Werkloosheidsstatistiek wordt beter en goedkoper

Lagere kosten, meer respondenten, beter internationaal vergelijkbaar en enquêtes via internet. Vandaag publiceert het CBS de eerste uitkomsten van een revisie van de statistieken over de beroepsbevolking. Deze revisie heeft twee onderdelen. De definities zijn aangepast aan de internationaal afgesproken definities en de gegevensverzameling is verbeterd door als eerste in Europa te enquêteren via internet. Zo kunnen meer respondenten deelnemen aan de enquête. Het komt ook tegemoet aan de wens van respondenten om zelf te bepalen hoe en wanneer ze de vragenlijst invullen. Daarnaast is enquêtering via internet goedkoper.

De wijziging van de definitie leidt tot een lager aantal werklozen en de wijziging van de gegevensverzameling resulteert in een hogere schatting van de werkloosheid. Per saldo leiden deze  twee aanpassingen tot een klein cijfermatig verschil. In 2013 waren er ná revisie 647 duizend mensen werkloos, 9 duizend minder dan vóór revisie.

Revisie door nieuwe definities en statistieken

In juli heeft het CBS bekend gemaakt dat vanaf 2015 de definitie van de International Labour Organisation (ILO) wordt gebruikt als hoofdindicator van de werkloosheid. Dat betekent dat het maandelijkse persbericht van de werkloosheid vanaf 2015 gebaseerd wordt op de ILO-definitie. Deze stap maakt deel uit van een bredere strategie om zoveel mogelijk aan te sluiten bij internationale definities om de internationale vergelijkbaarheid van statistieken te vergroten. Omdat werkloosheid slechts één indicator is voor de situatie op de arbeidsmarkt, zal het CBS steeds vaker gebruik maken van aanvullende indicatoren om de ontwikkelingen op de verschillende dimensies van de arbeidsmarkt adequaat en in samenhang te beschrijven. Zo is in het recent gepubliceerde Kwartaalbericht Arbeidsmarkt bijvoorbeeld door het CBS bekend gemaakt dat de arbeidsmarkt herstel vertoont in het derde kwartaal op basis van werkloosheidscijfers in combinatie met cijfers over het overig onbenut arbeidsaanbod en cijfers over banen, vacatures, en dynamiek op de arbeidsmarkt.

Beter internationaal vergelijkbaar

Volgens de ILO-definitie wordt iedereen die voor minstens 1 uur per week betaald werk heeft, tot de werkzame beroepsbevolking gerekend. Scholieren met een bijbaantje bijvoorbeeld horen volgens deze definitie tot de werkzame beroepsbevolking. De nationale definitie van de beroepsbevolking omvat alleen mensen die substantieel werk hebben of willen hebben. Daarbij is de grens op 12 uur per week gelegd. In 2013 behoorden volgens de nationale definitie bijna 7,3 miljoen personen tot de werkzame beroepsbevolking, tegenover ruim 8,3 miljoen duizend volgens de ILO-definitie. Naast verschillen tussen de urengrens zijn er nog andere verschillen tussen de definities zoals de periode waarin men gezocht heeft naar werk en de termijn waarop men kan starten (zie tabel 1). In 2013 waren er 600 duizend -werklozen volgens de ILO-definitie, 56 duizend minder dan volgens de nationale definitie.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Enquête Beroepsbevolking

De voornaamste gegevensbron voor statistieken over de beroepsbevolking is de Enquête Beroepsbevolking (EBB). Elke maand neemt een representatieve steekproef van 30 duizend  personen deel aan deze enquête en beantwoordt vragen over hun arbeidspositie: heeft men betaald werk en voor hoeveel uur per week? Is dat ook de gewenste arbeidsduur? Als men geen betaald werk heeft, wil men betaald werk hebben? Wordt er dan naar werk gezocht en kan er op korte termijn worden gestart met werken?

Maandelijks verwerkt het CBS deze gegevens en met behulp van geavanceerde statistische methoden worden betrouwbare schattingen van de werkloosheid gemaakt. Zo past Nederland een voor Europa unieke tijdreeksmethode toe om nauwkeurige maandcijfers te publiceren op basis van deze enquête. De cijfers over de werkloze- en werkzame beroepsbevolking vormen de basis van de statistieken uit deze enquête, maar voor een adequaat beeld van de arbeidsmarkt worden ook aanvullende indicatoren over verschillende dimensies van de arbeidsmarkt samengesteld. Zo wordt het aantal wisselingen van arbeidspositie gemeten en is er informatie over  werkloosheidsduur en anciënniteit. Ook de (gewenste en werkelijke) omvang van de wekelijkse arbeid in uren en de kenmerken van het werk zoals werktijden, het beroep en de sector waarin men werkzaam is, worden vastgesteld.
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Eerste in Europa met internet enquêtes

In de afgelopen jaren is de enquête waarmee de gegevens over de beroepsbevolking worden verzameld  moderner en efficiënter gemaakt door beantwoording via internet mogelijk te maken. Hiermee is Nederland het eerste land in Europa dat respondenten de kans geeft om via internet deel te nemen. Tegelijkertijd is de vragenlijst op een aantal punten licht gewijzigd, onder meer om de bevraging via internet mogelijk te maken. Deze wijzigingen leiden tot een hogere schatting van aantal werklozen volgens de ILO-definitie met 47 duizend. De combinatie van de overstap naar de ILO-definitie (-56 duizend) en de modernisering van de enquêtering leidt dus per saldo tot een revisie van het werkloosheidscijfer van -9 duizend personen en komt daarmee voor 2013 uit op 647 duizend. De bijstelling van de werkzame beroepsbevolking als gevolg van de gewijzigde waarneming is met -80 duizend relatief beperkt ten opzichte van de bijna 1 miljoen kleine baantjes die volgens  bij de ILO-definitie erbij komen. Het werkloosheidspercentage in 2013 gaat van 8,3 procent naar 7,3 procent (zie tabel 2).

Fasering

Met dit persbericht publiceert het CBS de gevolgen van de revisie voor de cijfers over de beroepsbevolking in het statistiekjaar 2013. In de maandelijkse werkloosheidstatistiek wordt de revisie voor het eerst verwerkt in het cijfer over januari 2015. Dit cijfer wordt op 26 februari 2015 door het CBS gepubliceerd. Om een reeksbreuk te voorkomen worden dan ook gereviseerde cijfers over de periode 2003-2014 gepubliceerd op de website van het CBS. De werkloosheidspersberichten in december en januari 2015 worden nog op de cijfers vóór revisie gebaseerd. Vanaf februari 2015 zullen ook de aanvullende indicatoren over de arbeidsmarkt op basis van de Enquête Beroepsbevolking worden aangepast op de ILO-definitie. De cijfers volgens de nationale definitie zullen de komende jaren wel nog beschikbaar blijven.

De PDF bevat het volledige persbericht inclusief tabellen en grafieken.