Auteur: Hermine Molnár-in 't Veld, Lolke Schakel, Coen van Heukelingen
ODiN 2020 Parkstad Limburg

2. Gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag

Deze paragraaf bevat cijfers over het gemiddeld aantal verplaatsingen per persoon per dag naar klassen van vervoerwijzen. Vanzelfsprekend is deze indicator gebaseerd op verplaatsingsinformatie en daarmee op de hoofdvervoerwijze van een verplaatsing2).

In tabel 2.1 wordt het gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag gepresenteerd voor inwoners van de stadsregio Parkstad Limburg naar vervoerwijzeklasse in 2020.

2.1 Gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag van inwoners van SPL van 6 jaar of ouder naar vervoerwijzeklasse in 2020
2020
Totaal2,36
Personenauto (bestuurder en passagier)1,36
Openbaar vervoer (trein, bus, tram, metro).
Fiets (elektrisch en niet-elektrisch)1)0,25
Lopen0,62
Overig (incl. bestelauto en brom- en snorfiets)0,09
1) 'Fiets' omvat ook de speedpedelec.

In 2020 maakten inwoners van de stadsregio Parkstad Limburg van 6 jaar of ouder gemiddeld 2,36 verplaatsingen per persoon per dag. 2020 is in vergelijking met voorafgaande jaren een speciaal jaar omdat vanaf maart diverse maatregelen zijn getroffen om de gevolgen van de coronapandemie zo veel mogelijk in goede banen te leiden. Zo nam het kabinet gedurende het jaar een omvangrijk pakket aan maatregelen. In maart 2020 maakte het kabinet de eerste algemene maatregelen bekend zoals handen wassen, in de elleboog niezen en geen handen meer schudden. Medio maart werd een gedeeltelijke (‘intelligente’) lockdown doorgevoerd. Aan mensen werd onder andere gevraagd om indien mogelijk thuis te werken en alleen naar de winkel te gaan. Ook volgden er beperkingen voor de luchtvaart en het openbaar vervoer, en werden de meeste bijeenkomsten verboden. Er volgden beperkingen voor scholen, kinderdagverblijven en niet-essentiële winkels. Gedurende het jaar werden maatregelen versoepeld maar aan het eind van het jaar met het opvlammen van het virus weer aangescherpt.

Uit de resultaten van tabel 2.1 blijkt dat van alle verplaatsingen die zijn gemaakt door inwoners van de stadsregio Parkstad Limburg, bijna 58 procent is gemaakt met de auto (als bestuurder of als passagier). De fiets (elektrisch, niet-elektrisch en speedpedelec samen) werd gebruikt voor 10 procent van de verplaatsingen. Ruim een kwart van alle verplaatsingen (26 procent) maakten inwoners van Parkstad Limburg te voet. Met ‘overige vervoerwijzen’ waaronder bestelauto, brom- en snorfiets, motor, scootmobiel, tractor, paard e.d.) werd 4 procent van alle verplaatsingen gemaakt. Het aantal waarnemingen (33) om een betrouwbare schatting te maken voor het aantal verplaatsingen met het openbaar vervoer was in dit coronajaar helaas te laag. Deze waarde is daarom vervangen door een punt.

In tabel 2.2 wordt het gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag gepresenteerd voor inwoners van de rest van de provincie Limburg naar vervoerwijzeklasse in 2020. Dat wil zeggen voor alle gemeenten van de provincie Limburg met uitzondering van de gemeenten die deel uit maken van de stadsregio Parkstad Limburg.

2.2 Gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag van inwoners van de rest van Limburg van 6 jaar of ouder naar vervoerwijzeklasse in 2020
2020
Totaal2,39
Personenauto (bestuurder en passagier)1,25
Openbaar vervoer (trein, bus, tram, metro)0,04
Fiets (elektrisch en niet-elektrisch)1)0,51
Lopen0,51
Overig (incl. bestelauto en brom- en snorfiets)0,09
1) 'Fiets' omvat ook de speedpedelec.

