Trouwen, kinderen krijgen en scheiden naar opleiding

3. Resultaten

In deze paragraaf komen eerst de drie demografische gebeurtenissen, trouwen, kinderen krijgen en uit elkaar gaan, afzonderlijk aan bod. Vervolgens wordt ingegaan op de samenhang tussen deze gebeurtenissen. De verschillen naar opleidingsniveau staan hierbij centraal.

3.1 Beschrijvende analyses

Het blijkt dat gemiddeld 49 procent van de stellen kort vóór of gedurende de 15-jarige periode trouwde, dat 15 procent na 15 jaar ongehuwd samenwoont en dat 36 procent ongehuwd uit elkaar ging (grafiek 3.1.1). Degenen die trouwden gedurende die 15 jaar kunnen natuurlijk ook alsnog uit elkaar gaan, maar dat wordt pas in een later stadium bekeken. De laagst opgeleiden zijn uiteindelijk iets vaker gehuwd en gaan ook het minst vaak uit elkaar. Overigens is een niet gering percentage (9 procent) van de stellen al vanaf het begin dat ze een gezamenlijk huishouden voeren, getrouwd. Dat geldt vaker voor laagopgeleiden (11 procent) dan voor de middelste groep (6,5 procent) en de hoogst opgeleiden (ruim 4 procent). Na de periode van 15 jaar, wanneer wij de paren niet langer observeren, kunnen ze uiteraard ook nog uit elkaar gaan. Op het doormaken van beide events, trouwen en uit elkaar gaan, wordt nader ingegaan bij de multivariate analyse.Ongeveer de helft van alle stellen is na 15 jaar nog bij elkaar. Hoogopgeleiden gaan iets sneller uit elkaar, maar de groepen lopen uiteindelijk naar elkaar toe.

Gedurende de observatieperiode kreeg gemiddeld 58 procent van de stellen een eerste kind en was 5 procent gedurende de hele periode kinderloos bij elkaar (grafiek 3.1.2). De laagst opgeleiden krijgen iets vaker een kind in de periode van 15 jaar (59 versus 56 procent). Degenen met een kind kunnen eventueel nog wel uit elkaar gaan, maar dat wordt later in dit artikel besproken. De samenhang tussen ouderschap en uit elkaar gaan staat ook in de multivariate analyse centraal.

figuur 3.1.1 Gehuwd, ongehuwd uit elkaar of ongehuwd samen

3.1.1 Gehuwd, ongehuwd uit elkaar of ongehuwd samen
HuwsamGehuwd binnen 15 jaar (%)Ongehuwd samen na 15 jaar (%)Ongehuwd uit elkaar binnen 15 jaar (%)
Beiden laag/middelbaar50,215,334,5
Laag/middelbaar en hoog47,6814,4537,86
Beiden hoog47,3113,5839,11

Op basis van de resultaten in grafiek 3.1.1 en 3.1.2 kan nog niets gezegd worden overeen mogelijke onderwijsgradiënt wat betreft de samenhang tussen de drie demografische beslissingen. Grafiek 3.1.3 toont een Kaplan-Meier-survivalschatting het verloop in het aandeel intacte relaties naar opleidingsniveau. Hoogopgeleiden gaan iets sneller uit elkaar, maar de groepen lopen uiteindelijk naar elkaar toe.

figuur 3.1.2 Kind gekregen, kinderloos uit elkaar of kinderloos samen

3.1.2 Kind gekregen, kinderloos uit elkaar of kinderloos samen
 Kind gekregen binnen 15 jaar (%)Kinderloos samen na 15 jaar (%)Kinderloos uit elkaar binnen 15 jaar (%)
Beiden laag/middelbaar59635
Laag/middelbaar en hoog56440
Beiden hoog56440
Totaal58537

In grafiek 3.1.4 wordt duidelijk dat vooral ongehuwd samenwonende stellen zonder kinderen een grote kans hebben uit elkaar te gaan: gemiddeld 94 procent van deze stellen gaat uit elkaar, meestal in de eerste jaren van samenwonen. Samenwoon relaties lijken door veel mensen gezien te worden als testfase, waarin vooralsnog geen grote beslissingen (huwen, kind krijgen) worden genomen. Onder deze groep is geen sprake vaneen sterke onderwijsgradiënt. Samengevat kan worden gesteld dat wanneer mensen bij elkaar blijven ze meestal gaan trouwen en/of samen ouders worden.

