Onderweg in Nederland (ODiN) 2022 - Onderzoeksbeschrijving

3. Verschillen tussen ODiN 2022 en ODiN 2021

Het onderzoek ODiN is in 2022 grotendeels op dezelfde wijze uitgevoerd als in het voorgaande onderzoeksjaar. Er zijn enkele verschillen en deze worden in dit hoofdstuk toegelicht.

3.1 Steekproeftrekking

In deze paragraaf staan de wijzigingen in de steekproeftrekking ten opzichte van ODiN 2021.

Wijzigingen meerwerk

Ten behoeve van de uitbreiding van het meerwerk Noordvleugel met de gemeenten Urk en Noordoostpolder is de steekproeftrekking aangepast. Voor het geheel van deze twee gemeenten geldt een gezamenlijke responswens van 700 respondenten. Daarvoor is een extra steekproeftrekking ingezet.

3.2 Vragenlijst

In deze paragraaf staan de relevante wijzigingen in de vragenlijst ten opzichte van ODiN 2021.

Vragen over onkostenvergoeding verplaatsingen van en naar het werk

In de vragenlijst zijn een aantal vragen toegevoegd over mogelijke onkostenvergoeding die de respondent ontvangt. Bij de eerste vraag wordt gevraagd met welke vervoerwijze meestal de meeste kilometers naar het werk worden aflegt. Deze vraag wordt gesteld aan iedere respondent die in de vragenlijst heeft aangegeven betaald werk te verrichten. Een keuze voor de vervoerwijzen fiets, brom-/snorfiets, personenauto, bestelauto, motor, trein of bus, tram of metro leidt tot de vervolgvraag of, en zo ja welke, vergoedingen de respondent van de werkgever ontvangt voor het reizen van en naar het werk. Daarbij zijn, afhankelijk van het gekozen vervoermiddel, de volgende antwoorden mogelijk:

  1. Vast bedrag per periode (bijv. maand of kwartaal)
  2. Vergoeding per daadwerkelijk gereden kilometer
  3. Vergoeding van brandstofkosten (bijv. tankpas)
  4. Vergoeding (geheel of gedeeltelijk) van een openbaar vervoerabonnement of van de gemaakte reizen met trein, bus, tram of metro
  5. Vergoeding (geheel of gedeeltelijk) van de aanschafkosten van het vervoermiddel
  6. Leasevoertuig of bedrijfsvoertuig van de werkgever
  7. Ik maak gebruik van een mobiliteitsbudget
  8. Parkeerkosten auto, motor, e.d.
  9. Stallingskosten fiets, bromfiets, e.d.
  10. Een andere vergoeding, namelijk…
  11. Geen vergoeding

Vragen gerelateerd aan vervoersarmoede

Aan de vragenlijst zijn een aantal vragen toegevoegd die verband houden met vervoersarmoede. Als eerste wordt gevraagd in hoeverre de respondent verschillende locaties wel kan bereiken indien deze daar naar toe wil. Deze vraag wordt aan alle respondenten van 15 jaar of ouder gesteld en wel voor de volgende soorten locaties:

  1. Werklocatie
  2. Onderwijslocatie
  3. Supermarkt
  4. Ziekenhuis
  5. Huisarts
  6. Treinstation
  7. Bus-, tram- of metrohalte
  8. Familie en vrienden
  9. Sportlocatie of hobbyvereniging

Indien de respondent aangeeft de betreffende locatie soms, zelden of nooit te kunnen bereiken, dan wordt specifiek voor deze locatie gevraagd wat daar de belangrijkste redenen voor zijn. Daarbij kan de respondent maximaal twee antwoorden geven uit onderstaande lijst met redenen:

  1. Ik heb geen eigen vervoer
  2. Ik wil of kan niet fietsen
  3. Ik wil of kan niet met het openbaar vervoer reizen of vind het te ingewikkeld
  4. Ik wil of kan niet met een taxi, deeltaxi of regiotaxi reizen
  5. Ik kan niet zelfstandig reizen
  6. Vanwege mijn gezondheid
  7. Ik vind de reis te lang duren
  8. Ik vind de reis te duur
  9. Ik vind het verkeer te druk
  10. Ik durf niet te reizen of ik voel me onveilig
  11. Een andere reden, namelijk…

