Sociale bescherming kostte 159 miljard euro in 2008

In Nederland ontvingen uitkeringsgerechtigden in 2008 voor 159 miljard euro aan sociale bescherming. Dat is ongeveer 27 procent van het bruto binnenlands product, dus van wat alle Nederlanders samen verdienen. Het grootste deel van de socialebeschermingsuitkeringen betreft de oudedagsvoorziening en steun aan zieken.

Uitgaven aan uitkeringen sociale bescherming

Uitgaven aan uitkeringen sociale bescherming

Hogere uitgaven aan ziekte en gezondheidszorg

Sociale bescherming omvat alle uitkeringen die tot doel hebben de lasten van personen en gezinnen te verlichten. De uitgaven hieraan waren in 2008 ruim 4 procent hoger dan in 2007. Dit komt vooral door hogere uitgaven aan ziekte en gezondheidszorg. Het gaat hierbij onder meer over uitkeringen in het kader van de basisverzekering ziektenkosten en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Sinds 1994 is de steun aan zieken gegroeid van 29 naar 33 procent van alle uitkeringen.

Ook de uitgaven aan de oudedagsvoorziening, zoals de Algemene Ouderdomswet (AOW) en de aanvullende pensioenen, blijven gestaag toenemen. Deze uitkeringen maken ook een derde van de totale sociale bescherming uit. De voornaamste overige functies van sociale bescherming zijn: invaliditeit (o.a. invaliditeitspensioen), gezin (o.a. kinderbijslag), nabestaanden, werkloosheid (o.a. WW-uitkering) en bestrijding van sociale uitsluiting (o.a. Bijstand).

Uitgaven sociale bescherming per persoon in EU, 2006, in koopkrachtpariteiten

Uitgaven sociale bescherming per persoon in EU, 2006, in koopkrachtpariteiten

Verschillen binnen EU zijn groot

Nederlanders ontvingen gemiddeld per persoon bijna 10 duizend euro aan socialebeschermingsuitkeringen in 2006. Gecorrigeerd voor koopkrachtverschillen (koopkrachtpariteiten) zit Nederland hiermee in de top van Europa. Binnen de EU keerden alleen Luxemburg en Zweden meer uit aan sociale bescherming. De verschillen binnen de EU zijn erg groot, waarbij veel nieuwe lidstaten onder de landen met lage uitkeringen vallen. Inwoners uit Bulgarije en Roemenië ontvingen het minst. Bijna de helft van alle uitkeringen in deze twee landen ging naar de oudedagsvoorziening.

Floris Jansen

Bronnen: