6. Samenvatting
Deze rapportage bevat resultaten over het verplaatsingsgedrag van de personen van 6 jaar of ouder die wonen in het meerwerkgebied metropoolregio Rotterdam Den Haag. De cijfers zijn gebaseerd op respondenten uit alle 21 gemeenten in de provincie Zuid-Holland (zie bijlage A). De resultaten zijn weergegeven voor het gehele jaar en voor verschillende selecties van dagen voor de jaren 2019 tot en met 2024. De significantie van verschillen tussen ODiN 2023 en ODiN 2024, is getoetst.
ODiN 2024 laat een deels gewijzigd mobiliteitsbeeld zien in vergelijking met 2023. Veel uitkomsten zijn mogelijk geraakt door een methodebreuk in de metingen van ODiN 2024 voor zowel het landelijk onderzoek als voor het onderzoek naar de mobiliteit van de inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder. Hieronder volgt nog informatie over de belangrijkste verschillen tussen 2024 en 2023.
Verkeersdeelname en deelname aan het openbaar vervoer
De verkeersdeelname van inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder in ODiN 2024 verschilt significant met die in ODiN 2023. In 2024 nam 75 procent van de inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag deel aan het verkeer, 3 procentpunt minder dan in 2023. Dit komt overeen met de verkeersdeelname in 2021 toen mobiliteitsbeperkende maatregelen van toepassing waren in verband met de bestrijding van de coronapandemie. De verkeersdeelname in 2024 is laag en niet plausibel en in ieder geval deels toe te schrijven aan de genoemde methodebreuk.
In 2024 is het verschil in verkeersdeelname van mannen significant lager (-4 procent) dan in 2023. Ook dit niveau is vergelijkbaar met het ‘coronajaar’ 2021 en dus niet plausibel.
De deelname aan het openbaar vervoer in 2024 in zijn totaliteit verschilt niet significant van die in 2023. Bij vrouwen nam de deelname aan het openbaar vervoer – trein, bus, tram en metro – significant toe met 12 procent. Bij mannen was er in 2024 geen significant verschil met 2023.
Totale vervoersprestatie
In 2024 bedraagt de totale vervoersprestatie bijna 22,7 miljard reizigerskilometers. Dat is geen significant verschil vergeleken met 2023. Het valt niet uit te sluiten dat deze uitkomst is geraakt door de methodebreuk.
Het enige significante verschil in 2024 in vergelijking met 2023 is gevonden bij de modaliteit lopen. De vervoersprestatie voor lopen nam af met 16 procent. Deze uitkomst is waarschijnlijk geraakt door de methodebreuk.
Reguliere reizigerskilometers
Het totaal aantal reguliere reizigerskilometers in 2024 bedraagt bijna 22 miljard. Dit is geen significant verschil vergeleken met 2023. Het aantal reguliere reizigerskilometers voor de modaliteit lopen is daarentegen wel significant gewijzigd. De reizigerskilometers te voet zijn afgenomen met 16 procent in 2024 vergeleken met 2023. Dit loopcijfer lijkt echter niet plausibel. Uit extra onderzoek naar aanleiding van de methodebreuk blijkt dat er minder korte verplaatsingen zijn opgegeven door respondenten. Mogelijk heeft dit bijgedragen aan de afname van de loopkilometers.
Het totaal aantal niet-beroepsmatig afgelegde kilometers is in 2024 niet gewijzigd ten opzichte van 2023. Inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder legden in 2024 ruim 15 miljard reguliere reizigerskilometers af op doordeweekse dagen. Dat verschilt niet significant met een jaar eerder.
In ODiN 2024 is 68 procent van alle reguliere reizigerskilometers door inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder afgelegd op werkdagen. In 2023 was dit eveneens 68 procent.
Gemiddeld aantal verplaatsingen
Uit analyse naar de methodebreuk is gebleken dat er minder korte verplaatsingen zijn opgegeven door de respondenten. Dat betekent dat er in totaal minder verplaatsingen zijn opgegeven en dat gegevens over het aantal verplaatsingen zijn geraakt door de methodebreuk. Hiermee dient bij de interpretatie van de resultaten rekening te worden gehouden.
Het gemiddeld aantal verplaatsingen per dag per 1.000 inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag is in 2024 significant lager dan in 2023 (-8 procent). Ook het gemiddeld aantal verplaatsingen op werkdagen (doordeweekse dagen exclusief feestdagen) en op weekend- en feestdagen nam af in 2024 vergeleken met het jaar ervoor, respectievelijk 8 en 7 procent.
Uit de analyse per vervoerwijze blijkt dat aantal verplaatsingen voor lopen op ‘alle dagen’ in 2024 is afgenomen met een vijfde en voor personenauto als passagier met 9 procent. Op zowel werkdagen als weekend- en feestdagen nam het aantal verplaatsingen te voet in 2024 ook af vergeleken met een jaar eerder, namelijk met respectievelijk 21 en 16 procent. Op weekend -en feestdagen nam het aantal verplaatsingen met de trein significant toe met ruim een derde (35 procent).
Gelet op de onderverdeling naar motief is in 2024 het gemiddeld aantal verplaatsingen per 1.000 inwoners van 6 jaar of ouder op een gemiddelde dag voor de motieven ‘Winkelen en boodschappen doen’ (-10 procent) en ‘Recreatief totaal en overig’ (-12 procent) significant afgenomen. Op een gemiddelde werkdag zijn ook de verplaatsingen voor ‘Winkelen en boodschappen doen’ en ‘Recreatief totaal en overig’ significant afgenomen, respectievelijk met 12 procent en 15 procent. Op weekend- en feestdagen is alleen het aantal verplaatsingen voor het motief ‘Recreatief totaal en overig’ van 2023 naar 2024 afgenomen met 7 procent.
Gemiddelde afstand per verplaatsing
De gemiddelde afstand per reguliere verplaatsing op een gemiddelde dag, op een gemiddelde werkdag en op een gemiddelde weekend- en feestdag in 2024 verschilt niet significant van die in ODiN. Op alle drie type dagen zijn er geen significante verschillen in de verplaatsingsafstand vergeleken met een jaar eerder. Ook zijn er in 2024 geen verschillen per vervoerwijze en per motief in vergelijking met 2023. Gezien de resultaten op landelijk niveau, zijn deze resultaten vermoedelijk geraakt door de methodebreuk.