Als mensen wel trouwden maar nog geen kinderen kregen, is de kans op relatieontbinding eveneens groot: gemiddeld 58 procent. De relatie van hoogopgeleide kinderloze stellen zijn relatief stabiel. Verder valt op dat bijna een derde van de ongehuwde stellen die al wel een kind kregen, uit elkaar gaan. Het verschil tussen de onderwijsgroepen is hier het grootst: 37 procent van de niet-gehuwde laag-/middelbaar opgeleiden met minstens één kind ging uit elkaar, tegen slechts 12 procent onder de hoogst opgeleiden. Ongehuwde laagopgeleideouders vormen blijkbaar de meest kwetsbare groep binnen de totale groep ouders met kinderen. De meest stabiele groep wordt gevormd door getrouwden met kind(eren): slechts 14 procent van deze stellen maakt een echtscheiding mee. Ook hier is sprake van een relatief groot opleidingsverschil: 18 procent van de laag-/middelbaar opgeleiden ging uit elkaar,terwijl het percentage hoogopgeleiden minder dan de helft daarvan bedraagt.

Grafiek 3.1.5 geeft het verloop weer gedurende een periode van 15 jaar van de verschillende mogelijke combinaties van burgerlijke staat en ouderschap onder paren die nog bij elkaar zijn. Daarnaast is het aandeel dat uit elkaar ging weergegeven. Voor deze grafiek is vanwege de duidelijkheid alleen gekozen voor de twee uiterste opleidingscategorieën.Laag-/middelbaar opgeleide paren blijken sneller te trouwen en kinderen te krijgen dan hoogopgeleiden. Aan het eind van het eerst jaar is 18 procent van de laag-/middelbaar opgeleide stellen getrouwd en nog kinderloos, tegen 8 procent van de hoogopgeleiden. Een klein deel van de laag-/middelbaar opgeleide stellen heeft, al dan niet gehuwd, een kind,tegen 0 procent van de hoogopgeleiden. Na drie jaar is procentueel de grootste toename te zien bij, vooral informele, scheidingen: 17 procent van de laag-/middelbaar opgeleide stellen tegen 22 procent van de hoogopgeleiden. Daarna nemen scheidingen gradueel toe.Hoogopgeleide stellen gaan iets sneller uit elkaar. Na vijftien jaar zijn de verschillen tussen de twee opleidingscategorieën niet groot meer wat betreft het aandeel met of zonder kind,gehuwd of ongehuwd, dan wel uit elkaar. Dit sluit aan bij de voorgaande grafieken.

