Maatschappelijke opvang kost ruim 360 miljoen
In 1999 hebben de instellingen die zich bezig houden met maatschappelijke opvang en die aangesloten zijn bij de Federatie Opvang gezamenlijk bijna 362 miljoen gulden uitgegeven. Dit is ruim 38 miljoen meer dan in 1998. Meer dan een kwart van de uitgaven was bestemd voor vrouwenopvang.
De inkomsten van deze instellingen komen vooral uit gemeentelijke subsidies. Deze bedroegen vorig jaar 242,5 miljoen gulden. Cliënten droegen 52,2 miljoen gulden bij.
Bij de instellingen voor maatschappelijke opvang kunnen mensen terecht die als gevolg van psychosociale problemen tijdelijk geen eigen thuis hebben of niet in hun eigen woonomgeving kunnen verblijven. Het gaat daarbij om vrouwenopvang (bijvoorbeeld in Blijf van m’n Lijfhuizen of Fiomhuizen) en overige maatschappelijke opvang, zoals dak- en thuislozenzorg, evangelische opvang en algemene crisisopvang.
Inkomsten maatschappelijke opvang, 1999
(totaal: 345,8 mln. gulden)
De capaciteit in de maatschappelijke opvang wordt meestal uitgedrukt in bedden of plaatsen. Bij de 228 voorzieningen voor dak- en thuislozen waren in 1999 bijna 7 900 plaatsen beschikbaar, waarvan 1 900 bij internaten voor dak en thuislozen. In deze internaten werden in dat jaar ruim 2 600 mensen opgenomen. De 80 projecten voor vrouwenopvang beschikten over meer dan 2 100 plaatsen en namen bijna 9 000 cliënten op.
Lasten maatschappelijke opvang, 1999
(totaal: 361,9 mln. gulden)
Maarten Konings