5. Deelname aan het verkeer
Andere belangrijke indicatoren zijn de verkeersdeelname in het algemeen en de deelname aan het openbaar vervoer in het bijzonder. Het eerste wordt berekend met verplaatsingsinformatie en voor het tweede wordt ritinformatie gebruikt.
5.1 Verkeersdeelname
Volgens de gehanteerde definitie bij ODiN neemt een persoon die in Nederland op een dag één of meer reguliere verplaatsingen of één of meer serieverplaatsingen maakt, deel aan het verkeer. Ook personen die enkel vakantieverplaatsingen hebben gemaakt, tellen dus mee bij het bepalen van de verkeersdeelnemers. Uitzondering daarop vormen personen met uitsluitend (beroepsmatig) wegvervoer met een zwaar vrachtvoertuig. Zij tellen niet mee voor de bepaling van verkeersdeelname. Ook personen die enkel verplaatsingen geheel in het buitenland maken tellen niet mee voor de verkeersdeelname. Bij nul verplaatsingen neemt een persoon niet deel aan het verkeer.
In tabel 5.1.1 is te zien dat de verkeersdeelname van inwoners van Noordvleugel van 6 jaar of ouder in ODiN 2022 niet verschilt met die in ODiN 2021. In 2022 nam 78 procent van de inwoners van Noordvleugel deel aan het verkeer. In 2022 is er geen significant verschil in verkeersdeelname van mannen of vrouwen vergeleken met een jaar eerder.
Als de verkeersdeelname van 2022 wordt vergeleken met 2019 is de verkeersdeelname in 2022 significant lager (-5 procent) dan in 2019. Zowel de deelname van vrouwen (-4 procent) als die van mannen (-6 procent) aan het verkeer in 2022 is significant lager dan in 2019.
Uit tabel 5.1.2 blijkt dat in 2022 op elk type dag er geen significant verschil is in verkeersdeelname vergeleken met ODiN 2021.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | verschil 2022 t.o.v. 2021 (%) | verschil 2022 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 81,5* | 70,9* | 76,9* | 77,5 | +1 | -5 |
Mannen | 82,0 | 71,4* | 76,6* | 77,4 | +1 | -6 |
Vrouwen | 81,0* | 70,5* | 77,2* | 77,6 | +1 | -4 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Verkeersdeelname behelst minimaal één reguliere verplaatsing of serieverplaatsing per dag. Daarbij tellen personen met uitsluitend (beroepsmatig) wegvervoer met een zwaar vrachtvoertuig niet mee. |
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | verschil 2022 t.o.v. 2021 (%) | verschil 2022 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 81,5* | 70,9* | 76,9* | 77,5 | +1 | -5 |
Totaal doordeweekse dagen exclusief feestdagen | 84,0 | 73,1* | 78,4* | 79,8 | +2 | -5 |
Totaal weekenddagen plus doordeweekse feestdagen | 75,8 | 66,1* | 73,5* | 72,3 | -2 | -5 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Verkeersdeelname behelst minimaal één reguliere verplaatsing of serieverplaatsing per dag. Daarbij tellen personen met uitsluitend (beroepsmatig) wegvervoer met een zwaar vrachtvoertuig niet mee. |
In vergelijking met 2019 is er zowel op werkdagen als op weekend- en feestdagen een significant verschil in verkeersdeelname is tussen 2022 en 2019. Zowel op ‘alle dagen’, op werkdagen als op weekend- en feestdagen in 2022 is de verkeersdeelname van inwoners van Noordvleugel 5 procent lager dan in 2019.
5.2 Deelname aan het openbaar vervoer
In tabel 5.2.1 is de deelname aan het openbaar vervoer weergegeven. De deelname aan het openbaar vervoer in ODiN houdt in dat er minstens één reguliere rit of minstens één serieverplaatsing in Nederland gemaakt is met het openbaar vervoer op de invuldag.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | verschil 2022 t.o.v. 2021 (%) | verschil 2022 t.o.v. 2019 (%) | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | 14,4 | 7,2* | 7,5 | 9,8* | +30 | -32 |
Mannen | 12,7 | 6,6* | 6,8 | 9,2* | +36 | -27 |
Vrouwen | 16,0 | 7,8* | 8,2 | 10,3* | +26 | -36 |
* Cijfer wijkt significant af van het cijfer van het voorgaande jaar. 1) Deelname aan het openbaar vervoer behelst minimaal één reguliere verplaatsing of serieverplaatsing per dag met trein, bus, tram of metro. |
De deelname aan het openbaar vervoer in 2022 is met een toename van 30 procent significant hoger dan in 2021. Er is ook gekeken of er verschil is tussen beide jaren in deelname van mannen en vrouwen aan het openbaar vervoer. Daaruit blijkt dat de deelname van mannen is toegenomen met 36 procent en die van vrouwen met 26 procent in vergelijking met een jaar eerder. In 2022 maakten 9 procent van de mannen en 10 procent van de vrouwen van 6 jaar of ouder minstens één reguliere rit of minstens één serieverplaatsing in het openbaar vervoer op de invuldag.
Ten opzichte van 2019 is de deelname aan het openbaar vervoer door inwoners van Noordvleugel van 6 jaar of ouder in 2021 bijna een derde lager dan in 2019. Van de mannen was de deelname aan trein, bus, tram en metro in 2022 vergeleken met 2019 ruim een kwart lager (-27 procent) en bij vrouwen meer dan een derde lager (-36 procent).