ODiN 2024 Metropoolregio Rotterdam Den Haag
EindrapportageOver deze publicatie
Het onderzoek Onderweg in Nederland (ODiN) verschaft adequate informatie over de dagelijkse mobiliteit van de Nederlandse bevolking beschreven naar plaats van herkomst, bestemming, tijdstip waarop het vervoer plaatsvindt, gebruikte vervoermiddelen en de reismotieven voor de verplaatsingen. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. De eindrapportage bevat de resultaten over het onderzoeksjaar 2024 in het meerwerkgebied Metropoolregio Rotterdam Den Haag en deze worden vergeleken met de resultaten van voorgaande ODiN-jaren.
Methodebreuk
Bij het analyseren van de resultaten van het onderzoek Onderweg in Nederland 2024 (ODiN) is een methodebreuk geconstateerd. Dit betekent dat de uitkomsten van 2024 niet zomaar vergelijkbaar zijn met de resultaten van eerdere jaren. Meer informatie hierover is ook te vinden in de landelijke plausibiliteitsrapportage en in de speciale bijsluiter bij het bestand van ODiN 2024.
1. Inleiding
In deze rapportage staan de belangrijkste resultaten van het onderzoek Onderweg in Nederland 2024 met betrekking tot het meerwerkgebied van de metropoolregio Rotterdam Den Haag.
Methodebreuk
Bij het analyseren van de gegevens van het onderzoek Onderweg in Nederland 2024 (ODiN) is een methodebreuk geconstateerd. In 2024 heeft het onderzoek een aantal wijzigingen ondergaan die waarschijnlijk een onverwacht effect hebben gehad op de ODiN-cijfers van 2024. Opvallende verschuivingen in de landelijke resultaten van ODiN 2024 ten opzichte van het voorgaande onderzoeksjaar zijn:
- Daling van de verkeersdeelname met 3%.
- Daling van het aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag met 9%.
- Daling van de totale vervoersprestatie met 2%.
- Afname van het aantal verplaatsingen over een korte afstand.
Op grond van onder andere bovenstaande resultaten acht het CBS ODiN 2024 niet plausibel voor de vergelijking met voorgaande onderzoeksjaren van het ODiN. In ODiN 2023 heeft de waarneming wel op dezelfde manier als in alle voorafgaande jaren plaatsgevonden. De verschillen van ODiN 2024 vergeleken met voorgaande jaren geven aan dat mogelijk een deel van het totale mobiliteitsgedrag van de Nederlandse bevolking dat met ODiN wordt verzameld, ontbreekt in 2024.
Elk jaar zijn er kleine wijzigingen van het onderzoek, die altijd worden toegelicht in de landelijke plausibiliteitsrapportage en onderzoeksbeschrijving van ODiN. Vooraf wordt stilgestaan bij de mogelijke gevolgen van wijzigingen op de resultaten en wordt zo nodig een onderzoek uitgevoerd om daarover duidelijkheid te krijgen. Deze werkwijze heeft bij eerdere jaren van ODiN geen methodebreuk aan het licht gebracht. Onderzoek van de veranderingen die in ODiN 2024 zijn doorgevoerd geeft als meest waarschijnlijke verklaring dat een wijziging in de aanschrijfbrief aan respondenten de methodebreuk heeft veroorzaakt. Met het inkorten van de brief zijn er ook enkele voorbeelden weggelaten. Hierdoor hebben respondenten in vergelijking met voorgaande jaren mogelijk een ander beeld gekregen van wat hun wordt gevraagd aan verplaatsingen in te vullen. Daarmee zijn in ODiN 2024 deels andere resultaten verzameld dan in ODiN 2023. Er is vastgesteld dat het onderzoek verder correct is uitgevoerd, maar door de wijziging van de aanschrijfbrief zijn er andere resultaten verzameld dan in 2023. Geconstateerd is dat er onder andere minder korte verplaatsingen zijn verzameld dan in 2023 en ook meer mensen hebben opgegeven dat zij die dag geen verplaatsing hebben gemaakt.
Deze resultaten, in combinatie met de gewijzigde uitleg in de aanschrijfbrief zijn een indicatie voor het beeld dat uit ODiN 2024 komt dat (een deel van) de respondenten voor ogen had dat ‘korte verplaatsingen’ niet opgegeven hoefden te worden, of dat die niet belangrijk genoeg waren om te noteren tijdens het invullen van de enquête. De resultaten van ODiN 2024 zijn verder op dezelfde manier gaafgemaakt en berekend, net als in voorgaande jaren. Op zichzelf staand is ODiN 2024 een bruikbaar bestand maar de resultaten kunnen door de methodebreuk niet goed worden vergeleken met voorafgaande jaren.
Tijdens het analyseren van de eerste resultaten op basis van ODiN 2024 in april en mei 2025 is de methodebreuk ontdekt. Op dat moment was ODiN 2025 al in het veld en daarin is dezelfde aanschrijfbrief gebruikt als in ODiN 2024. Dat betekent dat ook in ODiN 2025 dezelfde methodebreuk ten opzichte van 2023 en voorgaande jaren verwacht kan worden als in ODiN 2024. Het CBS zal in overleg met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat als opdrachtgever van het ODiN verder onderzoek doen naar de methodebreuk en mogelijkheden om de aanschrijfbrief te verbeteren voor latere onderzoeksjaren van het ODiN, op zijn vroegst vanaf ODiN 2026.
In de landelijke plausibiliteitsrapportage over ODiN 2024 (CBS, 2025) en de speciale bijsluiter bij het databestand van ODiN 2024 staat meer informatie over de methodebreuk. Het vervolg van deze eindrapportage heeft verder dezelfde opzet als de reguliere rapporten van voorgaande jaren.
1.1 Landelijk ODiN onderzoek
Het onderzoek Onderweg in Nederland (ODiN) is het nationale mobiliteitsonderzoek onder inwoners van Nederland. Verplaatsingsonderzoek kent in Nederland een lange geschiedenis. Van 1978 tot en met 2003 is er het Onderzoek Verplaatsingsgedrag (OVG) dat werd uitgevoerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In de periode 2004 tot en met 2009 werd het onderzoek in opdracht van Rijkswaterstaat uitgevoerd door het bureau SocialData onder de naam Mobiliteitsonderzoek Nederland (MON). Van 2010 tot en met 2017 voerde het CBS het Onderzoek Verplaatsingen in Nederland (OViN) uit. Sinds 1 januari 2018 is het verplaatsingsonderzoek sterk gewijzigd en wordt het uitgevoerd onder de naam Onderweg in Nederland (ODiN).
In deze eindrapportage worden de resultaten van ODiN 2024 in het meerwerkgebied van de metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) gepresenteerd. De resultaten zijn niet enkel gebaseerd op de responsen uit de steekproef van het meerwerk, maar op alle responsen van inwoners uit de metropoolregio, dus ook die vanuit de landelijke steekproef. Al deze responsen zijn onderdeel van één geïntegreerd bestand en alle responsen in dat bestand worden gezamenlijk gewogen. De significante verschillen in de uitkomsten tussen de opeenvolgende jaren zijn in de tabellen aangegeven. De mutaties van 2024 ten opzichte van 2023 worden getoetst op basis van statistische marges.
Naast voorliggende rapportage met resultaten van ODiN 2024 betreffende de MRDH is er ook een onderzoeksbeschrijving van het ODiN 2024 en een landelijke plausibiliteitsrapportage. Deze bieden meer achtergrondinformatie over (de resultaten van) het onderzoek.
Belangrijke informatie specifiek over het meerwerk MRDH staat in de volgende paragraaf. Verschillen in de onderzoeksmethode tussen ODiN 2023 en ODiN 2024 staan in paragraaf 1.3. In paragraaf 1.4 wordt ingegaan op de betekenis van de indicatoren in deze rapportage. Paragraaf 1.5 bevat informatie over de ongewogen respons. De laatste paragraaf tenslotte bevat de leeswijzer voor de andere hoofdstukken in deze rapportage.
1.2 Meerwerk MRDH
De Metropoolregio Rotterdam Den Haag laat samen met de gemeenten Den Haag en Rotterdam met ingang van 2019 het meerwerk Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) uitvoeren. Het meerwerkgebied behelst de metropoolregio Rotterdam Den Haag en bestaat in 2024 uit 21 gemeenten in de provincie Zuid-Holland. De steekproef voor het meerwerk MRDH betreft respondenten woonachtig in die regio. In bijlage A is de gebiedsindeling in meer detail uitgewerkt.
Voor het totale meerwerkgebied MRDH is de responseis 5.529 respondenten uit enkel de meerwerksteekproef. Voor elk van de zestien deelgebieden van het meerwerkgebied geldt tevens een responswens van minimaal 700 responsen afkomstig uit zowel de landelijke als de meerwerksteekproef.
1.3 Belangrijke verschillen tussen ODiN 2024 en ODiN 2023 – mogelijke methodebreuk
In 2024 heeft het onderzoek een aantal wijzigingen ondergaan die de vergelijkbaarheid met het vorige jaar kunnen beïnvloeden.
De wijzigingen in het onderzoeksproces van ODiN 2024 met een mogelijke impact op de resultaten worden hieronder vermeld. Er zijn echter meer wijzigingen geweest in het onderzoeksproces. Een volledig overzicht van de verschillen en meer detailinformatie is te vinden in de Onderzoeksbeschrijving van ODiN 2024.
Wijziging meerwerk
Voor het meerwerk Noordvleugel is in 2024 voor alle stadsdelen van de gemeente Amsterdam een responswens gehanteerd van 250 respondenten. Vorig jaar was die wens alleen voor het stadsdeel Zuidoost en voor het stadsgebied Weesp van toepassing.
Wijzigingen herkomst
In het voorgaande onderzoeksjaar is een nieuwe herkomstindeling doorgevoerd in de verwerking, de weging en het databestand. Het is een driedeling naar herkomstland: Nederland, Europa (excl. Nederland) en Buiten Europa. In ODiN 2024 is deze indeling ook doorgevoerd in de steekproeftrekking en de respondentbenadering.
Wijzigingen brieven
Met ingang van ODiN 2024 zijn de aanschrijfbrief en rappelbrieven van ODiN enigszins verkort met als doel dat deze beter gelezen en begrepen worden. Zoals in de inleidende paragraaf wordt toegelicht heeft deze aanpassing waarschijnlijk tot gevolg gehad dat een methodebreuk met voorgaande ODiN jaren is opgetreden.
Folderexperiment
In 2024 is tot en met weekportie 18 van het veldwerk een experiment uitgevoerd waarbij de effecten van het wel of niet meesturen van een folder op het responspercentage zijn onderzocht voor de drie verschillende groepen van Herkomstland (Nederland; Europa (excl. NL); Buiten-Europa). De resultaten van het experiment hebben geleid tot het besluit om met ingang van ODiN 2025 geen folder meer mee te sturen.
Wijzigingen incentive
Tot en met ODiN 2023 kon de respondent kiezen uit een set VVV-cadeaukaarten of een iPad als kansincentive. Gedurende de looptijd van het folderexperiment bestond de incentive enkel uit verloting van de VVV-cadeaukaarten (er was dus geen keuzemogelijkheid). Met ingang van weekportie 19 heeft de respondent voor de kansincentive de keuze uit een set VVV-cadeaukaarten of een smartwatch.
1.4 Indicatoren in deze eindrapportage
In de tabellen worden evenals in voorgaande jaren de waarden van verschillende indicatoren per jaar weergegeven. In deze rapportage betreft het de ODiN-jaren 2019 tot en met 2024. Daarbij dient opgemerkt te worden dat in 2020 en 2021 en in het begin van 2022 afwisselend diverse mobiliteits-beïnvloedende maatregelen van toepassing waren in verband met covid-19.