3.1.3 Verloop aandeel bij elkaar gedurende 15 jaar, naar opleidingsniveau
JaarBeiden laag/middelbaarLaag/middelbaar en hoogBeiden hoog
0100100100
098,3498,2897,41
096,7695,3395,62
095,4393,3293,26
094,1791,8591,12
092,8690,1189,52
091,6688,787,45
090,5186,8785,24
089,5685,4483,58
088,5684,0581,82
087,682,8380,37
086,7881,8379,11
185,6380,2177,69
184,7379,2376,47
183,8578,3975,7
183,177,4974,85
182,2876,6373,93
181,5675,8373,24
180,7975,0272,31
180,0774,2871,57
179,3473,5770,88
178,5972,9570,27
177,9472,3569,73
177,4471,869,3
276,7671,0968,59
276,1570,5368,16
275,6769,9567,63
275,0869,5167,08
274,5569,0666,69
274,0268,666,17
273,4868,1165,69
272,9767,765,26
272,5267,1764,86
272,0466,7664,43
271,6466,3864,08
271,2466,0263,83
370,8165,5663,44
370,4665,2763,05
37064,9362,68
369,6964,5662,31
369,3964,3562,07
369,016461,72
368,6163,7161,37
368,2663,4860,98
367,9163,260,75
367,5662,8960,52
367,1562,6160,3
366,8462,2960,1
466,5262,0759,75
466,2361,7959,5
465,8961,5359,22
465,6361,359,01
465,461,0558,79
465,1560,8558,59
464,8860,5958,36
464,5760,3858,12
464,3260,1457,92
464,066057,79
463,7859,8157,66
463,5559,5757,46
563,2759,457,28
563,0559,257,08
562,8359,0356,91
562,6558,9356,8
562,3858,7956,69
562,1558,6556,52
561,9258,4656,42
561,6558,2956,26
561,3958,1156,11
561,1557,9355,94
560,9357,7855,82
560,7757,655,68
660,5257,555,59
660,2957,455,43
660,1157,355,32
659,9257,1955,21
659,7256,9955,11
659,5256,8254,99
659,3456,7154,76
659,1556,5354,63
658,9956,4354,58
658,856,2954,47
658,6156,1154,32
658,435654,19
758,2455,8854,03
758,0755,7953,94
757,9355,6953,88
757,855,5953,84
757,6455,4753,76
757,5355,3953,69
757,3555,2953,55
757,255,1353,44
757,065553,36
756,9154,8653,27
756,7754,7753,22
756,6454,6553,15
856,4354,553,06
856,3354,4253,04
856,1654,3852,98
856,0654,352,9
855,9654,2352,83
855,8154,1252,72
855,6854,0152,63
855,5653,9352,59
855,4353,8652,51
855,3453,7852,42
855,2353,7152,33
855,153,652,25
954,9853,5252,2
954,8553,4652,12
954,753,3552,08
954,5953,2752,03
954,5153,2251,95
954,3853,1251,86
954,2853,0351,83
954,1852,9551,77
954,0752,8851,66
953,9752,8251,62
953,8852,7751,57
953,7852,6951,53
1053,6752,6351,49
1053,5652,5951,46
1053,452,5351,4
1053,3252,4551,37
1053,2352,3951,33
1053,0952,3151,25
1052,9752,2551,18
1052,8752,1851,15
1052,7652,1251,12
1052,6852,0651,07
1052,5952,0251,04
1052,4751,950,98
1152,3551,8550,86
1152,2851,8250,82
1152,1951,7750,74
1152,1251,7150,7
1152,0351,6850,67
1151,9251,6150,64
1151,8351,5550,58
1151,7351,4950,55
1151,6351,4450,49
1151,5551,3850,47
1151,4651,350,45
1151,3851,2450,33
1251,2451,1850,22
1251,1651,1550,13
1251,0851,150,08
1250,9851,0750,04
1250,8850,9850,03
1250,7850,8749,96
1250,750,8149,92
1250,6250,7949,91
1250,5150,7449,84
1250,4250,6549,79
1250,3450,5749,77
1250,2450,4849,71
1350,1350,449,66
1350,0550,3249,61
1349,9550,2549,56
1349,8650,1449,5
1349,7950,0849,41
1349,6749,9849,35
1349,5749,9149,28
1349,5149,8949,23
1349,4449,8449,2
1349,3549,849,15
1349,2949,7449,09
1349,2149,6649,01
1449,149,6248,98
1449,0249,5548,9
1448,9449,4848,84
1448,8849,4148,72
1448,7749,3648,64
1448,6749,2748,52
1448,5949,248,47
1448,5249,1748,44
1448,4449,1348,37
1448,3649,0548,29
1448,2749,0248,26
1448,0648,8848,15

3.1.4 Uit elkaar gaan binnen 15 jaar, naar burgerlijke staat, ouderschap en opleidingsniveau
 Beiden laag/middelbaar (%)Laag/middelbaar en hoog (%)Beiden hoog (%)Totaal (%)
Samenwonend/kinderloos93959694
Gehuwd/kinderloos60564958
Samenwonend/kind(eren)37161229
Gehuwd/kind(eren)189814

