Solidariteit in de gezondheidszorg

Technische toelichting

Leefstijlkenmerken

Mate van overgewicht

De maat voor onder- of overgewicht is de Body Mass Index (BMI). De BMI is het quotiënt van het lichaamsgewicht in kilogrammen en het kwadraat van de lengte in meters (kg/m2). In Belevingen 2018 zijn de volgende vragen aan respondenten gesteld: ‘Hoe lang bent u? Het gaat om de lengte in centimeters, zonder schoenen’ en ‘Hoeveel kilo weegt u? Het gaat om het gewicht in kilo’s zonder kleren. Indien u zwanger bent, kunt u uw gewicht van voor de zwangerschap invullen.’ Voor de bepaling van het BMI bij 18-plussers is gebruik gemaakt van de volgende criteria. Ondergewicht is vanwege de geringe aantallen (minder dan 100) buiten beschouwing gelaten:
— Normaal gewicht: BMI >= 18,5 en < 25,0 kg/m2;
— Overgewicht: BMI >= 25,0 kg/m2;
— Matig overgewicht: BMI >= 25,0 en <=30,0 kg/m2;
— Ernstig overgewicht (obesitas): BMI >= 30,0 kg/m2.

Mate van bewegen

In Belevingen 2018 is de volgende vraag opgenomen: op gemiddeld hoeveel dagen per week bent u minstens een half uur per dag bezig met inspannende activiteiten zoals fietsen, klussen, tuinieren of sporten? Mensen die hebben aangegeven dat ze 5 of meer dagen dit hebben gedaan, zijn in dit artikel getypeerd als de groep die regelmatig beweegt, mensen die minder dan 5 dagen deze inspanning hebben uitgeoefend behoren tot de groep die niet regelmatig beweegt. Dit komt het dichtst bij het advies nieuwe beweegrichtlijnen van de Gezondheidsraad (Gezondheidsraad, 2017).

Roken

Om te bepalen of iemand rookt, is gebruik gemaakt van de vraag: Rookt u?, met als antwoordopties ‘ja’ en ‘nee’.

Alcohol drinken

Respondenten hebben de volgende vragen over hun drinkgedrag beantwoord: ‘Drinkt u weleens alcoholhoudende dranken?’, ‘Heeft u in het laatste half jaar wel eens 6 glazen (voor mannen)/4 glazen (voor vrouwen) of meer glazen alcoholhoudende drank op een dag gedronken’ en ‘Hoe vaak dronk u het afgelopen half jaar 6/4 of meer alcoholhoudende drank op een dag?’. Mannen zijn zware drinkers als zij minstens 1 keer per week 6 of meer glazen alcohol op één dag drinken, bij vrouwen is dat minstens 1 keer per week 4 of meer glazen alcohol op één dag. Mannen en vrouwen die minder alcohol nuttigen zijn ‘matige drinkers’. Degenen die aangeven geen alcohol te drinken zijn getypeerd als ‘niet-drinkers’.