Het onderzoek wordt uitgevoerd onder personen van 6 jaar of ouder in particuliere huishoudens in Nederland. Dat wil zeggen dat personen in instellingen, inrichtingen en tehuizen niet tot de doelpopulatie behoren. Voor deze rapportage is de doelpopulatie verder afgebakend tot enkel de inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag. Alle in deze rapportage opgenomen indicatoren hebben dus betrekking op deze afbakening van de doelpopulatie en daarbij wordt gerekend met de populatie per 1 juli van het betreffende onderzoeksjaar.
Veel van de indicatoren zijn gebaseerd op reguliere verplaatsingen. Daarbij gaat het om:
Dagelijkse mobiliteit van de Nederlandse bevolking van 6 jaar of ouder in particuliere huishoudens
- op Nederlands grondgebied
- inclusief vakantieverplaatsingen
- exclusief (werkgerelateerde) serieverplaatsingen
- exclusief beroepsmatige verplaatsingen met een zwaar vrachtvoertuig
- exclusief ritten met een vliegtuig.
Serieverplaatsingen bestaan uit twee of meer opeenvolgende verplaatsingen met een werkgerelateerd doel (werken, zakelijk of beroepsmatig). Een serieverplaatsing wordt vrijwel altijd vooraf gegaan door 1 afzonderlijk uitgevraagde werkgerelateerde verplaatsing1). Dit betekent dat wanneer er bij een respondent sprake is van een serieverplaatsing, deze respondent minimaal 3 werklocaties achter elkaar bezocht heeft. Wanneer er slechts 2 opeenvolgende werkgerelateerde verplaatsingen hebben plaatsgevonden, dan zijn beide verplaatsingen wel afzonderlijk uitgevraagd. Deze afzonderlijk uitgevraagde werkgerelateerde verplaatsingen worden in ODiN beschouwd als reguliere verplaatsingen. Ook bij de resultaten van serieverplaatsingen worden de afgelegde kilometers met een vliegtuig en met een zwaar vrachtvoertuig niet meegeteld.
De voornaamste indicator in deze rapportage is de totale vervoersprestatie (reizigerskilometers) van inwoners van metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder in Nederland per jaar per vervoerwijze. Deze bestaat uit de totale afgelegde afstand van reguliere verplaatsingen en de serieverplaatsingen. De totale vervoersprestatie wordt uitgesplitst naar type vervoerwijze. In de analyse wordt bepaald of de reizigerskilometers naar vervoerwijze significant zijn gewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. Dit geldt ook voor de overige indicatoren in deze rapportage.
De eindrapportage richt zich vooral op het belangrijkste bestandsdeel van de totale vervoersprestatie: de reguliere verplaatsingen. Deze omvatten landelijk gezien circa 96 procent van het totale aantal reizigerskilometers van personen van 6 jaar of ouder. Het totaal aantal reguliere reizigerskilometers is de gemiddelde afstand per reguliere verplaatsing maal het gemiddelde aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag maal het aantal personen van 6 jaar of ouder maal het aantal dagen in het jaar. De gemiddelde afstand per reguliere verplaatsing en het gemiddelde aantal reguliere verplaatsingen per persoon van 6 jaar of ouder per dag zijn dus de bepalende variabelen uit ODiN voor het totale aantal reizigerskilometers. De totale reizigerskilometers, de reguliere reizigerskilometers, de gemiddelde afstand per reguliere verplaatsing en het gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag worden in de rapportage afzonderlijk gepresenteerd. Zij worden uitgesplitst naar vervoerwijze en/of verplaatsingsmotief.
De verkeersdeelname en de deelname aan het openbaar vervoer zijn eveneens belangrijke indicatoren. Zij worden uitgesplitst naar het persoonskenmerk geslacht en de verkeersdeelname wordt ook uitgesplitst naar type dag. Een persoon neemt aan het verkeer deel als deze minimaal één reguliere verplaatsing of minimaal één serieverplaatsing op een dag maakt in Nederland. Ook personen die enkel vakantieverplaatsingen hebben gemaakt tellen dus mee bij het bepalen van de verkeersdeelnemers. Niet mee tellen zijn personen met uitsluitend (beroepsmatig) wegvervoer met een zwaar vrachtvoertuig en uiteraard tellen niet mee personen met enkel verplaatsingen geheel in het buitenland. Deze laatsten worden meegeteld bij de ‘thuisblijvers’.
Betrouwbaarheid en significantie
In deze rapportage worden enkel cijfers gepresenteerd die statistisch betrouwbaar geacht worden. Mocht dat niet het geval zijn, dan wordt geen waarde gepresenteerd, maar in plaats daarvan een punt. Daarbij hanteren we de vuistregel dat de waarde betrouwbaar wordt geacht indien het aantal unieke respondenten dat bijdraagt aan de schatting minimaal 50 is en de relatieve marge niet groter is dan 50%. De significantie van jaar-op-jaar-verschillen is bepaald met behulp van betrouwbaarheidsintervallen waarvan met 95% zekerheid verwacht wordt dat de werkelijke waarde er binnen ligt. In de tabellen worden significante verschillen ten opzichte van het voorgaande jaar met een asterisk weergegeven.
1.5 Ongewogen responsinformatie
In tabel 1.5.1 staan de responseisen en behaalde responsaantallen voor de steekproef van het meerwerk MRDH per onderzoekjaar vermeld.
| ODiN 2019 | ODiN 2020 | ODiN 2021 | ODiN 2022 | ODiN 2023 | ODiN 2024 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Responseis | 5 529 | 5 529 | 5 529 | 5 529 | 5 529 | 5 529 |
| Behaalde respons | 5 894 | 6 371 | 7 006 | 6 168 | 6 498 | 6 740 |
In tabel 1.5.2 staat het aantal respondenten woonachtig in het meerwerkgebied MRDH uit de diverse steekproeven per onderzoekjaar vermeld.
| ODiN 2018 | ODiN 2019 | ODiN 2020 | ODiN 2021 | ODiN 2022 | ODiN 2023 | ODiN 2024 | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 6 826 | 11 567 | 12 703 | 13 831 | 12 318 | 12 701 | 13 499 |
| Landelijke steekproef | 6 826 | 5 674 | 6 336 | 6 838 | 6 153 | 6 215 | 6 772 |
| Steekproef Noordvleugel | 0 | 0 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 |
| Steekproef MRDH | - | 5 893 | 6 364 | 6 993 | 6 163 | 6 485 | 6 727 |
| Steekproef Utrecht | - | - | 2 | 0 | 2 | 1 | 0 |
Merk op dat personen uit de meerwerksteekproef woonachtig in het meerwerkgebied MRDH gedurende het dataverzamelingstraject kunnen verhuizen naar een locatie buiten de meerwerkregio. Tevens kan het zo zijn dat er steekproefpersonen uit een andere steekproef verhuizen naar de meerwerkregio MRDH en vervolgens responderen. Dit verklaart verschillen tussen de cijfers over de MRDH in tabel 1.5.1 en tabel 1.5.2.
1.6 Indeling van de rapportage
De indeling van de rapportage is als volgt. In hoofdstuk 2 worden de reizigerskilometers van de inwoners van het meerwerkgebied MRDH gepresenteerd. De resultaten worden weergegeven naar vervoerwijze en reismotief. In hoofdstuk 3 volgt het gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag en in hoofdstuk 4 de gemiddelde afstand per verplaatsing. In hoofdstuk 5 komt de verkeersdeelname en deelname aan het openbaar vervoer aan bod. Tot slot volgt hoofdstuk 6 met een samenvatting. Bijlage A bevat een beschrijving van het meerwerkgebied. De marges behorende bij de gepresenteerde cijfers in de hoofdstukken 2 tot en met 5 zijn te vinden in bijlage B.
2. Reizigerskilometers
In dit hoofdstuk worden reizigerskilometers per jaar van 2019 tot en met 2024 gepresenteerd. De ODiN-bestanden bevatten de totale reizigerskilometers van inwoners van 6 jaar of ouder in particuliere huishoudens in Nederland gebaseerd op uitvraag via internet (cawi-only).
Bij het vergelijken van de cijfers in dit hoofdstuk dient rekening te worden gehouden met het feit dat het aantal kilometers per jaar afhankelijk is van het aantal dagen van het jaar (wel of geen schrikkeljaar), maar dat dit bijvoorbeeld ook afhankelijk kan zijn van het aantal doordeweekse dagen, weekenddagen en werkdagen in een jaar (zie bijlage C voor een overzicht met de verschillen per jaar).
Totale vervoersprestatie
De totale vervoersprestatie in tabel 2.1 betreft alle reizigerskilometers per jaar in Nederland van inwoners in particuliere huishoudens van de regio MRDH van 6 jaar of ouder voor alle dagen van de week. Zoals gebruikelijk voor de reizigerskilometers zijn de afstanden gebaseerd op de ritinformatie2). De totale vervoersprestatie omvat zowel reizigerskilometers van reguliere verplaatsingen als van serieverplaatsingen:
Totale vervoersprestatie = reizigerskilometers reguliere verplaatsingen +
reizigerskilometers serieverplaatsingen
Daarbij zijn serieverplaatsingen clusters van 3 of meer achtereenvolgende verplaatsingen met altijd een werkgerelateerd motief (dat zijn de twee motieven: 'Van en naar het werk' en 'Zakelijk en beroepsmatig')3). Zo'n cluster van verplaatsingen dat een serieverplaatsing vormt is in de vragenlijst als een geheel uitgevraagd.
Reguliere verplaatsingen bevatten zowel verplaatsingen met werkgerelateerde motieven (de twee hierboven genoemde motieven) als verplaatsingen met niet-werkgerelateerde motieven (zoals 'Onderwijs of cursus volgen' en 'Winkelen en boodschappen doen'). De verplaatsingen met werkgerelateerde motieven die behoren tot de reguliere verplaatsingen zijn enkel afzonderlijk uitgevraagde verplaatsingen en dus niet de clusters van 3 of meer opeenvolgende werkgerelateerde verplaatsingen die als een geheel zijn uitgevraagd (de serieverplaatsingen).
Het werkgerelateerde motief 'Zakelijk en beroepsmatig' is te splitsen in een deel 'Zakelijk' en een deel 'Beroepsmatig'. In dit hoofdstuk is een aantal tabellen met reguliere reizigerskilometers opgedeeld naar de motieven 'beroepsmatig' en 'niet-beroepsmatig':
Reguliere reizigerskilometers = beroepsmatige reguliere reizigerskilometers + niet-beroepsmatige reguliere reizigerskilometers
Beroepsmatige reguliere reizigerskilometers zijn afgesplitst van het motief 'Zakelijk en beroepsmatig'. Niet-beroepsmatige reguliere reizigerskilometers bevatten dus alle reguliere verplaatsingen met niet-werkgerelateerde motieven plus de kilometers van reguliere verplaatsingen met het motief 'Van en naar het werk' en het deel 'Zakelijk' van het motief 'Zakelijk en beroepsmatig'.
In ODiN worden reizigerskilometers ten behoeve van en tijdens binnenlandse vakanties bij de reguliere verplaatsingen meegeteld. Wegvervoer (beroepsmatig) met vrachtwagens behoort niet tot de scope van het onderzoek en is dus geen onderdeel van de cijfers. Zoals gebruikelijk voor de reizigerskilometers zijn de afstanden gebaseerd op de ritinformatie.
