Minder broeikasgassen uit landbouw
Tussen 1995 en 1998 is de hoeveelheid broeikasgassen die de landbouw uitstoot met 8% gedaald. Daarbij gaat het om de emissie van methaan (CH4), kooldioxide (CO2) en distikstofoxide (N2O). De uitstoot van deze gassen is omgerekend naar CO2-equivalenten, een maat voor de potentiële broeikaswerking van de verschillende stoffen.
Emissie van broeikasgassen door de landbouw
Methaan komt voornamelijk vrij als spijsverteringsgas bij herkauwers. Als gevolg van de melkquotering is de hoeveelheid melkvee kleiner geworden. Deze bron neemt daardoor af.
De uitstoot van kooldioxide komt vooral door de verbranding van fossiele brandstoffen. Daarin heeft de glastuinbouw een aandeel van meer dan 80%.
Uitstoot van distikstofoxide treedt alleen op bij stallen en mestopslagen. Beweiding en de toepassing van mest en kunstmest veroorzaken emissies vanuit de bodem naar de lucht. Sinds het begin van de jaren ’90 wordt dierlijke mest onder de grond gewerkt. Vooral daardoor is de emissie toegenomen van distikstofoxide vanuit de bodem naar de lucht.
Paul Klein
Bron: CBS/RIVM, Milieucompendium 1999