Uit de resultaten van tabel 2.2 blijkt in 2020 dat van alle verplaatsingen die zijn gemaakt door inwoners van Limburg exclusief inwoners van de stadsregio Parkstad Limburg in 2020, bijna 52 procent is gemaakt met de auto (als bestuurder of als passagier) en 1 procent met het openbaar vervoer (trein, bus, tram of metro). Door inwoners van 6 jaar of ouder van de rest van Limburg werd 21 procent van hun verplaatsingen fietsend afgelegd. Ook ging 21 procent van alle verplaatsingen gemaakt door de inwoners van de ‘rest van Limburg’ te voet. Met ‘overige vervoerwijzen’ maakten zij 4 procent van alle verplaatsingen.

Uit significantietoetsen blijkt dat er in 2020 geen significant verschil is in het totaal aantal gemaakte verplaatsingen en ook geen verschil is betreffende het aantal verplaatsingen met de auto, tussen inwoners van de stadsregio Parkstad en de rest van de inwoners van Limburg. Wel blijkt dat inwoners van Parkstad significant minder verplaatsingen maakten op de fiets in vergelijking met de ‘rest van Limburg’. Daarentegen hebben inwoners van Parkstad significant meer verplaatsingen te voet gemaakt dan de overige inwoners van de provincie. Het gebruik van ‘overige vervoerwijzen’ tussen beide groepen inwoners van de provincie Limburg verschilde niet significant. Wegens te weinig waarnemingen in de stadsregio Parkstad Limburg kon het verschil in OV-gebruik met de ‘rest van Limburg’ niet worden getoetst.

In tabel 2.3 wordt het gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag gepresenteerd voor inwoners van de rest van Nederland naar vervoerwijzeklasse in 2020. Dat wil zeggen voor provincies in Nederland met uitzondering van de provincie Limburg.

2.3 Gemiddeld aantal reguliere verplaatsingen per persoon per dag van inwoners van de rest van Nederland van 6 jaar of ouder naar vervoerwijzeklasse in 2020
2020
Totaal2,35
Personenauto (bestuurder en passagier)1,03
Openbaar vervoer (trein, bus, tram, metro)0,07
Fiets (elektrisch en niet-elektrisch)1)0,64
Lopen0,52
Overig (incl. bestelauto en brom- en snorfiets)0,09
1) 'Fiets' omvat ook de speedpedelec.

Uit de resultaten van tabel 2.3 volgt dat inwoners van de rest van Nederland (dus exclusief de provincie Limburg) in 2020, 44 procent van hun verplaatsingen hebben gemaakt als passagier of bestuurder van een auto. Zij deden 3 procent van de verplaatsingen met het openbaar en 27 procent op de fiets. 22 procent van alle verplaatsingen werden lopend afgelegd en tot slot werd 4 procent van alle verplaatsingen gemaakt met ‘overige vervoerwijzen’.

Uit significantietoetsen blijkt dat er in 2020 geen significant verschil is in het totaal aantal gemaakte verplaatsingen tussen inwoners van Parkstad Limburg en de ‘rest van Nederland’. Wel blijkt dat de inwoners van de stadsregio significant meer verplaatsingen maken met de auto (als bestuurder of passagier) dan de ‘rest van Nederland’. Ook inwoners van de ‘rest van Limburg’ maken significant meer autoverplaatsingen dan inwoners van Nederland buiten de provincie Limburg. Zowel inwoners van Parkstad als inwoners van de ‘rest van Limburg’ hebben in 2020 significant minder verplaatsingen op de fiets gemaakt dan inwoners van de ‘rest van Nederland’. Daarentegen hebben inwoners van de stadsregio Parkstad significant meer verplaatsingen te voet afgelegd dan de inwoners van de ‘rest van Nederland’. Het verschil in het aantal loopverplaatsingen tussen inwoners van de ‘rest van Limburg’ en de ‘rest van Nederland’ is niet significant. Zij verplaatsten zich nagenoeg even vaak te voet. Het verschil in het aantal verplaatsingen met ‘overige vervoerwijzen’ was tussen alle 3 de regio’s niet significant. Wegens te weinig waarnemingen in de stadsregio Parkstad Limburg kon het verschil in OV-gebruik met de ‘rest van Limburg’ niet worden getoetst. Uit de toets van het verschil in het aantal verplaatsingen tussen de ‘rest van Limburg’ en de ‘rest van Nederland’ volgt dat in 2020 in de ‘rest van Limburg’ significant minder verplaatsingen hebben plaatsgevonden met het openbaar vervoer.

2) De hoofdvervoerwijze betreft de vervoerwijze waarmee binnen de verplaatsing de langste afstand is afgelegd.