Religie en sociale cohesie

Literatuur

Aarts, O. (2010). Religious Diversity and Religious Involvement: A Study of Religious Marketsin Western Societies at the End of the Twentieth Century. Nijmegen, Radboud Universiteit Nijmegen.

Becker, J. (2003). De vaststelling van de kerkelijke gezindte in enquêtes. 40% of 60%buitenkerkelijken? Werkdocument 92. Den Haag: SCP.

Bekkers, R., T. Schuyt en B. Gouwenberg (red.) (2017). Geven in Nederland, 2017.Amsterdam: Lenthe.

Bie, R. van der (2009). Kerkelijkheid en kerkelijke diversiteit, 1889–2008. In: Schmeets. H.en R. van der Bie (red.) Religie aan het begin van de 21e eeuw. Den Haag/Heerlen: CBS,13–25.

Bruggink, J.-W., en M. van Herten (2009). Religie, gezondheid en leefstijl. In: H. Schmeets en R. van der Bie (red.), Religie aan het begin van de 21ste eeuw. Den Haag/Heerlen: CBS,53−64.

Coté, S., en T. Healy (2001). The well-being of nations. The role of human and social capital.Parijs: Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.

Coumans, M. (2014). Meer religie, meer welzijn? Bevolkingstrends, juli 2014.Enk, B. van, en H. Schmeets (2019). Vertrouwen en stemgedrag. Statistische Trends, mei 2019.

Granovetter, M. S. (1973). The Strength of Weak Ties. The American Journal of Sociology, 78(6), 1360−1380.

Hart, J. de (2013). Zwevende gelovigen. SCP: Den Haag.

Hart, J. de (2014). Geloven binnen en buiten verband. Den Haag: SCP.

Hart, J. de, en P. van Houwelingen (2018). Christenen in Nederland. Den Haag: SCP.

Herten, M. van (2009). Het aantal islamieten in Nederland. In: Schmeets, H. en van der Bie,R. (red.) Religie aan het begin van de 21ste eeuw. Den Haag/Heerlen: CBS, 35-40.

Huijink, W. (2018). De religieuze beleving van moslims in Nederland. Den Haag: SCP.

Knippenberg, H. (1992). De religieuze kaart van Nederland: omvang en geografischespreiding van de godsdienstige gezindten vanaf de Reformatie tot heden. Assen/Maastricht:Van Gorcum.

Knippenberg, H. (2018). The changing religious landscape of the Netherlands, 1971-2016.In: P. Puschmann en T. Riswick (red.) Building Bridges. Arnhem: Valkhof Pers, 385-420.

Kregting, J., P. Scheepers, P. Vermeer en C. Hermans (2018) Why God has left The Netherlands. Explanations for the decline of institutional Christianity in The Netherlands between 1966 and 2015. Journal for the Scientific Study of Religion, 57 (1), 58-79.

Ministerie Algemene Zaken (2007). Samen werken, samen leven. Beleidsprogramma Kabinet Balkenende IV, 2007-2011. Den Haag: Ministerie van Algemene Zaken. Otten, F., K. Arts en R. Lok (2013). Protestantse ethiek en financiële positie. ESB 98 (9673), 704-707.

Oudhof, J., en J. Pannekoek (1988). De vraag naar kerkelijke gezindte: een methodologisch dilemma. Sociaal-Culturele Berichten, 88–2. Voorburg/Heerlen, CBS.

Putnam, R. D. (2000). Bowling Alone. The Collapse and Revival of American Community. New York: Simon & Schuster.

Putnam, R.D., en D.E. Campbell (2012). American Grace. How Religion Divides and Unites Us. New York: Simon & Schuster.

Rijksoverheid. (2017). Vertrouwen in de toekomst: regeerakkoord 2017-2021. Den Haag: Ministerie van Algemene Zaken.

Schmeets, H. (2010). Het belang van de religieuze binding in sociale statistieken. Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, 1 (3), 29–41.

Schmeets, H. (2013). Het belang van religie voor sociale samenhang. Bevolkingstrends, december 2013.

Schmeets, H. (2016). De religieuze kaart van Nederland, 2010-2015. Bevolkingstrends, december 2016.

Schmeets, H. (2018). Wie is religieus, en wie niet? Statistische Trends, oktober 2018.

Schmeets, H., en F. Peters (2016). De rol van religie in orgaandonatie. Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, 7 (3), 24–35.

Stark, R., en L. R. Iannaccone (1994). A supply-side reinterpretation of the secularization of Europe. Journal for the Scientific Study of Religion, 33 (3), 230-252.

Te Grotenhuis, H.F., en P. Scheepers (2001). Churches in Dutch: Causes of religious disaffiliation in the Netherlands, 1937-1995. Journal for the Scientific Study of Religion, 40 (4), 591-606

StatLine

CBS Statline (2018). Kerkelijke gezindte en kerkbezoek; vanaf 1849; 18 jaar en ouder