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 25 950 | 17 212* | 19 925* | 20 872 | 23 574* | 22 669 | -4 |
| Personenauto als bestuurder | 11 519 | 8 510* | 8 946 | 9 448 | 10 617* | 10 357 | -2 |
| Personenauto als passagier | 4 535 | 3 234* | 3 913* | 3 798 | 4 044 | 3 642 | -10 |
| Trein | 3 130 | 962* | 1 456* | 1 898* | 2 965* | 2 929 | -1 |
| Bus/tram/metro | 1 781 | 693* | 865* | 1 258* | 1 469* | 1 520 | +3 |
| Brom-/snorfiets | 186 | 133 | 155 | 179 | 173 | 142 | -18 |
| Fiets2) | 2 061 | 1 783* | 1 811 | 2 107* | 2 034 | 2 002 | -2 |
| Lopen | 791 | 910* | 1 175* | 1 032* | 1 014 | 852* | -16 |
| Overig (incl. bestelauto) | 1 947* | 987* | 1 604* | 1 152* | 1 259 | 1 225 | -3 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. | |||||||
De totale vervoersprestatie in tabel 2.1 is uitgesplitst naar vervoerwijze. Zoals gebruikelijk voor de reizigerskilometers in ODiN zijn de afstanden gebaseerd op ritinformatie. In 2024 bedraagt de totale vervoersprestatie bijna 22,7 miljard reizigerskilometers. Dat is geen significant verschil vergeleken met 2023. Het valt niet uit te sluiten dat deze uitkomst is geraakt door de methodebreuk.
De enige significante verschillen in 2024 in vergelijking met 2023 zijn gevonden bij de modaliteit lopen. De vervoersprestatie voor lopen nam af met -16 procent. Deze uitkomst is ook geraakt door de methodebreuk en lijkt niet plausibel.
Reguliere reizigerskilometers
Tabel 2.2 bevat de reguliere reizigerskilometers onderverdeeld naar vervoerwijze. Het verschil tussen de totale vervoersprestatie in tabel 2.1 met het totaal aantal reizigerskilometers uit tabel 2.2 in 2024 is circa 790 miljoen kilometers afgelegd tijdens (werkgerelateerde) serieverplaatsingen. Deze worden immers alleen bij de totale vervoersprestatie meegeteld in tabel 2.1. In 2023 was het aantal kilometers afgelegd tijdens serieverplaatsingen circa 712 miljoen, in 2022 582 miljoen, in 2021 970 miljoen, in 2020 437 miljoen en in 2019 898 miljoen kilometer.
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 25 052 | 16 775* | 18 955* | 20 290* | 22 862* | 21 879 | -4 |
| Personenauto als bestuurder | 11 256 | 8 331* | 8 626 | 9 193 | 10 472* | 9 985 | -5 |
| Personenauto als passagier | 4 535 | 3 234* | 3 913* | 3 798 | 4 044 | 3 642 | -10 |
| Trein | 3 125 | 962* | 1 412* | 1 898* | 2 831* | 2 914 | +3 |
| Bus/tram/metro | 1 772 | 685* | 843* | 1 225* | 1 450* | 1 502 | +4 |
| Brom-/snorfiets | 186 | 129* | 140 | 179 | 173 | 139 | -20 |
| Fiets2) | 2 041 | 1 761* | 1 783 | 2 079* | 2 013 | 1 973 | -2 |
| Lopen | 790 | 910* | 1 174* | 1 032* | 1 013 | 851* | -16 |
| Overig (incl. bestelauto) | 1 347* | 763* | 1 063* | 887 | 867 | 872 | +1 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. | |||||||
Uit de gegevens in tabel 2.2 volgt dat het totaal aantal reguliere reizigerskilometers in 2024 bijna 22 miljard bedraagt, dit is geen significant verschil ten opzichte van 2023. Het aantal reguliere reizigerskilometers voor de modaliteit lopen is daarentegen wel significant gewijzigd. De reizigerskilometers te voet zijn afgenomen met 16 procent in 2024 vergeleken met 2023. Dit loopcijfer lijkt echter niet plausibel. Uit extra onderzoek naar aanleiding van de methodebreuk blijkt dat er minder korte verplaatsingen zijn opgegeven door respondenten. Mogelijk heeft dit bijgedragen aan de afname van de loopkilometers.
Reguliere reizigerskilometers: niet-beroepsmatig en beroepsmatig
In tabel 2.3a en 2.3b zijn de reizigerskilometers weergegeven uitgesplitst naar enerzijds niet-beroepsmatige reguliere reizigerskilometers en anderzijds beroepsmatige reguliere reizigerskilometers.
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 24 181 | 16 226* | 18 392* | 19 726* | 22 226* | 21 337 | -4 |
| Personenauto als bestuurder | 10 840 | 8 052* | 8 379 | 8 898 | 10 143* | 9 677 | -5 |
| Personenauto als passagier | 4 497 | 3 191* | 3 878* | 3 780 | 4 031 | 3 630 | -10 |
| Trein | 3 106 | 955* | 1 386* | 1 897* | 2 803* | 2 880 | +3 |
| Bus/tram/metro | 1 737 | 681* | 831* | 1 206* | 1 432* | 1 489 | +4 |
| Brom-/snorfiets | 183 | 127* | 139 | 178 | 172 | 135 | -21 |
| Fiets2) | 2 019 | 1 741* | 1 758 | 2 052* | 1 994 | 1 953 | -2 |
| Lopen | 785 | 908* | 1 172* | 1 029* | 1 009 | 849* | -16 |
| Overig (incl. bestelauto) | 1 014 | 572* | 848* | 686 | 642 | 724 | +13 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. | |||||||
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 872* | 548* | 563 | 564 | 636 | 542 | -15 |
| Personenauto als bestuurder | 416* | 279 | 246 | 295 | 329 | 308 | -6 |
| Trein/bus/tram/metro | . | . | . | . | . | . | . |
| Fiets en lopen2) | 27 | . | 27 | 29 | 23 | 23 | -1 |
| Bestelauto | 302 | . | 171 | . | . | . | . |
| Overig (incl. personenauto als passagier en brom-/snorfiets) | . | . | . | . | . | . | . |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. | |||||||
Het totaal aantal niet-beroepsmatig afgelegde kilometers is in 2024 niet gewijzigd ten opzichte van 2023. Gelet op de verdeling van de reguliere niet-beroepsmatige kilometers naar vervoerwijze blijkt uit de gegevens van tabel 2.3a dat het aantal afgelegde reizigerskilometers door inwoners van MRDH in 2024 alleen voor lopen is gewijzigd. Het totaal aantal niet-beroepsmatig afgelegde kilometers voor lopen nam af met -16 procent ten opzichte van 2023. Wederom is deze uitkomst geraakt door de methodebreuk.
De kilometers met alleen beroepsmatige motieven in 2024 zijn niet significant gewijzigd ten opzichte van 2023 (tabel 2.3b); ook niet voor een bepaalde vervoerwijze. Verder blijkt uit tabel 2.3b met beroepsmatig gereden kilometers in 2024, dat het aantal respondenten voor de categorieën ‘trein/bus/tram/metro', 'bestelauto' en 'overig' te klein is (minder dan 50 waarnemingen in de cel) of de relatieve marge te groot is (meer dan 50%) om van een betrouwbaar cijfer te kunnen spreken. Daarom is bij deze waarden een punt gezet.
Reguliere reizigerskilometers op doordeweekse dagen: alle motieven en niet-beroepsmatig
Tabellen 2.4a en 2.4b bevatten reguliere reizigerskilometers gemaakt op de doordeweekse dagen maandag tot en met vrijdag, ongeacht of het een feestdag is of niet. De doordeweekse reizigerskilometers zijn vervolgens uitgesplitst naar reguliere reizigerskilometers (inclusief beroepsmatige kilometers) en reguliere reizigerskilometers exclusief beroepsmatige reguliere reizigerskilometers. Ook in deze tabel zijn dus geen kilometers van (werkgerelateerde) serieverplaatsingen van ODiN opgenomen.
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 18 213 | 11 926* | 13 059* | 14 056* | 16 017* | 15 429 | -4 |
| Personenauto als bestuurder | 8 572 | 6 220* | 6 126 | 6 655 | 7 323 | 7 305 | 0 |
| Personenauto als passagier | 2 306 | 1 692* | 2 141* | 1 844 | 2 037 | 1 913 | -6 |
| Trein | 2 464 | 798* | 1 013 | 1 388* | 2 298* | 2 094 | -9 |
| Bus/tram/metro | 1 511 | 553* | 695* | 997* | 1 187* | 1 208 | +2 |
| Brom-/snorfiets | 158 | 96* | 120 | 148 | 135 | 98 | -27 |
| Fiets2) | 1 579 | 1 332* | 1 329 | 1 567* | 1 572 | 1 506 | -4 |
| Lopen | 585 | 649* | 824* | 722* | 707 | 596* | -16 |
| Overig (incl. bestelauto) | 1 039 | 586* | 810 | 735 | 757 | 709 | -6 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Doordeweekse dagen, dus maandag tot en met vrijdag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. | |||||||
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 17 425 | 11 429* | 12 584* | 13 567* | 15 423* | 14 939 | -3 |
| Personenauto als bestuurder | 8 169 | 5 951* | 5 904 | 6 406 | 7 016 | 7 040 | 0 |
| Personenauto als passagier | 2 274 | 1 685* | 2 129* | 1 829 | 2 024 | 1 902 | -6 |
| Trein | 2 444 | 791* | 995 | 1 387* | 2 271* | 2 061 | -9 |
| Bus/tram/metro | 1 476 | 549* | 684* | 978* | 1 171* | 1 196 | +2 |
| Brom-/snorfiets | 155 | 95* | 119 | 147 | 134 | 95 | -29 |
| Fiets2) | 1 559 | 1 315* | 1 315 | 1 548* | 1 559 | 1 488 | -5 |
| Lopen | 581 | 647* | 822* | 719* | 704 | 594* | -16 |
| Overig (incl. bestelauto) | 766 | 397* | 615* | 553 | 546 | 562 | +3 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Doordeweekse dagen, dus maandag tot en met vrijdag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. | |||||||
Inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder legden in 2024 ruim 15 miljard reguliere reizigerskilometers af op doordeweekse dagen. Dat verschilt niet significant met een jaar eerder.
Het verschil tussen het totaal aantal kilometers in tabel 2.4a en tabel 2.4b bestaat uit reguliere reizigerskilometers gemaakt voor beroepsmatige motieven in 2024 op doordeweekse dagen. Echter dit verschil is gebaseerd op slechts 47 waarnemingen, hiermee dient bij de interpretatie rekening te worden gehouden.
Het aantal reizigerskilometers op doordeweekse dagen voor lopen in 2024 is met -16 procent afgenomen voor ‘alle motieven’ en de ‘niet-beroepsmatige motieven’ ten opzichte van 2023. De genoemde significante dalingen voor lopen zijn mogelijk mede veroorzaakt door de methodebreuk.
Reguliere reizigerskilometers op werkdagen: alle motieven en niet-beroepsmatig
Tabel 2.5a en tabel 2.5b bevatten een indeling die vergelijkbaar is met die van de twee voorgaande tabellen. Het verschil is de selectie van het type dag. De tabellen 2.5a en 2.5b bevatten de resultaten op werkdagen, oftewel de doordeweekse dagen maandag tot en met vrijdag uitgezonderd feestdagen. Het verschil tussen tabel 2.5a en tabel 2.4a is het aantal reizigerskilometers afgelegd op doordeweekse feestdagen door inwoners van de metropoolregio.
