Magnetron verovert Nederlandse keuken

Huishoudelijke apparaten die werk en tijd besparen zijn steeds gewilder. Het bezit van de magnetronoven nam de afgelopen vijftien jaar het sterkst toe. Wasdroger en vaatwasmachine volgen op enige afstand. Deze ontwikkeling werd mede gestimuleerd doordat deze apparaten in prijs omlaag gingen.

Bezit magnetronoven sterk toegenomen

In 2001 was het bezit van de magnetronoven gestegen tot bijna 80 procent van de huishoudens. Hiermee veroverde de magnetronoven snel een plek in de Nederlandse keuken. In de afgelopen vijftien jaar groeide het bezit jaarlijks gemiddeld met ruim 5 procentpunten.

Meer dan helft van de huishoudens heeft wasdroger

In 2001 had 55 procent van alle huishoudens een wasdroger en 95 procent een wasmachine. Het bezit van de wasdroger is iedere tien jaar verdubbeld. In 1981 had nog maar 13 procent van alle huishoudens een wasdroger. In 1991 was dit toegenomen tot 27 procent. In de tien jaar daarna verdubbelde dit percentage tot het huidige niveau.

Bezit van enkele huishoudelijke apparaten, 1981-2001

Bezit vaatwasmachine verviervoudigd

Het bezit van de vaatwasmachine vertoonde aanvankelijk weinig ontwikkeling. Zowel in 1981 als in 1991 had een op de tien huishoudens dit apparaat. Hierna nam het bezit sterk toe. De vaatwasmachine kwam in 2001 bij ruim vier van de tien huishoudens voor.

Gemiddelde prijs is gedaald

Magnetrons, wasdrogers en vaatwasmachines werden de laatste jaren steeds goedkoper. Zo daalde de gemiddelde prijs voor magnetronovens tussen 1990 en 2001 met ruim een kwart, terwijl vaatwasmachines en wasdrogers in deze periode gemiddeld 13 procent goedkoper werden.

Meer apparaten in gezinnen met twee werkenden

Magnetronoven, wasdroger en vaatwasmachine nemen werk uit handen. Dit komt vooral goed uit voor gezinnen die weinig tijd voor het huishouden hebben, bijvoorbeeld omdat beide partners betaald werk hebben. Als daarnaast nog eens gezorgd wordt voor kinderen, komen dergelijke apparaten het vaakst voor. In 2001 had bijna driekwart van de gezinnen met twee werkende partners en zorg voor kinderen een vaatmachine. Dit was 17 procentpunten hoger dan bij gezinnen met twee werkende partners maar zonder kinderen.

Bezit vaatwasmachine naar arbeidspositie gezin, 2001

Ook in de gezinnen waar geen of maar een partner werkt, was het bezit van een vaatwasmachine hoger als er kinderen waren. Voor de wasdroger, en in mindere mate de magnetronoven, bestaat eenzelfde verband.

Ger Linden