Nederlandse bevolking doet meer aan sport

De helft van de Nederlandse bevolking beoefende in 2003 minstens een uur per week lichamelijke sport Ten opzichte van 1997 is de deelname aan sport met 4 procent toegenomen. Een op de zes mannen en een op de tien vrouwen sporten minstens vijf uur per week.

Aantal uren sport per week, 2003

Aantal uren sport per week, 2003

Minder sport bij stijgen van leeftijd

In 2003 heeft 51 procent van de mensen van 15 jaar of ouder minstens één uur per week lichamelijk gesport. Dit is 4 procent meer dan in 1997. Zo’n 3 procent sportte wekelijks minder dan een uur en 46 procent was helemaal niet sportief actief. In 1997 deed nog 49 procent niets aan sport. Tot 25 jaar nemen drie op de tien personen geen deel aan sport. Dit loopt op tot meer dan zes op de tien bij de 65-plussers.

Sportbeoefening naar leeftijd, 2003

Sportbeoefening naar leeftijd, 2003

Veelsporters

Een op de acht personen sport wekelijks meer dan vijf uur. Langdurig sporten doet een op de zes mannen en een op de tien vrouwen. Tot 25 jaar spendeert een kwart wekelijks meer dan vijf uur aan sport, bij oudere leeftijdsgroepen is dat ongeveer een op de tien.

Veel mensen wandelen en fietsen

Ook al doet de helft van de bevolking niet actief aan sport, er wordt wel frequent gewandeld en gefietst. In 2003 wandelde maar liefst 83 procent minstens een uur per week voor het plezier en 85 procent ging wekelijks een uur of langer fietsen.

Wandelen en fietsen, 2003

Wandelen en fietsen, 2003

Bijna een kwart wandelde zelfs meer dan vijf uur per week en eveneens bijna een kwart ging wekelijks minstens vijf uur fietsen. Tot 45 jaar is een op de zes een frequente wandelaar of fietser. Van 45 tot 65 jaar is dit een kwart en van de 65-plussers zelfs ruim een op de drie.

Hans Schmeets en Henk Hendriks

Bron: StatLine