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 17 874 | 11 646* | 12 729* | 13 649* | 15 469* | 14 871 | -4 |
| Personenauto als bestuurder | 8 382 | 6 094* | 5 954 | 6 453 | 7 073 | 7 026 | -1 |
| Personenauto als passagier | 2 236 | 1 617* | 2 038* | 1 751 | 1 911 | 1 741 | -9 |
| Trein | 2 443 | 788* | 1 008 | 1 343* | 2 242* | 2 056 | -8 |
| Bus/tram/metro | 1 504 | 550* | 691* | 987* | 1 159* | 1 187 | +2 |
| Brom-/snorfiets | 157 | 96* | 118 | 146 | 134 | 98 | -27 |
| Fiets2) | 1 555 | 1 302* | 1 308 | 1 534* | 1 541 | 1 478 | -4 |
| Lopen | 571 | 627* | 805* | 704* | 683 | 582* | -15 |
| Overig (incl. bestelauto) | 1 026* | 572* | 807 | 731 | 726 | 703 | -3 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. | |||||||
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 17 119 | 11 168* | 12 254* | 13 163* | 14 883* | 14 382 | -3 |
| Personenauto als bestuurder | 7 999 | 5 841* | 5 731 | 6 206 | 6 772 | 6 761 | 0 |
| Personenauto als passagier | 2 204 | 1 610* | 2 026* | 1 736 | 1 898 | 1 730 | -9 |
| Trein | 2 423 | 781* | 991 | 1 342* | 2 215* | 2 023 | -9 |
| Bus/tram/metro | 1 469 | 546* | 681* | 968* | 1 143* | 1 177 | +3 |
| Brom-/snorfiets | 155 | 95* | 117 | 145 | 132 | 94 | -29 |
| Fiets2) | 1 537 | 1 284* | 1 293 | 1 515* | 1 527 | 1 461 | -4 |
| Lopen | 568 | 626* | 803* | 701* | 680 | 580* | -15 |
| Overig (incl. bestelauto) | 765 | 386* | 611* | 550 | 515 | 556 | +8 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. | |||||||
De schattingen in tabel 2.5a en tabel 2.5b over de metropoolregio Rotterdam Den Haag zijn gebaseerd op alle motieven enerzijds en de niet-beroepsmatige motieven anderzijds. Het verschil tussen de schattingen van beide tabellen is gebaseerd op slechts 46 waarnemingen. Hiermee dient bij de interpretatie rekening te worden gehouden.
Het aantal reizigerskilometers op werkdagen voor alle motieven en de ‘niet-beroepsmatige motieven’ zijn alleen gewijzigd voor de vervoerwijze lopen. In 2024 nam het aantal reizigerskilometers op werkdagen voor alle motieven en de ‘niet-beroepsmatige motieven’ voor lopen met -15 procent af vergeleken met 2023. De genoemde significante dalingen voor lopen zijn mogelijk mede veroorzaakt door de methodebreuk.
Reguliere reizigerskilometers naar reismotief: alle dagen en werkdagen
In de tabellen 2.6a en 2.6b zijn de reguliere reizigerskilometers afgelegd door inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag binnen Nederland, uitgesplitst naar reismotief. Tabel 2.6a bevat cijfers voor alle dagen van de week (zondag tot en met zaterdag) en tabel 2.6b voor werkdagen (doordeweekse dagen uitgezonderd feestdagen).
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 25 052 | 16 775* | 18 955* | 20 290* | 22 862* | 21 879 | -4 |
| Van en naar het werk | 6 601 | 4 037* | 3 723 | 4 913* | 5 691* | 5 826 | +2 |
| Zakelijk en beroepsmatig | 2 366* | 1 064* | 1 081 | 1 373 | 1 404 | 1 267 | -10 |
| Diensten en verzorging | 547 | 394* | 511* | 390* | 462 | 434 | -6 |
| Winkelen en boodschappen doen | 2 164 | 1 712* | 1 899 | 1 980 | 2 225 | 2 137 | -4 |
| Onderwijs of cursus volgen | 1 382 | 667* | 942* | 994 | 1 188 | 1 163 | -2 |
| Recreatief totaal en overig | 11 993 | 8 900* | 10 799* | 10 641 | 11 892* | 11 051 | -7 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. | |||||||
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 17 874 | 11 646* | 12 729* | 13 649* | 15 469* | 14 871 | -4 |
| Van en naar het werk | 6 203 | 3 677* | 3 363 | 4 604* | 5 279* | 5 491 | +4 |
| Zakelijk en beroepsmatig | 2 203* | 964* | 938 | 1 214 | 1 239 | 1 170 | -6 |
| Diensten en verzorging | 509 | 332* | 435* | 367 | 414 | 383 | -8 |
| Winkelen en boodschappen doen | 1 356 | 1 084 | 1 193 | 1 214 | 1 308 | 1 236 | -5 |
| Onderwijs of cursus volgen | 1 318 | 612* | 839* | 937 | 1 101 | 1 106 | 0 |
| Recreatief totaal en overig | 6 285 | 4 976* | 5 960* | 5 313* | 6 127* | 5486* | -10 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. | |||||||
In ODiN 2024 is 68 procent van alle reguliere reizigerskilometers door inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder afgelegd op werkdagen. In 2023 was dit eveneens 68 procent. In 2022 en 2021 was dit aandeel 67 procent, in 2020 69 procent en in 2019 was dat aandeel 71 procent.
Het totaal aantal reguliere reizigerskilometers op alle dagen van de week is in ODiN 2024 21,9 miljard kilometer. Dat is geen significant verschil ten opzichte van ODiN 2023. Er zijn geen significante verschillen voor het totaal aantal reguliere reizigerskilometers op alle dagen van de week voor de motieven.
Op werkdagen is het totaal aantal reizigerskilometers ook niet significant veranderd in 2024 in vergelijking met een jaar eerder. Naar motief bezien is op werkdagen alleen het aantal reizigerskilometers voor ‘Recreatief totaal en overig’ significant afgenomen vergeleken met 2023, namelijk -10 procent. Deze uitkomst is geraakt door de methodebreuk.
3) Een serieverplaatsing wordt vrijwel altijd voorafgegaan door een afzonderlijk uitgevraagde werkgerelateerde verplaatsing.
3. Gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag
De totale reizigerskilometers zijn te ontleden in aantallen verplaatsingen en de verplaatsingsafstanden. Deze paragraaf richt zich op het gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag naar vervoerwijze en naar motief. Vanzelfsprekend wordt deze indicator in ODiN gebaseerd op verplaatsingsinformatie, terwijl de tabellen in hoofdstuk 2 gebaseerd zijn op ritinformatie. Voor betere leesbaarheid zijn in dit hoofdstuk de cijfers in de tabellen weergegeven per 1.000 personen van 6 jaar of ouder.
Gemiddeld aantal verplaatsingen naar vervoerwijze
In de tabellen 3.1a, 3.1b en 3.1c wordt het gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen in Nederland per 1.000 personen per dag van inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag in particuliere huishoudens vermeld naar hoofdvervoerwijze van de verplaatsing4). De drie tabellen zijn als volgt opgedeeld: cijfers voor alle dagen van de week (zondag tot en met zaterdag; tabel 3.1a), werkdagen (doordeweekse dagen uitgezonderd feestdagen; tabel 3.1b) en weekend- plus feestdagen (tabel 3.1c). Het betreft reguliere verplaatsingen.
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 2 546* | 2 119* | 2 311* | 2 469* | 2 478 | 2 284* | -8 |
| Personenauto als bestuurder | 773 | 622* | 662* | 697 | 699 | 666 | -5 |
| Personenauto als passagier | 275 | 215* | 238* | 234 | 257* | 235* | -9 |
| Trein | 82 | 28* | 38* | 51* | 73* | 75 | +3 |
| Bus/tram/metro | 185 | 85* | 87 | 145* | 151 | 157 | +4 |
| Brom-/snorfiets | 39 | 31 | 32 | 38 | 37 | 31 | -17 |
| Fiets2) | 634 | 526* | 522 | 634* | 592* | 577 | -2 |
| Lopen | 486* | 564* | 665* | 612* | 617 | 495* | -20 |
| Overig (incl. bestelauto) | 72 | 49* | 67* | 58 | 53 | 49 | -8 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. | |||||||
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 2 707 | 2 269* | 2 434* | 2 617* | 2 623 | 2 408* | -8 |
| Personenauto als bestuurder | 818 | 683* | 692 | 735 | 733 | 712 | -3 |
| Personenauto als passagier | 222 | 180* | 203 | 195 | 212 | 192 | -9 |
| Trein | 97 | 34* | 41 | 56* | 86* | 82 | -5 |
| Bus/tram/metro | 217 | 97* | 102 | 161* | 174 | 179 | +3 |
| Brom-/snorfiets | 46 | 33 | 38 | 43 | 41 | 31 | -24 |
| Fiets2) | 711* | 595* | 595 | 711* | 671 | 647 | -4 |
| Lopen | 515* | 593* | 688* | 644* | 644 | 508* | -21 |
| Overig (incl. bestelauto) | 82 | 53* | 74* | 71 | 63 | 57 | -10 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. | |||||||
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 2 151 | 1 782* | 2 034* | 2 128 | 2 156 | 2 005* | -7 |
| Personenauto als bestuurder | 662 | 485* | 595* | 610 | 625 | 561* | -10 |
| Personenauto als passagier | 405 | 292* | 316 | 323 | 358 | 330 | -8 |
| Trein | 45 | . | 30 | 38 | 44 | 59* | +35 |
| Bus/tram/metro | 109 | 59* | 52 | 106* | 99 | 107 | +9 |
| Brom-/snorfiets | . | . | . | . | . | . | . |
| Fiets2) | 446 | 370* | 360 | 457* | 414 | 420 | +1 |
| Lopen | 414 | 497* | 612* | 538* | 557 | 466* | -16 |
| Overig (incl. bestelauto) | 48 | 38 | 50 | 28* | 30 | 31 | +2 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Weekenddagen: zaterdag en zondag. Feestdagen: nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, beide paasdagen, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, beide pinksterdagen, beide kerstdagen en oudjaarsdag. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. | |||||||
Uit tabel 3.1a (alle dagen) volgt dat het gemiddeld aantal verplaatsingen per dag per 1.000 inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag, in 2024 significant lager is dan in 2023 (-8 procent). Dit komt overeen met het landelijk beeld. Ook het gemiddeld aantal verplaatsingen op werkdagen (doordeweekse dagen exclusief feestdagen) en op weekend- en feestdagen nam af in 2024 vergeleken met het jaar ervoor, respectievelijk -8 en -7 procent (tabellen 3.1b en 3.1c). De hoogste aantallen verplaatsingen worden gemaakt op werkdagen en de minste op weekend- en feestdagen.
Uit de analyse per vervoerwijze blijkt dat aantal verplaatsingen voor lopen op ‘alle dagen’ in 2024 is afgenomen met een vijfde. Ook het aantal verplaatsingen gemaakt door inwoners van MRDH als passagier van een personenauto is significant afgenomen (-9 procent). Op landelijk niveau (alle dagen) zijn, naast andere significante afnames van het aantal verplaatsingen naar vervoerwijze, eveneens als door de inwoners van MRDH, significant minder verplaatsingen gemaakt te voet en als personenautopassagier.
Zowel op werkdagen als op weekend- en feestdagen nam het aantal verplaatsingen te voet in 2024 door inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag ook af vergeleken met een jaar eerder, respectievelijk met 21 en 16 procent. Op weekend- en feestdagen nam daarnaast het aantal verplaatsingen als bestuurder van een personenauto significant af met 10 procent. Uit extra onderzoek naar aanleiding van de methodebreuk blijkt dat er minder korte verplaatsingen zijn opgegeven door respondenten. Mogelijk heeft dit bijgedragen aan de bovengenoemde uitkomsten. Op weekend- en feestdagen nam het aantal verplaatsingen met de trein toe met 35 procent. Ter informatie: de NS rapporteerde in haar jaaroverzicht (NS, 2025) eveneens een toename (alle dagen).
