Huizen bevingsgebied Groningen staan langer te koop

© ANP
De woningmarkt in het aardbevingsgebied in Groningen ontwikkelde zich tussen 2012 en juli 2016 ongunstiger dan in vergelijkbare gebieden in de omgeving. Sinds de aardbeving bij Huizinge in augustus 2012 zijn woningen in het bevingsgebied minder makkelijk te verkopen. Ze staan ook steeds langer te koop.

Dat blijkt uit onderzoek van CBS in opdracht van de Nationaal Coördinator Groningen. Of ook de prijzen van de woningen die wel verkocht worden achterblijven, kan niet met zekerheid worden gezegd.

 

Cartogram, Onderzoeksgebied

 

Woningen na anderhalf jaar nog niet verkocht

Alle verkoopindicatoren wijzen erop dat woningen in het bevingsgebied in Groningen minder makkelijk te verkopen zijn dan woningen in het referentiegebied. In doorsnee stonden woningen eind juni 2016 al 566 dagen te koop. Dit is ruim anderhalf jaar;  4,5 maanden langer dan in het referentiegebied.

Grafiek, Aantal dagen dat woningen al te koop staan (mediaan)

Verkoopprijzen trekken aan

De verkoopprijzen van verkochte woningen in het aardbevingsgebied zijn het afgelopen jaar met 2,4 procent gestegen. De prijzen in het referentiegebied stegen met 3,4 procent. Vanwege onzekerheidsmarges op deze cijfers kan niet met zekerheid een verschil in prijsverloop tussen beide gebieden worden vastgesteld. Wel is duidelijk dat het recente herstel op de nationale woningmarkt in het bevingsgebied later is begonnen.

Grafiek, Prijsindex verkochte woningen (2012Q3=100)

Verhuizen uit het bevingsgebied

Van een massale leegloop van het aardbevingsgebied lijkt geen sprake. Ieder kwartaal verhuizen ongeveer tienduizend huishoudens vanuit, naar en binnen het bevings- en referentiegebied. Het percentage verhuizers dat het getroffen gebied verliet, schommelde in de periode 2012–2015 tussen 36 procent en 45 procent. Dat is niet meer dan in het referentiegebied en niet duidelijk meer na de zwaarste beving in het derde kwartaal van 2012. Onderzoek van de TU Delft wijst in dezelfde richting: het aantal verhuizingen lijkt vooralsnog niet sterk beïnvloed door de aardbevingen, maar verhuisgeneigde bewoners van het aardbevingsgebied willen wel veel vaker hun woongemeente verlaten dan in een ‘normale’ woningmarkt gebruikelijk is.

Grafiek, Percentage verhuisde huishoudens dat uit risico- of referentiegebied vertrekt

 

Dit is het derde onderzoek over de woningmarkt in het aardbevingsgebied in Groningen. De resultaten uit het eerste onderzoek hadden betrekking op de periode vanaf het eerste kwartaal van 1995 tot en met het tweede kwartaal van 2015. Het tweede onderzoek besloeg de periode tot en met het vierde kwartaal van 2015. Nu loopt de onderzoeksperiode door tot en met het tweede kwartaal van 2016.

Met uitzondering van de verkoopprijzen, ontwikkelen alle onderzochte indicatoren zich tussen het derde kwartaal van 2012 en het tweede kwartaal van 2016 in het aardbevingsgebied minder gunstig dan in het referentiegebied. Het herstel van de woningmarkt blijft in het aardbevingsgebied dan ook achter. Wel is een bescheiden herstel te zien in het risicogebied. Ook zijn de verschillen niet groter geworden ten opzichte van de resultaten van het vorige rapport.

Het vierde onderzoek over de woningmarkt in het aardbevingsgebied in Groningen staat gepland voor het voorjaar van 2017.