Minder werkzekerheid voor flexwerkers

De afnemende werkgelegenheid gaat vooral ten koste van mensen met een flexibel werkverband. Van deze groep werknemers in het tweede kwartaal van 2009 was 5,5 procent drie maanden later werkloos. In dezelfde periode één jaar eerder was dit nog 4,2 procent. Vooral onder 25- tot 45-jarigen groeide het aandeel flexwerkers dat werkloos werd.

Flexwerkers vaker werkloos dan vaste krachten

Personen met een flexibele baan worden relatief vaak werkloos. Van de 15- tot 65-jarigen met een vast dienstverband in het tweede kwartaal van 2009 was slechts 1 procent drie maanden later werkloos. Wel worden zowel flexibele als vaste arbeidskrachten vaker werkloos dan voorheen. In dezelfde periode één jaar eerder werd 0,5 procent van de vaste arbeidskrachten werkloos.

Flexibele en vaste werknemers die een kwartaal later werkloos zijn

Flexibele en vaste werknemers die een kwartaal later werkloos zijn

Grootste toename bij 25- tot 45-jarigen

Flexibele werknemers tussen 25 en 45 jaar lopen het meeste risico op werkloosheid. Van deze groep is tussen het tweede en derde kwartaal van 2009 maar liefst 7,1 procent werkloos geworden. In dezelfde periode één jaar eerder was dat nog 5,2 procent. Jongeren met een flexibel dienstverband worden het minst vaak werkloos. Van de 15- tot 25-jarige flexibele werknemers in het tweede kwartaal van 2009 was drie maanden later 4,4 procent werkloos. Jongeren met een flexibele aanstelling zijn vaak nog scholier of student met een bijbaan. Baanverlies betekent voor deze groep niet altijd werkloosheid. Bovendien kiezen nu veel jongeren ervoor om langer door te studeren.

Flexibele werknemers die een kwartaal later werkloos zijn, naar leeftijd

Flexibele werknemers die een kwartaal later werkloos zijn, naar leeftijd

Minder vaak van flexibel naar vast dienstverband

Flexibele werknemers die werk houden krijgen minder vaak een vast dienstverband dan voorheen. Ruim 15 procent van de personen met een flexibel dienstverband in het tweede kwartaal van 2009 had drie maanden later een vast dienstverband. In het tweede kwartaal van 2008 was dit nog bijna 17 procent. Flexibele werknemers van 45 tot 65 jaar krijgen het minst vaak een vaste aanstelling.

Flexibele werknemers die een kwartaal later een vast diensverband hebben

Flexibele werknemers die een kwartaal later een vast diensverband hebben

Wendy Smits en Robert de Vries

Bron: