1 op 10 ouderen weinig participatie en laag vertrouwen

poedel kijkt door de vitrage naar buiten
© Hollandse Hoogte
Het CBS bevraagt respondenten in de enquête Sociale samenhang en Welzijn onder andere over hun sociale contacten, of ze meedoen in de samenleving en of ze vertrouwen in de medemens en instituties hebben. Een deel van de mensen blijkt zowel niet of nauwelijks te participeren (ze hebben bijvoorbeeld weinig sociale contacten, zijn geen lid van organisaties of doen geen vrijwilligerswerk), als weinig of geen vertrouwen in de medemens of instituties te hebben, zo blijkt uit een analyse van de antwoorden. Dit fenomeen komt bij ruim 10 procent van de 65-plussers voor.

7 procent van alle Nederlanders van 15 jaar of ouder participeert minder en heeft tegelijkertijd weinig vertrouwen in de medemens en instituties. Deze mensen (950 duizend personen) leven als het ware op sociaal gebied in de marge. Dit percentage is sinds 2012 stabiel. Bij ouderen komt het vaker voor dan bij jongeren.

Sociaal in de marge, 2016
 Sociaal in de marge (%)
15 tot 25 jaar3,8
25 tot 35 jaar3,6
35 tot 45 jaar4,3
45 tot 55 jaar7,1
55 tot 65 jaar8,3
65 tot 75 jaar11,1
75 jaar en ouder12,1

Meer participatie en vertrouwen met kinderen

Hoger opgeleiden leven met 3 procent minder sociaal in de marge dan lager opgeleiden (11 procent). Ook als rekening gehouden wordt met andere achtergrondkenmerken, zoals leeftijd, blijft dit verschil nagenoeg gelijk. Mensen die samenwonen met een partner en kinderen, leven minder vaak sociaal aan de zijlijn dan alleenstaanden, mensen zonder kinderen, en alleenstaande ouders. De aanwezigheid van kinderen gaat kennelijk samen met meer participatie, bijvoorbeeld als vrijwilliger op school, en ook met meer vertrouwen. Bij eenoudergezinnen wordt deze positieve samenhang mogelijk tenietgedaan doordat de ouder er alleen voor staat, vaak na een scheiding.

Sociaal in de marge naar achtergrondkenmerken, 2016
 Sociaal in de marge (%)
Gezinssituatie
Alleenstaande ouder10
In paar zonder kinderen8,7
Alleenstaande8
In paar met kinderen4,4
Opleidingsniveau
Laag10,8
Middelbaar6
Hoog3

Gemiddeld minder gelukkig

Mensen die sociaal aan de zijlijn staan zijn gemiddeld genomen minder gelukkig: ze geven zichzelf een 7,1 voor geluk tegen een 7,8 voor overige mensen. Het aandeel mensen dat hun geluk een 5 of lager geeft, is respectievelijk 15 en 5 procent. Niet iedereen die sociaal in de marge leeft, voelt zich ongelukkig: 31 procent vindt hun geluk een 8 waard, 16 procent geeft zichzelf een 9 of een 10. Van degenen die niet sociaal in de marge leven geeft een ruime meerderheid van bijna 70 procent minstens een 8 voor hun ervaren geluk.

Ervaren geluk, 2016
 Sociaal in de marge (%)Niet sociaal in de marge (%)
11,00,4
20,70,1
32,00,6
43,11,1
58,12,7
612,15,6
726,920,7
830,545,3
99,517,4
106,25,9