Gemiddeld aantal verplaatsingen naar reismotief
In de tabellen 3.2a, 3.2b en 3.2c wordt het gemiddeld aantal verplaatsingen per 1.000 personen per dag vermeld naar reismotief. De tabellen hebben verder dezelfde indeling als de tabellen 3.1a, 3.1b en 3.1c voor wat betreft de dagen. Het betreft reguliere verplaatsingen in Nederland door inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag.
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 2 546* | 2 119* | 2 311* | 2 469* | 2 478 | 2 284* | -8 |
| Van en naar het werk | 484 | 321* | 308 | 379* | 394 | 405 | +3 |
| Zakelijk en beroepsmatig | 100* | 58* | 65 | 74 | 65 | 63 | -3 |
| Diensten en verzorging | 89 | 62* | 88* | 77* | 79 | 72 | -9 |
| Winkelen en boodschappen doen | 541 | 536 | 561 | 555 | 557 | 501* | -10 |
| Onderwijs of cursus volgen | 225 | 141* | 146 | 184* | 194 | 197 | +1 |
| Recreatief totaal en overig | 1 106* | 1 002* | 1 144* | 1 199* | 1 190 | 1 046* | -12 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. | |||||||
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 2 707 | 2 269* | 2 434* | 2 617* | 2 623 | 2 408* | -8 |
| Van en naar het werk | 632 | 416* | 396 | 496* | 518 | 534 | +3 |
| Zakelijk en beroepsmatig | 130* | 76* | 83 | 95 | 84 | 82 | -2 |
| Diensten en verzorging | 115 | 80* | 115* | 101 | 105 | 94 | -11 |
| Winkelen en boodschappen doen | 515 | 528 | 549 | 545 | 527 | 465* | -12 |
| Onderwijs of cursus volgen | 306 | 198* | 203 | 255* | 266 | 274 | +3 |
| Recreatief totaal en overig | 1 010* | 971 | 1 089* | 1 125 | 1 123 | 958* | -15 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. | |||||||
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 2 151 | 1 782* | 2 034* | 2 128 | 2 156 | 2 005* | -7 |
| Van en naar het werk | 124 | 107 | 112 | 109 | 116 | 114 | -2 |
| Zakelijk en beroepsmatig | . | . | 26 | . | . | . | . |
| Diensten en verzorging | 27 | 20 | 27 | 21 | 23 | 25 | +9 |
| Winkelen en boodschappen doen | 606 | 554 | 587 | 578 | 622 | 580 | -7 |
| Onderwijs of cursus volgen | 27 | . | . | 22 | 35* | . | . |
| Recreatief totaal en overig | 1 340 | 1 072* | 1 265* | 1 372* | 1 339 | 1 246* | -7 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Weekenddagen: zaterdag en zondag. Feestdagen: nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, beide paasdagen, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, beide pinksterdagen, beide kerstdagen en oudjaarsdag. | |||||||
Bij de tabellen 3.1 is al geconstateerd dat het totaal aantal verplaatsingen per 1.000 inwoners van MRDH van 6 jaar of ouder per dag gemiddeld over alle dagen, op werkdagen en op weekend- en feestdagen in 2024 significant verschilt van 2023. Dat zien we dus in de tabellen 3.2a, 3.2b en 3.2c terug.
Gelet op de onderverdeling naar motief is in 2024 het gemiddeld aantal verplaatsingen per 1.000 inwoners van 6 jaar of ouder op een gemiddelde dag voor de motieven ‘Winkelen en boodschappen doen’ (-10 procent) en ‘Recreatief totaal en overig’ (-12 procent) significant afgenomen. Voor wat betreft het landelijk niveau (alle dagen) zien we significante afnames in het aantal verplaatsingen ook terug bij ‘winkelen en boodschappen doen’ en bij recreatieve motieven als ‘visite/logeren’, ‘uitgaan, sport en hobby’ en ’toeren en wandelen’
Op een gemiddelde werkdag zijn ook de verplaatsingen voor ‘Winkelen en boodschappen doen’ en ‘Recreatief totaal en overig’ door inwoners van MRDH, significant afgenomen, respectievelijk met 12 procent en 15 procent. Op weekend- en feestdagen is alleen het aantal verplaatsingen van het motief ‘Recreatief totaal en overig’ van 2023 naar 2024 afgenomen met 7 procent.
Op weekend- en feestdagen bleek bij de motieven ‘Zakelijk bezoek in werksfeer’ en ‘Onderwijs of cursus volgen’ het aantal verplaatsingen te laag en is een punt geplaatst in plaats van een waarde in tabel 3.2c.
4. Gemiddelde afgelegde afstand per verplaatsing
De totale reizigerskilometers zijn te ontleden in aantallen verplaatsingen en verplaatsingsafstanden. Deze paragraaf richt zich op de gemiddelde afgelegde afstand per reguliere verplaatsing naar vervoerwijze en naar motief. Evenals bij het gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag in het voorgaande hoofdstuk, is de afgelegde afstand per verplaatsing berekend met alleen reguliere verplaatsingen. Voor deze indicator wordt vooral informatie op verplaatsingsniveau gebruikt. Echter, bij de indeling naar vervoerwijze wordt voor alle reguliere verplaatsingen gekeken naar de som van de ritafstanden per ritvervoerwijze. De som van de ritafstanden (bijvoorbeeld de fiets) wordt vervolgens gedeeld door het totaal aantal verplaatsingen waarvan (in dit geval) de fiets de hoofdvervoerwijze is.
Gemiddelde afstand per verplaatsing naar vervoerwijze
In de tabellen 4.1a, 4.1b en 4.1c wordt de gemiddelde afstand per reguliere verplaatsing in Nederland van inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag in particuliere huishoudens weergegeven naar vervoerwijze.
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 12,3 | 9,8* | 10,1 | 10,0 | 11,1* | 11,4 | +3 |
| Personenauto als bestuurder | 18,2 | 16,6* | 16,1 | 16,0 | 18,0* | 17,8 | -1 |
| Personenauto als passagier | 20,6 | 18,6 | 20,3 | 19,8 | 18,9 | 18,4 | -3 |
| Trein | 47,9 | 42,3 | 46,3 | 45,6 | 46,8 | 46,3 | -1 |
| Bus/tram/metro | 12,0 | 9,9* | 12,0* | 10,3* | 11,6* | 11,4 | -2 |
| Brom-/snorfiets | 6,0 | 5,2 | 5,3 | 5,7 | 5,6 | 5,4 | -5 |
| Fiets2) | 4,0 | 4,1 | 4,2 | 4,0 | 4,1 | 4,1 | -1 |
| Lopen | 2,0 | 2,0 | 2,2* | 2,0* | 2,0 | 2,0 | +3 |
| Overig (incl. bestelauto) | 23,4 | 19,4 | 19,6 | 18,7 | 19,7 | 21,3 | +8 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. | |||||||
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 11,6 | 9,2* | 9,3 | 9,1 | 10,3* | 10,6 | +3 |
| Personenauto als bestuurder | 18,1 | 16,0* | 15,3 | 15,3 | 16,9* | 16,9 | 0 |
| Personenauto als passagier | 17,7 | 16,1 | 17,9 | 15,6 | 15,8 | 15,5 | -1 |
| Trein | 44,5 | 41,4 | 43,7 | 41,8 | 45,7 | 43,2 | -6 |
| Bus/tram/metro | 12,2 | 10,1* | 12,0* | 10,7* | 11,6 | 11,4 | -2 |
| Brom-/snorfiets | 6,0 | 5,2 | 5,5 | 5,8 | 5,8 | 5,5 | -5 |
| Fiets2) | 3,9 | 3,9 | 3,9 | 3,8 | 4,0* | 3,9 | -2 |
| Lopen | 2,0 | 1,9 | 2,1* | 1,9* | 1,9 | 2,0 | +6 |
| Overig (incl. bestelauto) | 22,2 | 19,1 | 19,3 | 18,1 | 20,0 | 21,3 | +6 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. | |||||||
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 14,4 | 11,6* | 12,3 | 12,6 | 13,3 | 13,5 | +2 |
| Personenauto als bestuurder | 18,7 | 18,5 | 18,0 | 18,1 | 21,1* | 20,4 | -3 |
| Personenauto als passagier | 24,4 | 22,2 | 23,8 | 25,6 | 23,1 | 22,3 | -4 |
| Trein | 65,8 | . | 54,1 | 58,6 | 51,9 | 55,9 | +8 |
| Bus/tram/metro | 10,6 | 9,2 | 11,7 | 9,1 | 11,4* | 11,4 | -1 |
| Brom-/snorfiets | . | . | . | . | . | . | . |
| Fiets2) | 4,7 | 5,0 | 5,3 | 4,8 | 4,4 | 4,6 | +3 |
| Lopen | 2,3 | 2,3 | 2,4 | 2,5 | 2,3 | 2,2 | -3 |
| Overig (incl. bestelauto) | 28,8 | 20,2 | 20,5 | 22,3 | 18,1 | 21,1 | +17 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Weekenddagen: zaterdag en zondag. Feestdagen: nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, beide paasdagen, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, beide pinksterdagen, beide kerstdagen en oudjaarsdag. 2) 'Fiets' omvat zowel de elektrische fiets, de niet-elektrische fiets als de speedpedelec. | |||||||
Uit bovenstaande tabellen volgt dat de gemiddelde afgelegde afstand per verplaatsing door inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag niet significant verschilt met 2023. Dit geldt zowel op een gemiddelde dag, op een gemiddelde werkdag en op een gemiddelde weekend- en/of feestdag in 2024. Ondanks het feit dat er geen verschillen zijn gevonden in de gemiddelde verplaatsingsafstand afgelegd door inwoners van de metropoolregio, zijn de cijfers waarschijnlijk toch geraakt door de methodebreuk. Uit de landelijke rapportage blijkt onder andere bij de totale verplaatsingsafstand en bij lopen, een significante toename van de verplaatsingsafstand. Dat is een logisch gevolg van het feit dat het aantal korte verplaatsingen in ODiN 2024 is afgenomen ten opzichte van ODiN 2023. Ook het aantal verplaatsingen van inwoners van MRDH is bij personenauto als passagier en lopen significant afgenomen. Echter dit heeft niet geresulteerd in een toename van de gemiddelde afstand per verplaatsing.
Gelet op de vervoerwijzen zijn er ook geen verschillen in de gemiddelde afstand per verplaatsing tussen 2024 en 2023. Ook voor ‘alle dagen’, voor werkdagen en op ‘weekend- en feestdagen’ zijn er geen significante verschillen in de verplaatsingsafstand in vergelijking met een jaar eerder.
In tabel 4.1c is de waarde voor brom- en snorfiets vervangen door een punt omdat er te weinig waarnemingen waren.
Gemiddelde afstand per verplaatsing naar reismotief
De tabellen 4.2a, 4.2b en 4.2c bevatten de gemiddelde afstand per verplaatsing naar reismotief.
