Meer geld uit de muur

Het aantal geldautomaten in Nederland is in 2001 opnieuw toegenomen, terwijl het aantal bankkantoren is verminderd. Deze tendens van minder kantoren en meer automaten zien we ook in België, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk en Frankrijk. In de meeste overige landen van de Europese Unie neemt niet alleen het aantal geldautomaten toe, ook het aantal bankkantoren stijgt.

Minder bankkantoren

In 2001 is het aantal bankkantoren in ons land gedaald van 6,1 duizend in 2000 naar ruim 5,7 duizend in 2001. In 1997 waren er nog ruim 7,1 duizend bankkantoren. Het aantal bankkantoren in Nederland daalt de laatste jaren zeer snel. Alleen in Zweden is de afname sinds 1997 nog sterker.

Deze trend is overigens niet algemeen in de Europese Unie. In een aantal landen is het aantal bankkantoren juist toegenomen, met name in Griekenland (+28 procent) en Portugal (+14 procent). Ook in Italië, Denemarken, Ierland en Spanje stijgt het aantal kantoren nog.

Aantal bankkantoren per miljoen inwoners

Afname bankdichtheid

Voor iedere miljoen inwoners heeft Nederland in 2001 gemiddeld 360 bankkantoren. Dat is één kantoor per 2 777 Nederlanders. In 1997 waren er nog 460 bankkantoren, één kantoor voor elke 2 174 Nederlanders. Het betekent dat de bankdichtheid in de periode 1997–2001 met 22 procent is afgenomen.

In 2000 zien we de laagste bankdichtheid in Zweden (232) en het Verenigd Koninkrijk (239), de grootste dichtheid in Spanje (989) en Duitsland (727).

Meer geldautomaten

In 2001 zijn er 7,1 duizend geldautomaten in Nederland, drie procent meer dan in 2000. Gedurende de periode 1997- 2000 is het aantal geldautomaten met acht procent toegenomen van 6,4 duizend in 1997, naar 6,9 duizend in 2000.

Daarmee is in deze periode de toename van het aantal geldautomaten in Nederland het laagst van alle EU-landen. De toename van het aantal geldautomaten in de andere EU-landen varieert van 11 procent in Oostenrijk tot zestig procent in Griekenland.

Aantal geldautomaten per miljoen inwoners

Meer geldautomaten per Europeaan

Met 436 geldautomaten per miljoen inwoners laat Nederland in 2000 vier EU-landen achter zich met een lagere dichtheid. Het laagste aantal geldautomaten heeft Ierland (307 per miljoen inwoners). Uitschieters zijn Spanje en Portugal, waar 1 152 en 940 geldautomaten beschikbaar zijn voor iedere miljoen inwoners.

In deze landen is ook de groei van het aantal geldautomaten zeer sterk: vergeleken met 1997 zijn er voor iedere miljoen Spanjaarden in 2000 31 procent meer en voor iedere miljoen Portugezen 51 procent meer geldautomaten beschikbaar. In Nederland was de toename van de dichtheid slechts zes procent.

Elma van Agtmaal-Wobma