3.1.5 Wel of niet bij elkaar over een periode van 15 jaar, naar opleidingsniveau
JaarOpleidingsniveauSamenwonend/kinderloosGehuwd/kinderloosGehuwd/kind(eren)Samenwonend/kind(eren)Uit elkaar
1Laag-middel79,2087705217,637939151,34547771,807812630
1Hoog91,206813828,1813819580,2519193860,3598848370
3Laag-middel44,5779463518,7785498713,117023346,32042302317,20605742
3Hoog57,1976967413,603646834,9424184262,15930902122,09692898
5Laag-middel21,9789042415,0604911325,619445759,13595969128,20519919
5Hoog31,9697696715,810940514,827255285,35028790832,04174664
7Laag-middel10,636471869,58168378534,4785581810,3706984934,93258769
7Hoog15,0431861812,9918426126,655470258,50527831136,80422265
9Laag-middel5,5286398496,12109299338,7779961810,2461172239,32615376
9Hoog6,5259117087,77351247635,7245681410,2927063339,68330134
11Laag-middel3,3360095244,51261039340,228675849,32144735742,60125689
11Hoog3,0350287914,41458733240,7029750510,3406909841,50671785
13Laag-middel2,4030342463,59347747840,403089628,38570360745,21469505
13Hoog1,9433781193,07101727442,14251449,93282149742,91026871
15Laag-middel2,0237534953,19758589239,414744897,71850170347,64541403
15Hoog1,4515355092,43522072942,214491369,54894433844,34980806

3.2 Multivariate survivalanalyses

Het kan zijn dat er andere factoren meespelen in de waargenomen, beschrijvende verschillen. Laag-/middelbaar opgeleiden zijn relatief jong en mogelijk spelen sociaaleconomische kenmerken zoals inkomen, al dan niet werkzaam, een uitkering of ziekte,een rol. Verder kan timing belangrijk zijn, evenals de interactie tussen de verschillende demografische beslissingen. Om hierover uitsluitsel te kunnen geven, dienen de gevonden beschrijvende resultaten te worden getoetst met een multivariaat survivalmodel. Bij het bespreken van de resultaten van de multivariate survivalanalyses ligt de nadruk op de verschillen tussen de laagst en de hoogst opgeleide paren. De middelste onderwijs -categorie ligt altijd daartussenin, hoewel meestal iets meer lijkend op de hoogst opgeleidecategorie. Met de multivariate analyses worden de veronderstelde onderwijsverschillen in de kans of neiging om te trouwen, een eerste kind te krijgen of uit elkaar te gaan, onderzocht.

De tabellen B1-B3 in de bijlage tonen de resultaten van drie sets van discrete-tijdregressieanalyses, waarbij achtereenvolgens de waarschijnlijkheid wordt geschat dat samenwonende paren trouwen, hun eerste kind krijgen of scheiden. Dit zijn in feite survivalanalyses waarin de invloed van tijd constant wordt gehouden en waarbij tevens gecontroleerd wordt voor demografische en socio-economische achtergrondvariabelen en relevante interactietermen worden toegevoegd.

De resultaten van de analyses worden weergegeven in de vorm van odds ratio’s (OR). De OR is geen kans maar een relatieve kansverhouding van een categorie ten opzichte van de referentiecategorie. Een voorbeeld is de verhouding tussen hoogopgeleiden en laag-/middelbaar opgeleiden voor wat betreft de kans om te huwen.

Hier ligt de focus op de resultaten met betrekking tot de verwachte onderwijsverschillen in de drie demografische overgangen. Dit zijn dus steeds de laatste (tweeweg interactie) modellen in de tabellen B1-B3 (drie varianten van model 4). Voor de hoofdeffecten van opleiding wordt soms verwezen naar andere modellen in deze tabellen.

Om de interpretatie van de interactiemodellen te vereenvoudigen, zijn lineaire voorspellingen van de transitiekans berekend. In de modellen over relatieontbinding zijn ouderschap en burgerlijke staat in één enkele variabele gecombineerd: samenwonend/kinderloos, gehuwd/kinderloos, gehuwd/kind(eren), samenwonend/kind(eren). In de berekeningen van de lineaire voorspellingen worden alle andere covariaten ingesteld op gemiddelde waarden.

Alle paren die tot de zogenaamde risico-set behoren (nog ongehuwd, kinderloos of nog samen) worden meegenomen in de analyses, zolang ze samen op één adres wonen. Mogelijk vormen stellen die uit elkaar gaan of die juist altijd bij elkaar zijn gebleven selectieve groepen voor wat de kans op een huwelijk of een eerste kind betreft. De gevonden opleidingsverschillen zijn mogelijk daar op terug te voeren. Daarom zijn twee afzonderlijke analyses (met huwelijk en geboorte als afhankelijke variabele) uitgevoerd op de populatie van paren die de gedurende die 15 jaar bij elkaar zijn gebleven. Dit leidde echter tot vergelijkbare resultaten wat erop wijst dat de gevonden verschillen naar opleidingsniveau zowel voor stellen gelden die bij elkaar blijven als voor hen die uit elkaar gaan.