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 12,3 | 9,8* | 10,1 | 10,0 | 11,1* | 11,4 | +3 |
| Van en naar het werk | 17,0 | 15,6* | 14,9 | 15,8 | 17,4* | 17,1 | -2 |
| Zakelijk en beroepsmatig | 29,7 | 22,8* | 20,5 | 22,5 | 26,2 | 24,1 | -8 |
| Diensten en verzorging | 7,7 | 7,9 | 7,2 | 6,2 | 7,0 | 7,1 | +1 |
| Winkelen en boodschappen doen | 5,0 | 4,0* | 4,2 | 4,3 | 4,8 | 5,1 | +5 |
| Onderwijs of cursus volgen | 7,7 | 5,9* | 8,0* | 6,6 | 7,4 | 7,0 | -5 |
| Recreatief totaal en overig | 13,6 | 11,0* | 11,6 | 10,8* | 12,0* | 12,6 | +4 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Alle dagen, dus maandag tot en met zondag inclusief feestdagen. | |||||||
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 11,6 | 9,2* | 9,3 | 9,1 | 10,3* | 10,6 | +3 |
| Van en naar het werk | 17,3 | 15,8* | 15,2 | 16,2 | 17,8* | 17,6 | -1 |
| Zakelijk en beroepsmatig | 29,9 | 22,6* | 20,2 | 22,2 | 25,8 | 24,3 | -6 |
| Diensten en verzorging | 7,8 | 7,4 | 6,8 | 6,4 | 6,9 | 7,0 | +2 |
| Winkelen en boodschappen doen | 4,6 | 3,7* | 3,9 | 3,9 | 4,3 | 4,6 | +5 |
| Onderwijs of cursus volgen | 7,6 | 5,5* | 7,4* | 6,4 | 7,2 | 6,9 | -4 |
| Recreatief totaal en overig | 11,0 | 9,2* | 9,8 | 8,2* | 9,5* | 9,8 | +3 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Werkdagen: maandag tot en met vrijdag exclusief feestdagen. | |||||||
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 14,4 | 11,6* | 12,3 | 12,6 | 13,3 | 13,5 | +2 |
| Van en naar het werk | 13,8 | 13,5 | 12,9 | 11,4 | 13,8 | 11,4 | -17 |
| Zakelijk en beroepsmatig | . | . | 22,2 | . | . | . | . |
| Diensten en verzorging | 5,9 | 12,4* | 11,3 | 4,4* | 8,3* | 8,0 | -3 |
| Winkelen en boodschappen doen | 5,7 | 4,6* | 4,8 | 5,3 | 5,7 | 6,0 | +5 |
| Onderwijs of cursus volgen | . | . | . | 10,6 | 9,6 | . | . |
| Recreatief totaal en overig | 18,4 | 14,7* | 15,3 | 15,6 | 16,7 | 17,3 | +3 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Weekenddagen: zaterdag en zondag. Feestdagen: nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, beide paasdagen, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, beide pinksterdagen, beide kerstdagen en oudjaarsdag. | |||||||
Ook per motief zijn er in 2024 geen significante verschillen gevonden in de gemiddelde verplaatsingsafstand ten opzichte van 2023. Op ‘alle dagen’ en op werkdagen bedraagt de gemiddelde verplaatsingsafstand voor het totaal in 2024 respectievelijk 11,4 en 10,6 kilometer. Dit verschilt niet significant van de afstanden per verplaatsing in 2023. Ook op weekend- en feestdagen is er geen verschil met het jaar ervoor. Opmerkelijk is dat er zelfs geen significante verschillen zijn voor wat betreft de diverse motieven op deze 3 verschillende type dagen. Ook hier is mogelijk ten dele sprake van invloed van de methodebreuk.
5. Deelname aan het verkeer
Andere belangrijke indicatoren zijn de verkeersdeelname in het algemeen en de deelname aan het openbaar vervoer in het bijzonder. De eerste wordt berekend met verplaatsingsinformatie en voor de tweede wordt ritinformatie gebruikt.
5.1 Verkeersdeelname
Volgens de gehanteerde definitie bij ODiN neemt een persoon die één of meerdere reguliere verplaatsingen per dag maakt, deel aan het verkeer. Ook personen die enkel serieverplaatsingen of enkel vakantieverplaatsingen hebben gemaakt, tellen mee bij het bepalen van de verkeersdeelnemers. Uitzondering daarop vormen personen met uitsluitend (beroepsmatig) wegvervoer met een zwaar vrachtvoertuig; deze tellen niet mee voor de bepaling van verkeersdeelname. Ook geheel in het buitenland gemaakte verplaatsingen tellen niet mee voor het vaststellen van verkeersdeelname.
In tabel 5.1.1 is te zien dat de verkeersdeelname van inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder in ODiN 2024 significant verschilt met die in ODiN 2023. In 2024 nam 75 procent van de inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag deel aan het verkeer. Dat is 3 procent minder dan in 2023 en komt overeen met de verkeersdeelname in 2021 toen tal van maatregelen van toepassing waren in verband met de bestrijding van de coronapandemie. De verkeersdeelname in 2024 is opvallend laag en niet plausibel. Mogelijk is een deel van de gemeten afname van de verkeersdeelname in 2024 toe te schrijven aan de genoemde geconstateerde methodebreuk. In 2024 is het verschil in verkeersdeelname van mannen vergeleken met een jaar eerder significant lager (-4 procent). Ook dit niveau is vergelijkbaar met ‘coronajaar’ 2021 en dus niet plausibel.
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 80,9 | 69,1* | 75,1* | 77,1* | 77,7 | 75,4* | -3 |
| Mannen | 81,3* | 70,5* | 75,8* | 77,7* | 78,6 | 75,2* | -4 |
| Vrouwen | 80,5 | 67,8* | 74,5* | 76,6* | 76,8 | 75,7 | -1 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Verkeersdeelname behelst minimaal één reguliere verplaatsing of serieverplaatsing per dag. Daarbij tellen personen met uitsluitend (beroepsmatig) wegvervoer met een zwaar vrachtvoertuig niet mee. | |||||||
In tabel 5.1.2 is de verkeersdeelname weergegeven naar werkdagen en weekend- en feestdagen.
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 80,9 | 69,1* | 75,1* | 77,1* | 77,7 | 75,4* | -3 |
| Totaal doordeweekse dagen exclusief feestdagen | 83,6 | 71,4* | 77,0* | 79,2* | 80,0 | 77,6* | -3 |
| Totaal weekenddagen plus doordeweekse feestdagen | 74,3 | 64,0* | 70,9* | 72,3 | 72,5 | 70,6 | -3 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Verkeersdeelname behelst minimaal één reguliere verplaatsing of serieverplaatsing per dag. Daarbij tellen personen met uitsluitend (beroepsmatig) wegvervoer met een zwaar vrachtvoertuig niet mee. | |||||||
Uit tabel 5.1.2 blijkt dat in 2024 zowel op totaal niveau (‘alle dagen’) als op doordeweekse dagen exclusief feestdagen de verkeersdeelname van inwoners van MRDH in ODiN 2024 significant lager is (-3 procent) vergeleken met ODiN 2023. De verkeersdeelname op beide typedagen is zó laag dat het overeenkomt met 2021, een periode waarin mobiliteitsbeperkende maatregelen van toepassing waren in verband met covid-19. Een dergelijk lage verkeersdeelname in een periode zonder mobiliteitsbeperkende maatregelen is niet plausibel en deels toe te schrijven aan de methodebreuk. Het beeld van de verkeersdeelname van inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag komt overeen met de resultaten en de methodebreuk die zijn beschreven in de landelijke plausibiliteitsrapportage van ODiN 2024 (CBS, 2025).
5.2 Deelname openbaar vervoer
In tabel 5.2.1 is de deelname aan het openbaar vervoer weergegeven. Deelname aan het openbaar vervoer in ODiN betekent dat er met het openbaar vervoer minstens één reguliere rit of minstens één serieverplaatsing is gemaakt in Nederland op de invuldag.
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | t.o.v. 2023 (%) | |
|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Totaal | 14,5 | 6,2* | 7,1* | 10,5* | 12,4* | 12,9 | +4 |
| Mannen | 13,1 | 5,4* | 6,5* | 9,4* | 11,8* | 11,2 | -5 |
| Vrouwen | 15,8 | 7,0* | 7,7 | 11,6* | 12,9* | 14,5* | +12 |
| * Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Deelname aan het openbaar vervoer behelst minimaal één reguliere verplaatsing of serieverplaatsing per dag met trein, bus, tram of metro. | |||||||
In 2024 maakte 13 procent van de inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder minstens één reguliere rit of minstens één serieverplaatsing in het openbaar vervoer op de invuldag.
De deelname aan het openbaar vervoer in 2024 is in zijn totaliteit niet significant hoger dan in 2023. Er is ook gekeken of er een verschil is tussen beide jaren in deelname van vrouwen en mannen aan het openbaar vervoer. Bij mannen was er in 2024 geen significant verschil met 2023. Bij vrouwen nam de deelname aan trein, bus, tram en metro significant toe met 12 procent. Op landelijk niveau was bij vrouwen ook een significante stijging van de deelname aan trein, bus, tram en metro bij vrouwen te zien.
6. Samenvatting
Deze rapportage bevat resultaten over het verplaatsingsgedrag van de personen van 6 jaar of ouder die wonen in het meerwerkgebied metropoolregio Rotterdam Den Haag. De cijfers zijn gebaseerd op respondenten uit alle 21 gemeenten in de provincie Zuid-Holland (zie bijlage A). De resultaten zijn weergegeven voor het gehele jaar en voor verschillende selecties van dagen voor de jaren 2019 tot en met 2024. De significantie van verschillen tussen ODiN 2023 en ODiN 2024, is getoetst.
ODiN 2024 laat een deels gewijzigd mobiliteitsbeeld zien in vergelijking met 2023. Veel uitkomsten zijn mogelijk geraakt door een methodebreuk in de metingen van ODiN 2024 voor zowel het landelijk onderzoek als voor het onderzoek naar de mobiliteit van de inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder. Hieronder volgt nog informatie over de belangrijkste verschillen tussen 2024 en 2023.
Verkeersdeelname en deelname aan het openbaar vervoer
De verkeersdeelname van inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder in ODiN 2024 verschilt significant met die in ODiN 2023. In 2024 nam 75 procent van de inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag deel aan het verkeer, 3 procentpunt minder dan in 2023. Dit komt overeen met de verkeersdeelname in 2021 toen mobiliteitsbeperkende maatregelen van toepassing waren in verband met de bestrijding van de coronapandemie. De verkeersdeelname in 2024 is laag en niet plausibel en in ieder geval deels toe te schrijven aan de genoemde methodebreuk.
In 2024 is het verschil in verkeersdeelname van mannen significant lager (-4 procent) dan in 2023. Ook dit niveau is vergelijkbaar met het ‘coronajaar’ 2021 en dus niet plausibel.
De deelname aan het openbaar vervoer in 2024 in zijn totaliteit verschilt niet significant van die in 2023. Bij vrouwen nam de deelname aan het openbaar vervoer – trein, bus, tram en metro – significant toe met 12 procent. Bij mannen was er in 2024 geen significant verschil met 2023.
Totale vervoersprestatie
In 2024 bedraagt de totale vervoersprestatie bijna 22,7 miljard reizigerskilometers. Dat is geen significant verschil vergeleken met 2023. Het valt niet uit te sluiten dat deze uitkomst is geraakt door de methodebreuk.
Het enige significante verschil in 2024 in vergelijking met 2023 is gevonden bij de modaliteit lopen. De vervoersprestatie voor lopen nam af met 16 procent. Deze uitkomst is waarschijnlijk geraakt door de methodebreuk.
Reguliere reizigerskilometers
Het totaal aantal reguliere reizigerskilometers in 2024 bedraagt bijna 22 miljard. Dit is geen significant verschil vergeleken met 2023. Het aantal reguliere reizigerskilometers voor de modaliteit lopen is daarentegen wel significant gewijzigd. De reizigerskilometers te voet zijn afgenomen met 16 procent in 2024 vergeleken met 2023. Dit loopcijfer lijkt echter niet plausibel. Uit extra onderzoek naar aanleiding van de methodebreuk blijkt dat er minder korte verplaatsingen zijn opgegeven door respondenten. Mogelijk heeft dit bijgedragen aan de afname van de loopkilometers.
