Toename belang commerciële dienstverlening

In de tweede helft van de jaren negentig droegen bedrijven in de commerciële dienstverlening nog het meest bij aan de economische groei. Groeipercentages lagen jaren achtereen boven de 5 procent. Sinds 2001 groeien deze bedrijven nauwelijks meer. In de eerste helft van 2003 is de groeibijdrage vanuit deze sector zelfs negatief. Dat is voor het eerst in ruim twintig jaar.

Groei en krimp

Alleen de niet-commerciële dienstverlening levert het eerste halfjaar van 2003 nog een positieve bijdrage aan de economische ontwikkeling. Het volume van de toegevoegde waarde van deze sector is 2,4 procent groter dan in de eerste helft van 2002. De goederenproductie is het eerste halfjaar met 1,9 procent gekrompen, de productie van commerciële diensten daalde met 0,5 procent.

Toegevoegde waarde naar producentgroep

Toegevoegde waarde naar producentgroep

Aandeel goederenproductie in BBP loopt terug

De bijdrage van de goederenproducenten aan de groei van het BBP wisselt van jaar tot jaar sterk. De gemiddelde groei van deze groep producenten blijft bovendien achter bij de groei van het BBP. Hierdoor is hun aandeel in het BBP teruggelopen van 32 procent in 1990 naar 28 procent in 2002.

Groeitempo commerciële dienstverlening neemt af

Met gemiddeld hogere groeicijfers dan het BBP leveren de producenten van commerciële diensten in de periode 1990–2000 de grootste bijdrage aan de groei van de economie. In de tweede helft van de jaren negentig zijn hoge groeicijfers gemeten bij IT-bedrijven, uitzendbureaus en telecombedrijven. Het aandeel van de commerciële dienstverlening in het BBP loopt op van 43 procent in 1990 naar ongeveer 50 procent in 2000.

Vanaf 2000 neemt het groeitempo geleidelijk af, in de eerste helft van 2003 is de bijdrage aan de BBP-groei zelfs negatief.

Toegevoegde waarde naar producentgroep

Toegevoegde waarde naar producentgroep

Hogere zorguitgaven

De groei van de niet-commerciële diensten blijft gedurende de jaren negentig achter bij de toename van het BBP. Het aandeel van niet-commerciële diensten in het BBP nam hierdoor af van 25 procent in 1990 tot 21 procent in 2000.

Vanaf 2001 trekt de groei weer aan. In het eerste halfjaar van 2003 zijn de niet-commerciële dienstverleners zelfs de enigen die een positieve bijdrage leveren aan de groei van het BBP. Dit komt door hogere uitgaven voor gezondheids- en welzijnszorg, onderwijs en openbaar bestuur.

Nico van Stokrom