Trouwen

Zoals eerder genoemd trouwen laag-/middelbaar opgeleiden relatief gezien vaker voordat ze een huishouden gaan delen. Maar van alle ongehuwd samenwonende paren gaan laag-/middelbaar geschoolden uiteindelijk bijna net zo vaak trouwen als stellen uit de beide andere onderwijscategorieën (tabel B1, model 3: laag/middelbaar en hoog: 0,99 en beiden hoog: 0,98) verschillen beiden niet significant van de referentiecategorie beiden laag/middelbaar). Verder bevestigt de analyse het algemene idee dat als een ongehuwd stel een eerste kind krijgt, daarmee de kans om te trouwen kleiner wordt (tabel B1, model 3: kind(eren): 0,49). Dit effect is alleen kleiner onder laag-/middelbaar en hoogopgeleiden(tabel B1, model 4: laag/middelbaar en hoog met kind(eren): 0,91). Kortom, het idee van duidelijke onderwijsverschillen kan niet zonder meer worden bevestigd. Grafiek 3.2.1 toont de gemiddelde (gecontroleerde), jaarlijkse transitiekans op basis van het laatste model. Het feit dat ongehuwd vader en moeder worden de neiging om te trouwen verkleint, wijst op de toenemende groep relatief moderne stellen die er bewust voor kiezen om ongehuwde ouders te worden. Blijkbaar geldt dit voor alle onderwijsgroepen in de hedendaagse Nederlandse samenleving. Aanvullende analyses lieten zien dat nieuwe, ongehuwd samenwonende ouders het huwelijk niet uitstelden: ze gingen meestal ook na een paar jaar niet meer trouwen. In ieder geval deden ze dat niet binnen de observatieperiode.

3.2.1 Trouwen naar ouderschap en opleidingsniveau
KindBeiden laag/middelbaar (%)Laag/middelbaar en hoog (%)Beiden hoog (%)
Kinderloos10,8810,9210,77
Met kind(eren)5,474,985,2
 

Wat het directe effect van inkomen betreft, is er een algemeen patroon: een hoger gezamenlijk inkomen verhoogt de kans op een huwelijk. Er zijn ook enkele andere interessante resultaten met betrekking tot de controlevariabelen: (ongehuwde) paren trouwen meestal in het eerste jaar of tussen het derde en het zevende jaar, terwijl vanaf het achtste tot en met tiende jaar de kans om te trouwen weer afneemt.

Eerste kind

De survivalanalyse waarmee de kans op een eerste kind wordt geschat (tabel B2) laat de verwachte onderwijsgradiënt zien, al is het effect zwak: De kans dat laag-/middelbaar opgeleiden een kind krijgen is groter dan in de twee hogere onderwijscategorieën (tabel B2, model 3: beiden een OR van 0,93). Wanneer koppels besloten om te trouwen, verhoogt dit de kans om een kind te krijgen sterk (tabel B2, model 3: gehuwd: 3,43). Natuurlijk is dit voor veel paren een bewuste geplande reeks beslissingen: als het eerste kind onderweg is, kunnen paren administratieve rompslomp met betrekking tot het formaliseren van het vaderschap vermijden door te trouwen vóór de geboorte van het kind. Ook willen aanstaande ouders vaak graag dat hun kind binnen een huwelijk geboren wordt. Dat is de reden waarom jonggehuwden relatief snel ouders worden. Getrouwde paren hebben een veel hogere kans om een eerste kind te krijgen dan samenwonende paren. Verwacht werd dat onder hoogopgeleiden de timing van deze grote beslissingen sterker gecorreleerd zou zijn. De interactie-effecten onthullen inderdaad dat trouwen de kans op het eerste ouderschap in mindere mate vergroot onder laag-/middelbaar opgeleide paren. Het lijkt van belang te zijn of een stel uit minstens één hoogopgeleide bestaat.