Het totaal aantal niet-beroepsmatig afgelegde kilometers is in 2024 niet gewijzigd ten opzichte van 2023. Inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder legden in 2024 ruim 15 miljard reguliere reizigerskilometers af op doordeweekse dagen. Dat verschilt niet significant met een jaar eerder.
In ODiN 2024 is 68 procent van alle reguliere reizigerskilometers door inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag van 6 jaar of ouder afgelegd op werkdagen. In 2023 was dit eveneens 68 procent.
Gemiddeld aantal verplaatsingen
Uit analyse naar de methodebreuk is gebleken dat er minder korte verplaatsingen zijn opgegeven door de respondenten. Dat betekent dat er in totaal minder verplaatsingen zijn opgegeven en dat gegevens over het aantal verplaatsingen zijn geraakt door de methodebreuk. Hiermee dient bij de interpretatie van de resultaten rekening te worden gehouden.
Het gemiddeld aantal verplaatsingen per dag per 1.000 inwoners van de metropoolregio Rotterdam Den Haag is in 2024 significant lager dan in 2023 (-8 procent). Ook het gemiddeld aantal verplaatsingen op werkdagen (doordeweekse dagen exclusief feestdagen) en op weekend- en feestdagen nam af in 2024 vergeleken met het jaar ervoor, respectievelijk 8 en 7 procent.
Uit de analyse per vervoerwijze blijkt dat aantal verplaatsingen voor lopen op ‘alle dagen’ in 2024 is afgenomen met een vijfde en voor personenauto als passagier met 9 procent. Op zowel werkdagen als weekend- en feestdagen nam het aantal verplaatsingen te voet in 2024 ook af vergeleken met een jaar eerder, namelijk met respectievelijk 21 en 16 procent. Op weekend -en feestdagen nam het aantal verplaatsingen met de trein significant toe met ruim een derde (35 procent).
Gelet op de onderverdeling naar motief is in 2024 het gemiddeld aantal verplaatsingen per 1.000 inwoners van 6 jaar of ouder op een gemiddelde dag voor de motieven ‘Winkelen en boodschappen doen’ (-10 procent) en ‘Recreatief totaal en overig’ (-12 procent) significant afgenomen. Op een gemiddelde werkdag zijn ook de verplaatsingen voor ‘Winkelen en boodschappen doen’ en ‘Recreatief totaal en overig’ significant afgenomen, respectievelijk met 12 procent en 15 procent. Op weekend- en feestdagen is alleen het aantal verplaatsingen voor het motief ‘Recreatief totaal en overig’ van 2023 naar 2024 afgenomen met 7 procent.
Gemiddelde afstand per verplaatsing
De gemiddelde afstand per reguliere verplaatsing op een gemiddelde dag, op een gemiddelde werkdag en op een gemiddelde weekend- en feestdag in 2024 verschilt niet significant van die in ODiN. Op alle drie type dagen zijn er geen significante verschillen in de verplaatsingsafstand vergeleken met een jaar eerder. Ook zijn er in 2024 geen verschillen per vervoerwijze en per motief in vergelijking met 2023. Gezien de resultaten op landelijk niveau, zijn deze resultaten vermoedelijk geraakt door de methodebreuk.
Referenties
CBS (2025): Plausibiliteitsrapportage ODiN 2024 | CBS
NS (2025): NS Jaarverslag 2024
Bijlage A Gebiedsindeling MRDH
In deze rapportage over de metropoolregio Rotterdam Den Haag zijn de cijfers gebaseerd op respondenten uit 21 gemeenten (indeling 2024) in de provincie Zuid-Holland. In tabel A.1 staat de in de steekproef toegepaste indeling van het betreffende meerwerkgebied in regio's, met vermelding van gemeentecodes en wijknummers.
| Regio en gemeente | Gemeentecode | Wijknummers |
|---|---|---|
| Den Haag Centrum | ||
| Centrum | 518 | 5, 22, 23, 27 t/m 30 en 37 |
| Haagse Hout | 518 | 4 en 24 t/m 26 |
| Laak | 518 | 38 en 39 |
| Den Haag Zuidwest | ||
| Loosduinen | 518 | 14 t/m 18 |
| Escamp | 518 | 31 t/m 36 en 40 |
| Den Haag Noordwest | ||
| Segbroek | 518 | 12, 13 en 19 t/m 21 |
| Scheveningen | 518 | 1 t/m 3 en 6 t/m 11 |
| Den Haag Oost | ||
| Leidschenveen-Ypenburg | 518 | 41 t/m 44 |
| Haaglanden Zuidwest | ||
| Westland | 1 783 | - |
| Midden-Delfland | 1 842 | - |
| Haaglanden Zuid | ||
| Delft | 503 | - |
| Rijswijk | 603 | - |
| Haaglanden Oost | ||
| Zoetermeer | 637 | - |
| Pijnacker-Nootdorp | 1 926 | - |
| Haaglanden Noord | ||
| Wassenaar | 629 | - |
| Leidschendam-Voorburg | 1 916 | - |
| Rotterdam Noord - zuid | ||
| Centrum | 599 | 1 |
| Delfshaven | 599 | 3, 19 |
| Rotterdam Noord - noordoost | ||
| Overschie | 599 | 4, 24, 18 en 26 |
| Hillegersberg-Schiebroek | 599 | 6 |
| Prins Alexander | 599 | 14 |
| Rotterdam Noord - noordwest | ||
| Kralingen-Crooswijk | 599 | 8 |
| Noord | 599 | 5 |
| Rotterdam Zuid | ||
| Charlois | 599 | 15 |
| Feijenoord | 599 | 10 |
| IJsselmonde | 599 | 12 |
| Waalhaven-Eemhaven | 599 | 21 |
| Vondelingenplaat | 599 | 22 |
| Botlek-Europoort-Maasvlakte | 599 | 23 |
| Rijnmond Noordwest | ||
| Maassluis | 556 | - |
| Rotterdam - Hoek van Holland | 599 | 17 |
| Schiedam | 606 | - |
| Vlaardingen | 622 | - |
| Rijnmond Noord/Noordoost | ||
| Capelle aan den IJsel | 502 | - |
| Krimpen aan den IJsel | 542 | - |
| Rotterdam - Rivium | 599 | 25 |
| Lansingerland | 1 621 | - |
| Rozenburg en Voorne Putten | ||
| Rotterdam - Rozenburg | 599 | 27 |
| Nissewaard | 1 930 | - |
| Voorne aan Zee | 1 992 | - |
| Rijnmond Zuid/Zuidoost | ||
| Barendrecht | 489 | - |
| Ridderkerk | 597 | - |
| Rotterdam - Pernis | 599 | 13 |
| Rotterdam - Hoogvliet | 599 | 16 |
| Albrandswaard | 613 | - |
Bijlage B Marges
In deze bijlage staan de schattingen (waarden) van de resultaten van ODiN 2024 uit hoofdstuk 2 vermeld samen met de onder- en bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval en de relatieve marge in procenten. De onder- en bovengrens begrenzen het interval waarvan met 95% zekerheid verwacht wordt dat de werkelijke waarde er binnen ligt.
Methodebreuk
Bij het analyseren van de resultaten van het onderzoek Onderweg in Nederland 2024 (ODiN) is een methodebreuk geconstateerd. Dit betekent dat de uitkomsten van 2024 niet zomaar vergelijkbaar zijn met de resultaten van eerdere jaren. Meer informatie hierover is te vinden in de plausibiliteitsrapportage van ODiN 2024 en in de speciale bijsluiter bij het bestand van ODiN 2024.
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 22 669 | 21 829 | 23 508 | 3,7 |
| Personenauto als bestuurder | 10 357 | 9 775 | 10 940 | 5,6 |
| Personenauto als passagier | 3 642 | 3 285 | 3 998 | 9,8 |
| Trein | 2 929 | 2 621 | 3 237 | 10,5 |
| Bus/tram/metro | 1 520 | 1 399 | 1 641 | 8,0 |
| Brom-/snorfiets | 142 | 110 | 173 | 22,4 |
| Fiets | 2 002 | 1 906 | 2 099 | 4,8 |
| Lopen | 852 | 812 | 891 | 4,6 |
| Overig (incl. bestelauto) | 1 225 | 972 | 1 479 | 20,7 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 21 879 | 21 093 | 22 664 | 3,6 |
| Personenauto als bestuurder | 9 985 | 9 451 | 10 519 | 5,4 |
| Personenauto als passagier | 3 642 | 3 285 | 3 998 | 9,8 |
| Trein | 2 914 | 2 608 | 3 220 | 10,5 |
| Bus/tram/metro | 1 502 | 1 383 | 1 621 | 7,9 |
| Brom-/snorfiets | 139 | 108 | 170 | 22,5 |
| Fiets | 1 973 | 1 879 | 2 066 | 4,7 |
| Lopen | 851 | 812 | 891 | 4,6 |
| Overig (incl. bestelauto) | 872 | 681 | 1 064 | 21,9 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 21 337 | 20 565 | 22 108 | 3,6 |
| Personenauto als bestuurder | 9 677 | 9 153 | 10 200 | 5,4 |
| Personenauto als passagier | 3 630 | 3 274 | 3 986 | 9,8 |
| Trein | 2 880 | 2 577 | 3 183 | 10,5 |
| Bus/tram/metro | 1 489 | 1 370 | 1 607 | 7,9 |
| Brom-/snorfiets | 135 | 105 | 166 | 22,6 |
| Fiets | 1 953 | 1 860 | 2 045 | 4,8 |
| Lopen | 849 | 809 | 888 | 4,6 |
| Overig (incl. bestelauto) | 724 | 550 | 898 | 24,1 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 542 | 423 | 662 | 22,1 |
| Personenauto als bestuurder | 308 | 223 | 393 | 27,6 |
| Trein/bus/tram/metro | . | . | . | . |
| Fiets en lopen | 23 | 15 | 31 | 36,3 |
| Bestelauto | . | . | . | . |
| Overig (incl. personenauto als passagier en brom-/snorfiets) | . | . | . | . |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 15 429 | 14 790 | 16 069 | 4,1 |
| Personenauto als bestuurder | 7 305 | 6 854 | 7 756 | 6,2 |
| Personenauto als passagier | 1 913 | 1 656 | 2 169 | 13,4 |
| Trein | 2 094 | 1 849 | 2 339 | 11,7 |
| Bus/tram/metro | 1 208 | 1 102 | 1 314 | 8,8 |
| Brom-/snorfiets | 98 | 73 | 124 | 25,5 |
| Fiets | 1 506 | 1 425 | 1 586 | 5,4 |
| Lopen | 596 | 563 | 629 | 5,6 |
| Overig (incl. bestelauto) | 709 | 537 | 882 | 24,3 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 14 939 | 14 315 | 15 562 | 4,2 |
| Personenauto als bestuurder | 7 040 | 6 600 | 7 480 | 6,2 |
| Personenauto als passagier | 1 902 | 1 646 | 2 158 | 13,5 |
| Trein | 2 061 | 1 820 | 2 303 | 11,7 |
| Bus/tram/metro | 1 196 | 1 091 | 1 302 | 8,8 |
