Bijstandsuitkeringen: standen en stromen 2004-2005 volgens het transactieconcept

Tabel 1. Bijstandsuitkeringen, standen volgens transactieconcept 2004-2005

Tabel 2. Bijstandsuitkeringen, standen en stromen per gemeente 1999-2005

Toelichting

1. Inleiding

Met ingang van januari 2005 heeft het CBS de uitvraag bij gemeenten voor de Bijstandsuitkeringen­statistiek gewijzigd. De directe reden voor de wijziging was de invoering van de Wet Werk en bijstand (WWB) per 1 januari 2004.

Enkele belangrijke wijzigingen per 1 januari 2005:

·         gemeenten geven voortaan op welke betalingen er in de verslagmaand zijn gedaan, zowel voor lopende als voor beëindigde uitkeringen; voorheen werd uitsluitend het recht opgegeven waarop in de verslagmaand aanspraak werd gemaakt;

·         alle uitkeringen die in de verslagmaand lopend zijn geweest worden opgegeven; voorheen werden uitkeringen die voor het einde van de verslagmaand beëindigd waren nauwelijks in de opgaven opgenomen;

·         gegevens die het CBS aan de Gemeentelijke basisadministratie (GBA) kan ontlenen, worden niet langer uitgevraagd;

·         de uitvraag is uitgebreid met een aantal gegevens die verband houden met de invoering van de WWB. Voorbeeld hiervan is de ontheffing van de arbeidsverplichting.

Eveneens met ingang van januari 2005 heeft het CBS een wijziging doorgevoerd in de berekeningswijze van cijfers die op website van het CBS over de bijstand worden gepubliceerd. De directe aanleiding hiervoor was de wens om actuelere cijfers over bijstandsuitkeringen te kunnen publiceren.

2. Tot en met december 2004: uitkomsten op transactiebasis

Tot en met de gepubliceerde cijfers over december 2004 werden de opgaven van de gemeenten over bijstandsuitkeringen over een verslagmaand door het CBS aangevuld met nagekomen informatie over met terugwerkende kracht toegekende uitkeringen. De nagekomen informatie werd gehaald uit de opgaven over de drie kalendermaanden ná de verslagmaand. In de uitkomsten werden uitsluitend de uitkeringen meegeteld waarvoor was vastgesteld dat er in de verslagmaand recht op de uitkering was genoten. Dit wordt aangeduid met het begrip 'transactiebasis'. Vanwege de verwerking van de nagekomen informatie, konden de uitkomsten meestal pas 6 à 7 maanden na de verslagperiode worden gepubliceerd.

3. Vanaf januari 2005: uitkomsten op registratiebasis

De gepubliceerde cijfers vanaf januari 2005 zijn uitsluitend gebaseerd op de opgaven over de verslagmaand zelf. Er wordt geen nagekomen informatie in de uitkomsten verwerkt. Daarnaast wordt in de cijfers géén onderscheid gemaakt tussen uitkeringen waarvoor in de verslagmaand een betaling is gedaan en uitkeringen waarvoor geen betaling is gedaan. De gepubliceerde cijfers hebben betrekking op álle uitkeringen in de gemeentelijke uitkeringsregistratie die per ultimo van de verslagmaand nog niet waren beëindigd. Dit wordt aangeduid met het begrip 'registratiebasis'. De uitkomsten worden twee maanden na het einde van de verslagmaand gepubliceerd.

4. Verschil tussen uitkomsten op transactiebasis en registratiebasis

Hoewel de cijfers over bijstandsuitkeringen over 2004 en 2005 als één doorlopende reeks zijn gepubliceerd, zijn ze op verschillende concepten gebaseerd en daardoor niet geheel vergelijkbaar.

Op 31 augustus 2006 zijn de definitieve cijfers op registratiebasis voor 2005 gepubliceerd (zie ook de tabel 'Bijstandsuitkeringen, standen volgens transactieconcept 2004-2005'). Uit deze definitieve cijfers blijkt nu dat er een sprong zit tussen de gepubliceerde uitkomsten december 2004 en januari 2005. Om te kunnen beschikken over cijfers voor de periode 2004-2005 die wel vergelijkbaar zijn, zijn thans voor 2005 eveneens cijfers op transactiebasis berekend, volgens nagenoeg dezelfde methode als voor 2004.

5. Berekening van transactiecijfers voor 2005; aanpassing van cijfers voor 2004

Bij het berekenen van uitkomsten op transactiebasis voor 2005 is ernaar gestreefd om dezelfde methode te gebruiken als voor 2004. Op een enkel punt boden de door de gemeenten geleverde bestanden over 2005 echter onvoldoende mogelijkheid om de berekeningswijze exact hetzelfde uit te voeren. Het bleek evenwel toch mogelijk om een reeks vergelijkbare cijfers te kunnen maken door de cijfers voor 2004 aan te passen. 

Dit heeft ertoe geleid dat de cijfers voor 2004 wat lager uitvallen, oplopend van circa 300 uitkeringen in januari 2004 tot circa 1800 uitkeringen in december 2004.

6. De reeks 2004aangepast-2005 op transactiebasis nader bekeken

Wanneer de reeks cijfers op transactiebasis voor 2004-2005 bekeken wordt, valt op dat januari en februari 2005 lager lijken uit te vallen dan op grond van de ontwikkelingen in de aangrenzende maanden verwacht wordt. Deze vermoedelijke onderschatting van circa duizend uitkeringen wordt voor ongeveer de helft verklaard door het feit dat de opgaven over de eerste maanden 2005 van veel gemeenten pas in juli of zelfs nog later door de gemeenten zijn opgesteld en geleverd. Hierdoor is in de opgaven relatief meer nagekomen informatie verwerkt over uitkeringen die vóór het einde van januari respectievelijk februari zijn beëindigd (en derhalve niet in de standen van die maanden meetellen) dan bij tijdige levering van de opgaven zou zijn geschied. Het restant van de vermoedelijke onderschatting kan niet aan herkenbare oorzaken worden toegeschreven en zal gezocht moeten worden in de gewijzigde definities voor de opgaveverstrekking en in aanpassingen van software die gemeenten gebruiken om de opgaven aan het CBS op te stellen.

7. Cijfers over in- en uitstroom 2005 per gemeente

Op basis van het transactieconcept zijn naast standen eveneens cijfers over in- en uitstroom van bijstandsuitkeringen in 2005 berekend, zowel op landelijk als op gemeentelijk niveau. Afgezien van de geringe aanpassing van de standcijfers voor 2004 (zie paragraaf 5) zijn de cijfers over in- en uitstroom 2005 qua definitie en berekeningswijze vergelijkbaar met de uitkomsten over voorgaande jaren. De waarnemingsproblemen die van invloed zijn geweest op de standen van met name januari en februari 2005 hebben overigens geen invloed op de jaarcijfers over de in- en uitstroom van bijstandsuitkeringen. De uitkomsten over de jaren 1999-2005 zijn opgenomen in de tabel 'Bijstandsuitkeringen, standen en stromen per gemeente 1999-2005'.