het met 2,0%.
Vergeleken met andere EU-landen heeft
Nederland een hoog bbp per inwoner.
Brede Welvaart Trends, Later - Legenda
Stijging Brede Welvaart Geen verandering Daling Brede Welvaart
Langjarige trend (8 jaar) Mutatie (laatste jaar)
Legenda
Brede Welvaart Trends, Later - Positie in EU
Bbp
per hoofd
bevolking
Positie in EU
De balken geven de positie
aan van Nederland in de
Europese Unie per indicator.
Onderin EU-ranglijst Bovenin EU-ranglijst Middenpositie Legenda Geen data
Economischkapitaal
02
01
03
04
Natuurlijkkapitaal
05
06
07
08
09
10
11
12
13
Menselijkkapitaal
14
15
16
17
Sociaalkapitaal
18
19
20
Op vier onderdelen nam het ‘natuurlijk kapitaal’ recentelijk verder af. De fossiele energiereserves en de biodiversiteit namen af, de blootstelling aan fijnstof en de cumulatieve CO2-emissies namen toe. De recente stijging van de hoeveelheid fijnstof wijkt af van de trendmatige daling. Naast deze onderdelen van het natuurlijk kapitaal is recentelijk ook een afname te zien van drie onderdelen van het ‘economisch kapitaal’: fysiek kapitaal, kenniskapitaal en gemiddelde schuld per huishouden (deze nam toe). Ook het ‘sociaal kapitaal’ nam op twee onderdelen af: vertrouwen in mensen en vertrouwen in instituties. Hierbij moet worden opgemerkt dat deze recentelijke dalingen beperkt zijn.
Meer invoer grondstoffen, maar minder uit armste landen
Naast onze huidige en toekomstige brede welvaart besteedt de monitor ook aandacht aan het effect dat de Nederlandse samenleving heeft op de rest van de wereld (‘elders’), in het bijzonder de minst ontwikkelde landen ter wereld (in het Engels, de Least Developed Countries, of LDC’s). Hierbij wordt onder meer aandacht besteed aan ‘handel en hulp’, de handels- en inkomensstromen tussen Nederland en het buitenland. De drie indicatoren die dit thema beschrijven, en die ook onderdeel zijn van SDG 17 (partnerschap om doelstellingen te bereiken), vertonen een stabiele trend. In vergelijking met andere EU-landen heeft Nederland veel handels- en hulprelaties met andere landen.
Naast handel en hulp wordt ook gekeken naar het effect van de Nederlandse samenleving op het milieu en de grondstoffenvoorraad in andere landen. Drie van de negen brede-welvaartstrends die hieronder vallen, zijn neerwaarts. Deze trends geven aan dat Nederland in toenemende mate fossiele brandstoffen en biomassa uit de rest van de wereld betrekt, en biomassa uit de minst ontwikkelde landen in het bijzonder. In vergelijking met andere EU-landen voert Nederland als grote handelsnatie veel grondstoffen in. Veel van de grondstoffen worden geëxporteerd, al dan niet na een (kleine) bewerking.
Van de recente ontwikkelingen zijn er zes positief voor de brede welvaart elders en zes negatief. Met name de groei van de invoer uit de minst ontwikkelde landen lijkt wat af te remmen; die uit de rest van de wereld neemt juist toe. Verder is de Nederlandse broeikasgasvoetafdruk in 2018 verder toegenomen.
Brede Welvaart Trends, Elders
+ 2 , 0 % + 7 , 5 % - 0 , 0 % p t + 0 , 0 % p t - 2 , 1 % - 1 7 , 9 % + 6 , 2 % - 2 4 , 6 % + 6 , 1 % + 4 2 , 0 % + 0 , 3 % - 1 6 , 3 % + 4 , 9 %
Bron: CBS
Totale invoer uit
Least Developed Countries
De eerste indicator onder het thema handel en hulp is de totale invoer uit de
de armste landen. De trend over de laatste
8 jaar is neutraal. In 2018 steeg
die met 7,5%. Binnen de EU is het
Nederlandse cijfer hoog.
Ontwikkelingshulp¹⁾
De tweede indicator onder het thema handel en hulp is ontwikkelingshulp als aandeel
van het nationaal inkomen. De
langetermijntrend is neutraal. In 2017
daalde het afgerond 0,0%-punt. Bin-
nen de EU staat Nederland vrij hoog.