| Brom-/snorfiets | 95 | 71 | 119 | 25,5 |
| Fiets | 1 488 | 1 408 | 1 568 | 5,4 |
| Lopen | 594 | 560 | 627 | 5,6 |
| Overig (incl. bestelauto) | 562 | 409 | 715 | 27,2 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 14 871 | 14 248 | 15 494 | 4,2 |
| Personenauto als bestuurder | 7 026 | 6 587 | 7 464 | 6,2 |
| Personenauto als passagier | 1 741 | 1 498 | 1 984 | 14,0 |
| Trein | 2 056 | 1 813 | 2 299 | 11,8 |
| Bus/tram/metro | 1 187 | 1 082 | 1 292 | 8,9 |
| Brom-/snorfiets | 98 | 73 | 123 | 25,6 |
| Fiets | 1 478 | 1 398 | 1 558 | 5,4 |
| Lopen | 582 | 549 | 615 | 5,7 |
| Overig (incl. bestelauto) | 703 | 531 | 876 | 24,5 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 14 382 | 13 775 | 14 989 | 4,2 |
| Personenauto als bestuurder | 6 761 | 6 333 | 7 188 | 6,3 |
| Personenauto als passagier | 1 730 | 1 488 | 1 972 | 14,0 |
| Trein | 2 023 | 1 784 | 2 263 | 11,8 |
| Bus/tram/metro | 1 177 | 1 072 | 1 282 | 8,9 |
| Brom-/snorfiets | 94 | 70 | 118 | 25,7 |
| Fiets | 1 461 | 1 382 | 1 540 | 5,4 |
| Lopen | 580 | 547 | 613 | 5,7 |
| Overig (incl. bestelauto) | 556 | 403 | 709 | 27,5 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 21 879 | 21 093 | 22 664 | 3,6 |
| Van en naar het werk | 5 826 | 5 469 | 6 183 | 6,1 |
| Zakelijk en beroepsmatig | 1 267 | 1 061 | 1 472 | 16,2 |
| Diensten en verzorging | 434 | 353 | 515 | 18,6 |
| Winkelen en boodschappen doen | 2 137 | 1 938 | 2 336 | 9,3 |
| Onderwijs of cursus volgen | 1 163 | 1 030 | 1 297 | 11,5 |
| Recreatief totaal en overig | 11 051 | 10 471 | 11 632 | 5,3 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 14 871 | 14 248 | 15 494 | 4,2 |
| Van en naar het werk | 5 491 | 5 142 | 5 840 | 6,4 |
| Zakelijk en beroepsmatig | 1 170 | 975 | 1 365 | 16,7 |
| Diensten en verzorging | 383 | 305 | 461 | 20,4 |
| Winkelen en boodschappen doen | 1 236 | 1 092 | 1 380 | 11,6 |
| Onderwijs of cursus volgen | 1 106 | 977 | 1 235 | 11,7 |
| Recreatief totaal en overig | 5 486 | 5 107 | 5 865 | 6,9 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 2 284 | 2 232 | 2 336 | 2,3 |
| Personenauto als bestuurder | 666 | 640 | 692 | 3,9 |
| Personenauto als passagier | 235 | 220 | 249 | 6,2 |
| Trein | 75 | 68 | 82 | 8,8 |
| Bus/tram/metro | 157 | 146 | 167 | 6,7 |
| Brom-/snorfiets | 31 | 25 | 37 | 19,4 |
| Fiets | 577 | 554 | 601 | 4,1 |
| Lopen | 495 | 474 | 516 | 4,2 |
| Overig (incl. bestelauto) | 49 | 41 | 56 | 15,4 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 2 408 | 2 342 | 2 474 | 2,7 |
| Personenauto als bestuurder | 712 | 679 | 746 | 4,7 |
| Personenauto als passagier | 192 | 177 | 208 | 8,3 |
| Trein | 82 | 74 | 90 | 10,0 |
| Bus/tram/metro | 179 | 166 | 192 | 7,5 |
| Brom-/snorfiets | 31 | 24 | 38 | 23,0 |
| Fiets | 647 | 617 | 678 | 4,7 |
| Lopen | 508 | 481 | 534 | 5,2 |
| Overig (incl. bestelauto) | 57 | 47 | 67 | 17,6 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 2 005 | 1 917 | 2 093 | 4,4 |
| Personenauto als bestuurder | 561 | 520 | 603 | 7,4 |
| Personenauto als passagier | 330 | 298 | 362 | 9,6 |
| Trein | 59 | 48 | 70 | 18,4 |
| Bus/tram/metro | 107 | 91 | 123 | 15,0 |
| Brom-/snorfiets | . | . | . | . |
| Fiets | 420 | 386 | 453 | 8,1 |
| Lopen | 466 | 431 | 500 | 7,4 |
| Overig (incl. bestelauto) | 31 | 21 | 41 | 31,5 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 2 284 | 2 232 | 2 336 | 2,3 |
| Van en naar het werk | 405 | 389 | 421 | 4,0 |
| Zakelijk en beroepsmatig | 63 | 55 | 70 | 11,4 |
| Diensten en verzorging | 72 | 66 | 79 | 9,5 |
| Winkelen en boodschappen doen | 501 | 481 | 520 | 3,9 |
| Onderwijs of cursus volgen | 197 | 184 | 209 | 6,4 |
| Recreatief totaal en overig | 1 046 | 1 015 | 1 078 | 3,0 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 2 408 | 2 342 | 2 474 | 2,7 |
| Van en naar het werk | 534 | 512 | 557 | 4,2 |
| Zakelijk en beroepsmatig | 82 | 73 | 92 | 11,9 |
| Diensten en verzorging | 94 | 84 | 103 | 10,0 |
| Winkelen en boodschappen doen | 465 | 442 | 488 | 4,9 |
| Onderwijs of cursus volgen | 274 | 256 | 292 | 6,5 |
| Recreatief totaal en overig | 958 | 921 | 995 | 3,9 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 2 005 | 1 917 | 2 093 | 4,4 |
| Van en naar het werk | 114 | 98 | 130 | 13,8 |
| Zakelijk en beroepsmatig | . | . | . | . |
| Diensten en verzorging | 25 | 17 | 32 | 29,2 |
| Winkelen en boodschappen doen | 580 | 542 | 619 | 6,6 |
| Onderwijs of cursus volgen | . | . | . | . |
| Recreatief totaal en overig | 1 246 | 1 183 | 1 309 | 5,1 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 11,4 | 11,0 | 11,8 | 3,1 |
| Personenauto als bestuurder | 17,8 | 17,1 | 18,6 | 4,3 |
| Personenauto als passagier | 18,4 | 16,9 | 20,0 | 8,2 |
| Trein | 46,3 | 43,2 | 49,3 | 6,6 |
| Bus/tram/metro | 11,4 | 10,7 | 12,1 | 5,9 |
| Brom-/snorfiets | 5,4 | 4,6 | 6,1 | 14,2 |
| Fiets | 4,1 | 3,9 | 4,2 | 3,5 |
| Lopen | 2,0 | 2,0 | 2,1 | 3,8 |
| Overig (incl. bestelauto) | 21,3 | 17,2 | 25,3 | 19,1 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 10,6 | 10,2 | 11,0 | 3,6 |
| Personenauto als bestuurder | 16,9 | 16,1 | 17,8 | 5,0 |
| Personenauto als passagier | 15,5 | 13,7 | 17,4 | 12,0 |
| Trein | 43,2 | 40,1 | 46,2 | 7,0 |
| Bus/tram/metro | 11,4 | 10,7 | 12,1 | 6,5 |
| Brom-/snorfiets | 5,5 | 4,7 | 6,3 | 15,0 |
| Fiets | 3,9 | 3,8 | 4,1 | 3,9 |
| Lopen | 2,0 | 1,9 | 2,1 | 4,6 |
| Overig (incl. bestelauto) | 21,3 | 16,7 | 25,9 | 21,5 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 13,5 | 12,7 | 14,3 | 6,0 |
| Personenauto als bestuurder | 20,4 | 18,7 | 22,2 | 8,6 |
| Personenauto als passagier | 22,3 | 19,8 | 24,8 | 11,3 |
| Trein | 55,9 | 47,8 | 64,0 | 14,5 |
| Bus/tram/metro | 11,4 | 9,8 | 12,9 | 13,9 |
| Brom-/snorfiets | . | . | . | . |
| Fiets | 4,6 | 4,2 | 4,9 | 7,8 |
| Lopen | 2,2 | 2,1 | 2,4 | 6,6 |
| Overig (incl. bestelauto) | 21,1 | 12,4 | 29,9 | 41,5 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 11,4 | 11,0 | 11,8 | 3,1 |
| Van en naar het werk | 17,1 | 16,3 | 17,9 | 4,8 |
| Zakelijk en beroepsmatig | 24,1 | 21,1 | 27,1 | 12,4 |
| Diensten en verzorging | 7,1 | 5,9 | 8,3 | 16,6 |
| Winkelen en boodschappen doen | 5,1 | 4,6 | 5,5 | 8,5 |
| Onderwijs of cursus volgen | 7,0 | 6,3 | 7,8 | 10,4 |
| Recreatief totaal en overig | 12,6 | 12,0 | 13,1 | 4,6 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 10,6 | 10,2 | 11,0 | 3,6 |
| Van en naar het werk | 17,6 | 16,8 | 18,5 | 5,0 |
| Zakelijk en beroepsmatig | 24,3 | 21,2 | 27,4 | 12,7 |
| Diensten en verzorging | 7,0 | 5,7 | 8,3 | 18,3 |
| Winkelen en boodschappen doen | 4,6 | 4,1 | 5,0 | 10,4 |
| Onderwijs of cursus volgen | 6,9 | 6,2 | 7,7 | 10,5 |
| Recreatief totaal en overig | 9,8 | 9,2 | 10,4 | 6,1 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 13,5 | 12,7 | 14,3 | 6,0 |
| Van en naar het werk | 11,4 | 9,3 | 13,5 | 18,5 |
| Zakelijk en beroepsmatig | . | . | . | . |
| Diensten en verzorging | 8,0 | 5,3 | 10,8 | 33,7 |
| Winkelen en boodschappen doen | 6,0 | 5,2 | 6,9 | 14,1 |
| Onderwijs of cursus volgen | . | . | . | . |
| Recreatief totaal en overig | 17,3 | 16,1 | 18,5 | 6,8 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 75,4 | 74,5 | 76,3 | 1,2 |
| Mannen | 75,2 | 73,9 | 76,4 | 1,7 |
| Vrouwen | 75,7 | 74,4 | 76,9 | 1,7 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 75,4 | 74,5 | 76,3 | 1,2 |
| Totaal doordeweekse dagen exclusief feestdagen | 77,6 | 76,5 | 78,6 | 1,4 |
| Totaal weekenddagen plus doordeweekse feestdagen | 70,6 | 68,9 | 72,2 | 2,4 |
| Waarde | Ondergrens 95%-interval | Bovengrens 95%-interval | Relatieve marge (%) | |
|---|---|---|---|---|
| Totaal | 12,9 | 12,3 | 13,5 | 4,9 |
| Mannen | 11,2 | 10,4 | 12,0 | 7,6 |
| Vrouwen | 14,5 | 13,6 | 15,5 | 6,6 |
Bijlage C Aantal typen dagen per jaar
Het aantal reizigerskilometers per jaar zoals gepresenteerd in hoofdstuk 2 is onder andere ook afhankelijk van het aantal dagen van het jaar en bijvoorbeeld het aantal werkdagen in een jaar. Onderstaand overzicht geeft daarin enig inzicht.
| 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
|---|---|---|---|---|---|---|
| Alle dagen | 365 | 366 | 365 | 365 | 365 | 366 |
| Doordeweekse dagen | 261 | 262 | 261 | 260 | 260 | 262 |
| Weekenddagen | 104 | 104 | 104 | 105 | 105 | 104 |
| Weekenddagen plus feestdagen1) | 111 | 113 | 112 | 112 | 113 | 112 |
| Werkdagen2) | 254 | 253 | 253 | 253 | 252 | 254 |
| 1) Feestdagen: nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, beide paasdagen, Koningsdag, Bevrijdingsdag, Hemelvaartsdag, beide pinksterdagen, beide kerstdagen en oudjaarsdag. 2) Werkdagen: doordeweekse dagen exclusief feestdagen. | ||||||