Inflatie in april daalt naar 0 procent
Prijsontwikkeling mobiele telefoons en bankdiensten verlagen inflatie
De prijsontwikkeling van mobiele telefoons had in april een verlagend effect op de inflatie. Mobiele telefoons waren bijna 15 procent goedkoper dan een jaar eerder. Daarnaast waren diensten van banken 10 procent goedkoper op jaarbasis. Consumenten betaalden aanzienlijk minder voor betaalpakketten van banken.
De prijzen van accommodaties en vliegtickets in april verlaagden ook de inflatie. Dat komt doordat Pasen dit jaar al in maart viel en niet in april, zoals vorig jaar. Rond feestdagen en in vakanties liggen de prijzen van deze diensten hoger.
Ook inflatie zonder energie, voeding, alcohol en tabak daalt
Omdat de prijsontwikkeling van energie en voeding sterk fluctueert en de prijzen van alcohol en tabak vaak stijgen door belastingmaatregelen, wordt ook gekeken naar de inflatie exclusief deze productgroepen. De inflatie volgens deze maatstaf is in april gedaald naar 0,6 procent. In maart was dit nog 1,3 procent.
april 2016 | maart 2016 | februari 2016 | |
---|---|---|---|
Inflatie | 0 | 0,6 | 0,6 |
Inflatie exclusief energie, voeding, alcohol en tabak | 0,6 | 1,3 | 1,3 |
Goederen | -0,6 | -0,4 | -0,3 |
Energie | -8 | -8,1 | -7,3 |
Voeding, alcohol en tabak | 1,2 | 1,4 | 1,2 |
Goederen exclusief energie, voeding, alcohol en tabak | 0,9 | 1,2 | 1,4 |
Diensten | 0,7 | 1,6 | 1,4 |
Inflatie in Nederland en eurozone gelijk
Naast de consumentenprijsindex (CPI) stelt CBS ook de Europees geharmoniseerde prijsindex (HICP) samen.
De inflatie in Nederland volgens de HICP is in april uitgekomen op -0,2 procent. In maart was de inflatie nog 0,5 procent. De inflatie in de eurozone daalde van 0,0 procent in maart naar -0,2 in april.
In de afgelopen maanden is de inflatie in de eurozone vaker negatief geweest.
De HICP wordt volgens de Europees geharmoniseerde methode berekend zodat deze kan worden vergeleken met andere lidstaten van de Europese Unie. De prijsindexcijfers voor de eurozone en de Europese Unie als geheel worden berekend uit de HICP’s van de afzonderlijke lidstaten. De Europese Centrale Bank gebruikt deze cijfers voor het monetaire beleid.
De HICP houdt in tegenstelling tot de CPI geen rekening met de kosten van het wonen in de eigen woning. In de CPI worden deze kosten berekend aan de hand van de prijsontwikkeling van huurwoningen. Omdat de huurstijging hoger is dan de gemiddelde prijsstijging van andere goederen en diensten, komt de Nederlandse inflatie volgens de CPI op dit moment iets hoger uit dan volgens de HICP.