Auteur(s): Roxann Rikkers
Grote verschillen tussen binnen- en buitenstedelijke nieuwbouwwoningen

4. Conclusie en discussie

De afgelopen dertig jaar zijn er 2,2 miljoen nieuwe woningen bijgekomen. Deze woningen zijn nagenoeg gelijk verdeeld over binnenstedelijk en buitenstedelijk gebied. Het aantal nieuwe woningen neemt af, zowel binnen- als buitenstedelijk, maar het aantal nieuwe buitenstedelijke woningen is sneller gedaald. Tussen 1995 en 2009 werden ruim anderhalf keer zo veel buitenstedelijke woningen gebouwd als in de vijftien jaar daarna.

Binnenstedelijke nieuwbouw verschilt duidelijk van buitenstedelijke nieuwbouw. Binnenstedelijke woningen zijn relatief vaker een meergezinswoning, vaker een huurwoning en worden vaker bewoond door een eenpersoonshuishouden. Ook wonen er naar verhouding minder vaak kinderen in deze woningen en worden steeds meer kleine woningen (minder dan 75 vierkante meter) en nog kleinere woningen (minder dan 50 vierkante meter) gebouwd. Buitenstedelijke woningen zijn relatief vaker een rijtjeshuis, een twee-onder-één-kapwoning of een vrijstaande woning. Ook zijn dit naar verhouding vaker koopwoningen groter dan 150 vierkante meter. Ook wonen er relatief vaker kinderen in buitenstedelijke woningen en beweegt de leeftijd van het jongst thuiswonende kind mee met de leeftijd van de woning: hoe jonger de woning hoe vaker er jonge kinderen wonen. Voor buitenstedelijke woningen geldt: hoe jonger de woning, hoe vaker deze een WOZ-waarde van minimaal 650 duizend euro heeft. De laatste jaren worden steeds grotere panden met veel meergezinswoningen, vaak kleine appartementen, gebouwd.

Dit onderzoek laat duidelijke verschillen zien tussen binnen- en buitenstedelijke woningen. De focus ligt op of een woning gebouwd is op een plek waar al woningen stonden of dat een woning onderdeel was van een grotere nieuwbouwwijk, waar voorheen nog niet of nauwelijks sprake was van aaneengesloten bebouwing. Een beperking van deze methode is dat nieuwe woningen in kleine dorpse kernen samenvallen met nieuwe woningen in grote binnensteden. Ook verspreide nieuwbouw zoals een enkele boerderij of woning op een plek waar nog geen woningen staan, vallen samen met woningen in nieuwbouwwijken. Voor dit onderzoek is gekozen binnen- en buitenstedelijkheid als twee nieuwbouwvormen op te nemen. In vervolgonderzoek kan dieper ingegaan worden op de verschillen tussen binnenstedelijke woningen in meer stedelijk of meer landelijk gebied. Voor buitenstedelijke woningen kan wellicht ook onderscheid gemaakt worden tussen verspreide nieuwbouw en nieuwbouwwijken.