Levensverwachting in Caribisch Nederland, 1998-2019

1. Inleiding

De levensverwachting bij geboorte is een veelgebruikte maat voor de gezondheidstoestand van de bevolking. De overheid gebruikt de levensverwachting, het aantal nog te verwachten levensjaren (Stoeldraijer en Harmsen, 2017), voor beleid, zoals de aanpassing van de AOW-gerechtigde leeftijd, en verzekeraars en pensioenfondsen gebruiken de levensverwachting voor bijvoorbeeld het bepalen van de premie voor het ouderdomspensioen.

De levensverwachting wordt berekend met behulp van een overlevingstafel. Hiervoor zijn uitgebreide sterfte- en bevolkingsgegevens van de populatie nodig. Het berekenen van de levensverwachting voor kleine geografische gebieden is daardoor vaak niet mogelijk of brengt meer complexe berekeningen met zich mee.

In dit artikel worden de berekeningswijze en uitkomsten van de levensverwachting voor Caribisch Nederland beschreven. Sinds 10 oktober 2010 maken Bonaire, Sint Eustatius en Saba als drie afzonderlijke openbare lichamen, ook wel bijzondere gemeenten genoemd, deel uit van Nederland. Het CBS heeft ervoor gekozen om statistische gegevens over Caribisch Nederland als afzonderlijke statistieken te presenteren en niet te integreren in de bestaande statistische overzichten. Doordat Caribisch Nederland relatief weinig inwoners heeft, is de standaardberekening van de levensverwachting niet geschikt. Daarom is de berekening aangepast.

In 2014 is de levensverwachting voor Caribisch Nederland voor de jaren 1998-2012 gepubliceerd (Stoeldraijer, 2014). Hieruit kon geconcludeerd worden dat de levensverwachting in Caribisch Nederland weinig verschilt van die van Europees Nederland. In het huidige artikel is de periode uitgebreid tot en met 2019. Met de uitbreiding van de jaren is er een nauwkeuriger beeld te maken van de levensverwachting van Caribisch Nederland. De methode uit het vorige artikel is daarom iets aangepast.

In hoofdstuk 2 worden de data beschreven en de methode uitgelegd. Hoofdstuk 3 beschrijft de resultaten en in hoofdstuk 4 volgt een korte conclusie.