3.3 Verwerkingsproces

In deze paragraaf staan de wijzigingen in het verwerkingsproces (inclusief de weging) ten opzichte van ODiN 2021 beschreven. In het proces zijn uiteraard wijzigingen doorgevoerd die vrijwel jaarlijks optreden zoals van jaartallen, gewijzigde regionale indelingen (waaronder gemeentelijke herindelingen en wijzigingen in het meerwerk), mutaties in treinstations en spoorwegverbindingen en dergelijke. Ook wijzigingen in de steekproeftrekking, de vragenlijst en het databestand hebben daar waar nodig geleid tot aanpassingen van het verwerkingsproces. Deze zijn alleen in onderstaande paragraaf uitgewerkt indien de aard van de wijzigingen niet evident is.

Variabele EFiets

De variabele EFiets, die in 2021 is aangepast vanwege een vragenlijstwijziging, bleek in het bestand van ODiN 2021 niet voor alle situaties netjes gevuld te zijn. De betreffende afleiding is in het verwerkingsproces van ODiN 2022 aangepast en de variabele is in het bestand van ODiN 2022 volledig juist gevuld.

Weging - regionale indelingen

De weegvariabelen met regionale indelingen in het weegmodel van ODiN 2022 zijn gewijzigd vanwege het toevoegen van de gemeenten Urk en Noordoostpolder aan het meerwerk Noordvleugel. In de voorweging heeft het geleid tot het vervangen van de variabele oversampling50 door oversampling51. In de hoofdweging is de variabele Regio67 vervangen door Regio65 en de variabele Regio60 door Regio61 vanwege het apart nemen van Urk en Noordoostpolder.

Weging - voorweging

Om de insluit- of startgewichten voor de eindweging van ODiN te benaderen wordt de weging van ODiN gestart met een voorweging. Daarmee wordt gecorrigeerd voor ongelijke insluitkansen en ook deels selectieve respons tussen de verschillende groepen. In de voorweging wordt onder andere rekening gehouden met (wijzigingen in) het steekproefontwerp. De voorweging bestaat bij ODiN gewoonlijk uit 3 elementen, namelijk de doelgroepen (strata) uit de steekproef, een regionale component en een eventuele periode-indeling. Zoals hiervoor al aangegeven is de regionale component aangepast vanwege de wijzigingen in het meerwerk. De periode-indeling is de afgelopen jaren ingezet om in te spelen op wijzigingen in de steekproef gedurende het onderzoeksjaar. Dit is ook in 2022 gedaan vanwege een vergroting van de steekproef met ingang van augustus als maatregel om de juiste responsaantallen voor 2022 te realiseren. Hierdoor is er in de periode augustus-december relatief een wat groter aantal responsen per maand. Ook januari 2022 had een hoger aantal waarnemingen. Daarom worden in de voorweging middels de variabele periode2_vw de volgende twee perioden onderscheiden: februari t/m juli en januari plus augustus t/m december. Daarnaast werd in de tweede helft van december per abuis de ODiN-folder niet meegestuurd naar de respondenten met een niet-westerse migratieachtergrond. Dit heeft bij deze groep tot minder responsen geleid. Ook hiervoor wordt in de voorweging van ODiN 2022 gecorrigeerd middels de introductie van de weegterm Herkomst3 x Laatste_weken.

3.4 Databestand

In deze paragraaf staan de belangrijkste wijzigingen in de codering en labels van het databestand ten opzichte van ODiN 2021 beschreven. Niet alle wijzigingen zijn beschreven: jaarlijkse wijzigingen in verband met het nieuwe kalenderjaar, gemeentelijke herindelingen en wijzigingen in treinstations zijn hieronder bijvoorbeeld niet opgenomen. Alle wijzigingen zijn uiteraard ook doorgevoerd in het codeboek.