Overdrachten¹⁾
De derde indicator onder het thema handel en hulp zijn overdrachten als aandeel
van het bbp. De langetermijntrend is
neutraal. In 2017 stegen
ze afgerond met 0,0%-punt. Binnen
de EU staat Nederland vrij hoog.
Invoer fossiele energiedragers
De eerste indicator onder het thema milieu en grondstoffen is de invoer van fossiele
energiedragers. Deze steeg de laatste 8
jaar trendmatig. In 2018 daalde die
met 2,1%. Binnen de EU voert Neder-
land hiervan relatief het meeste in.
Invoer fossiele energiedragers
uit armste landen
De tweede indicator onder het thema milieu en grondstoffen is de invoer van fossiele
energiedragers uit de armste landen. Deze
daalde de laatste 8 jaar trendmatig. In
2018 daalde die met 17,9%. Er zijn
hierover geen EU-cijfers voorhanden.
Invoer metalen
De derde indicator onder het thema milieu en grondstoffen is de invoer van metalen.
Deze bleef de laatste 8 jaar vrij con-
stant. In 2018 steeg die met 6,2%. Ver-
geleken met andere EU-landen is de
Nederlandse metaalinvoer vrij hoog.
Invoer metalen
uit armste landen
De vierde indicator onder het thema milieu en grondstoffen is de invoer van metalen
uit de armste landen. De trend over de laat-
ste 8 jaar is neutraal. In 2018 daalde
die met 24,6%. Over dit onderwerp
zijn geen EU-data voorhanden.
Invoer niet-metaal mineralen
De vijfde indicator onder het thema milieu en grondstoffen is de invoer van niet-
metallische mineralen. Deze daalde de
laatste 8 jaar trendmatig. In 2018 steeg
die met 6,1%. Afgezet tegen EU-landen
is de Nederlandse invoer vrij hoog.
Invoer niet-metaal
mineralen uit armste landen
De zesde indicator onder het thema milieu en grondstoffen is de invoer van niet-
metallische mineralen uit de armste landen.
Deze bleef de laatste 8 jaar vrij con-
stant. In 2018 steeg die met 42,0%.
Hiervan zijn geen EU-data.
Invoer biomassa
De zevende indicator onder het thema milieu en grondstoffen is de invoer van biomassa.
Deze steeg de laatste 8 jaar trendmatig.
In 2018 steeg die met 0,3%. Vergeleken
met andere EU-landen voert Nederland
relatief de meeste biomassa in.
Invoer biomassa
uit armste landen
De achtste indicator onder het thema milieu en grondstoffen is de invoer van biomassa
uit de armste landen. Deze steeg de laat-
ste 8 jaar trendmatig. In 2018 daalde
die met 16,3%. Voor dit onderwerp
zijn geen EU-data voorhanden.
Broeikasgasvoetafdruk
De negende indicator onder het thema milieu en grondstoffen is de broeikasgas-
voetafdruk. De trend over de laatste 8 jaar
is neutraal. In 2018 steeg die met
4,9%. Van de broeikasgasvoetafdruk
zijn geen EU-data voorhanden.
Bruto binnenlands product
per hoofd van de bevolking
Ter vergelijking is ook het bruto binnen- lands product (bbp) opgenomen in het
overzicht. Dit steeg de laatste 8 jaar
trendmatig. In 2018 steeg het met 2,0%.
Vergeleken met andere EU-landen heeft
Nederland een hoog bbp per inwoner.
Brede Welvaart Trends, Elders - Legenda
Stijging Brede Welvaart Geen verandering Daling Brede Welvaart
Langjarige trend (8 jaar) Mutatie (laatste jaar)
Legenda
Brede Welvaart Trends, Elders - Positie in EU
Positie in EU
De balken geven de positie
aan van Nederland in de Euro
-
pese Unie per indicator.
Onderin EU-ranglijst Bovenin EU-ranglijst Middenpositie Legenda Geen data
Bbp
per hoofd
bevolking
Handel en hulp
02
01
03
Milieu en grondstoffen
04
05
06
07
09
08
10
12
11