Het algemene positieve effect van trouwen op het krijgen van kinderen blijkt sterker te zijn dan het effect van opleiding. Anders gezegd: het verschil tussen wel of niet getrouwd zijn (ongeacht opleiding) is veel groter dan de verschillen tussen de opleidingsgroepen.Interessant genoeg blijkt ook dat samenwonende, laag-/middelbaar opgeleide stellen een significant hogere kans hebben om een kind te krijgen dan stellen in de twee hogere onderwijscategorieën. Hier is vooraf geen verwachting over geformuleerd, maar blijkbaar zijn buitenechtelijke kinderen gebruikelijker onder hedendaagse laag-/middelbaar opgeleiden dan gemiddeld.

3.2.2 Eerste ouderschap naar burgerlijke staat en opleidingsniveau
Samen/gehuwdBeiden laag/middelbaar (Gemiddelde jaarlijkse transitiekans)Laag/middelbaar en hoog (Gemiddelde jaarlijkse transitiekans)Beiden hoog (Gemiddelde jaarlijkse transitiekans)
Samenwonend7,1450884175,2772397485,133790042
Gehuwd21,4766046322,3097808622,43230676

Ook valt de zwakke U-vormige relatie met het inkomen op: de kans om een kind te krijgen lijkt hoger bij de laagste verdieners dan paren in het tweede kwintiel (tabel B2). Aan de andere kant is die kans ook significant groter voor paren in het vierde en vijfde kwintiel. Verder: de gemiddelde timing van het eerste kind piekt in het zevende of achtste jaar nadat het paar een gezamenlijk huishouden begon. Aanvullende analyses laten zien dat laag-/middelbaar opgeleiden sneller ouders worden dan paren in de andere twee groepen.

Uit elkaar gaan

De survivalanalyse waarmee de kans op (echt)scheiding wordt geschat (tabel B3) laat zien dat opleiding en relatieontbinding sterk negatief samenhangen (model 3): hoe hoger de opleiding, hoe lager de scheidingskans. Verder laat model 3 zien dat samenwonende kinderloze paren de hoogste scheidingskans hebben, gevolgd door respectievelijk samenwonende ouders, gehuwde kinderloze stellen en ten slotte gehuwde paren met kind(eren).

De resultaten laten verder zien dat de sterkste onderwijsgradiënt te vinden is in de groepen die slechts één van de twee overgangen doormaakten: het verschil in het risico op relatieontbinding tussen hoger en laag-/middelbaar opgeleide paren is het grootst wanneer ze kinderen hebben maar niet trouwden. Als ze alleen getrouwd en nog kinderloos waren, is het risico voor laag-/middelbaar opgeleide paren ongeveer twee keer zo groot als voor hoogopgeleide stellen die (nog) niet waren getrouwd en (nog) geen ouders waren. Verder wordt binnen de laagste onderwijscategorie de scheidingskans meer dan verdriedubbeld ten opzichte van de hoogst opgeleiden met hetzelfde demografische profiel, wanneer ze alleen de overstap naar het ouderschap maakten en nog ongehuwd waren. Dit betekent dat het idee voorlopig kan worden bevestigd dat het huwelijk of ouderschap vooral onder hoogopgeleide paren geassocieerd is met relatiestabiliteit.

Verder blijkt dat relaties vooral in de eerste jaren kwetsbaar zijn. Daarnaast valt voor alle opleidingsgroepen een groot effect van inkomen op de kans op scheiding op: vooral de onderste inkomenscategorie hangt samen met een vergrote scheidingskans.

3.2.3 Echtscheiding naar burgerlijke staat, ouderschap en opleidingsniveau
Samen/gehuwdBeiden laag/middelbaar (Gemiddelde jaarlijkse transitiekans)Laag/middelbaar en hoog (Gemiddelde jaarlijkse transitiekans)Beiden hoog (Gemiddelde jaarlijkse transitiekans)
Samenwonend/kinderloos9,8629191639,2935181688,760966115
Gehuwd/kinderloos3,4473788412,3081519581,685156076
Samenwonend/kind(eren)3,9900078011,7111936811,383137108
Gehuwd/kind(eren)2,0371467691,0586898850,996612935