Variabelen betreffende onkostenvergoeding verplaatsingen van en naar het werk

De extra vragen over mogelijke onkostenvergoeding die de respondent ontvangt voor het reizen naar het werk hebben geleid tot 12 extra persoonsvariabelen in het eindbestand:

  1. WrkVervw
  2. WrkVerg
  3. VergVast
  4. VergKm
  5. VergBrSt
  6. VergOV
  7. VergAans
  8. VergVoer
  9. VergBudg
  10. VergPark
  11. VergStal
  12. VergAnd

De variabele WrkVervw met het label ‘Vervoerwijze met meeste kilometers naar werk’ heeft als mogelijke waarden:

  1. Te voet
  2. Fiets, elektrische fiets of speedpedelec
  3. Brom- of snorfiets
  4. Personenauto
  5. Bestelauto
  6. Motor
  7. Trein
  8. Bus, tram of metro
  9. Anders
  10. Onbekend
  11. Niet van toepassing; OP werkt altijd thuis
  12. Niet van toepassing; OP heeft geen betaald werk
  13. Niet van toepassing; OP jonger dan 15 jaar

De tweede variabele, WerkVerg, met het label ‘Ontvangt vergoeding van werkgever voor reis naar werk’ heeft als mogelijke waarden:

0. Nee, geen vergoeding
1. Ja, wel vergoeding
2. Onbekend
3. Niet van toepassing

De overige tien variabelen betreffen de tien te kiezen soorten vergoedingen (zie paragraaf 3.2) en hebben alle de volgende mogelijke waarden:

0. Nee
1. Ja
2. Niet van toepassing

Variabelen gerelateerd aan vervoersarmoede

De nieuw toegevoegde vragen gerelateerd aan vervoersarmoede leveren 27 nieuwe persoonsvariabelen op voor het eindbestand. Het betreft drie variabelen per soort locatie. Ieder van de negen soorten locaties kent drie variabelen met dezelfde mogelijke waarden die hier worden beschreven met de werklocatie als voorbeeld. De eerste van drie variabelen, BerWrk, heeft als label ‘Werklocatie, hoe vaak wel te bereiken al u er naartoe wilt?’. De waarden zijn:

  1. Altijd
  2. Vaak
  3. Soms
  4. Zelden
  5. Nooit
  6. Onbekend
  7. Niet van toepassing; OP wil/hoeft hier nooit heen
  8. Niet van toepassing; OP jonger dan 15 jaar

De tweede en derde variabele zijn RdWrkA en RdWrkB en hebben als label ‘Reden A werklocatie niet altijd kunnen bereiken’ en ‘Reden B werklocatie niet altijd kunnen bereiken’. De mogelijke waarden voor de eerste zijn:

  1. Geen eigen vervoer
  2. Wil of kan niet fietsen
  3. Wil of kan niet met OV reizen
  4. Wil of kan niet met taxi reizen
  5. Kan niet zelfstandig reizen
  6. Vanwege gezondheid
  7. Reis duurt te lang
  8. Reis is te duur
  9. Verkeer is te druk
  10. Durft niet te reizen/onveilig gevoel
  11. Anders
  12. Onbekend
  13. Niet van toepassing; Altijd of vaak bereikbaar
  14. Niet van toepassing; Vanwege andere reden

De waarden bij reden B zijn grotendeels hetzelfde, maar waarde 12 verschilt. Deze is dan:

12. Niet van toepassing; Geen tweede reden opgegeven

Variabelen MRA, VertMRA en AankMRA

De uitbreiding van het meerwerk Noordvleugel met de gemeenten Urk en Noordoostpolder heeft kleine wijzigingen bij de variabelen MRA, VertMRA en AankMRA tot gevolg. De indeling is aangepast. Hieronder staan de aangepaste en toegevoegde waarden van de variabele MRA (Metropoolregio Amsterdam) vermeld:

20. Urk & Noordoostpolder
21. Rest Nederland

Bovenstaande wijziging is op dezelfde wijze ook doorgevoerd in de verplaatsingsvariabelen VertMRA en AankMRA.